Samenvatting
S. Paauw en Medisch Contact (hierna gezamenlijk: Medisch Contact) hebben in het artikel “Loopbaan buitenlands gediplomeerde artsen on hold door wachten op toets” aandacht besteed aan de wachttijd voor de toets die artsen van buiten de Europese Unie moeten doen om in Nederland hun beroep als arts te kunnen oppakken. Dr. P.G.P. Herfs (klager) heeft een klacht ingediend, omdat hij niet als bron is vermeld. Naar het oordeel van de Raad zijn de bronnen op adequate wijze weergegeven. Er is kennelijk een discrepantie ontstaan tussen de verwachting van klager om als bron te worden vermeld en de journalistieke werkwijze. Dit valt Medisch Contact echter niet te verwijten. Verder heeft Medisch Contact de klacht op zorgvuldige wijze afgehandeld. De klacht is daarom ongegrond.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van
dr. P.G.P. Herfs
tegen
S. Paauw en de hoofdredacteur van Medisch Contact
De heer dr. P.G.P. Herfs (klager) heeft op 23 april 2025 een klacht ingediend tegen mevrouw S. Paauw en de hoofdredacteur van Medisch Contact (hierna gezamenlijk: Medisch Contact). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van partijen betrokken van 7, 14 en 20 mei 2025, van 10 juni 2025 en van 2 juli 2025.
De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 11 juli 2025. Klager is daar verschenen, vergezeld door de heer E. Hogenboom. Namens Medisch Contact waren voornoemde Paauw, de heer E. Pronk, adjunct-hoofdredacteur, en de heer R. Crommentuyn, adjunct-hoofdredacteur, aanwezig. Klager heeft zijn standpunt toegelicht aan de hand van een notitie.
DE FEITEN
Op 27 maart 2025 is op de website respectievelijk in de papieren editie van Medisch Contact een artikel van de hand van Paauw verschenen met de kop “Loopbaan buitenlands gediplomeerde artsen on hold door wachten op toets”. De intro van het artikel luidt:
“Artsen die van buiten de Europese Unie naar Nederland komen, willen hier graag hun beroep als arts zo snel mogelijk oppakken. Maar de wachttijd voor de toets die dat mogelijk maakt, is met bijna twee jaar wel érg lang, vinden zij.”
Het artikel bevat verder onder meer de volgende passage:
“Per 1 januari 2024 is deze assessmentprocedure voor buitenlands gediplomeerde zorgverleners (niet alleen artsen) vereenvoudigd. De Algemene Kennis- en Vaardighedentoets, die door één instituut in Utrecht werd afgenomen, is afgeschaft. Gebleven zijn de beroepsinhoudelijke toets (BI-toets) en eisen die worden gesteld aan de taalvaardigheid. Maar voor de vereiste taalcertificaten Nederlands (niveau B2+) en Engels (leesvaardigheid) kunnen buitenlands gediplomeerde artsen nu bij meerdere taalinstituten terecht – verspreid over het hele land – in plaats van bij één taalinstituut.
‘Het doel van deze versoepeling is het wegnemen van drempels voor buitenlands gediplomeerde zorgverleners. Dat is heel goed, want de Nederlandse zorgsector staat te springen om extra professionals. Maar het heeft – heel tegenstrijdig – weer een nieuwe drempel opgeworpen. De wachttijd voor het andere deel van de assessmentprocedure is sindsdien namelijk langer geworden’, zegt Vlada Chernova (30). Zij is bestuurslid van de Vereniging Buitenlands Gediplomeerde Artsen (VBGA), haalde haar artsendiploma in Oekraïne, kwam in 2016 voor de liefde naar Nederland en is nu arts-onderzoeker aan het LUMC. ‘Wij kregen als vereniging signalen van buitenlands gediplomeerde artsen dat zij bijna twee jaar – en soms nog langer – moeten wachten voordat zij de BI-toets kunnen doen. Om te kijken of dat klopt hebben we een peiling gehouden, waaraan 33 personen hebben meegedaan. Daaruit blijkt dat de mediane wachttijd 22 maanden is. Vijftien mensen hebben een wachttijd tussen de 22 en 24 maanden en twee moeten 25 maanden wachten. We denken dat de wachttijd is opgelopen doordat meer artsen zich aanmelden voor de BI-toets nu ze geen AKV-toets meer hoeven te doen.’”
De naam van klager wordt in het artikel niet vermeld.
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klager stelt – kort samengevat – het volgende. Hij is ten onrechte niet als bron genoemd, terwijl Medisch Contact ruimschoots van zijn expertise gebruik heeft gemaakt. Zo heeft hij een recent verschenen rapport naar de redactie gestuurd, waarin hij – in het voorwoord – schreef dat de Algemene Kennis- en Vaardighedentoets was afgeschaft, maar dat nog wel taalcertificaten Nederlands (niveau B2+) en Engels (leesvaardigheid) moesten worden behaald. Die informatie kwam bijna letterlijk in het artikel terecht. Ook heeft hij bijgedragen aan het vrijgeven van de gegevens die de VBGA door middel van een peiling onder 33 buitenlandse artsen had verworven. Op de zitting licht klager toe dat hij geen contact heeft gehad met Paauw over het verstrekken van die enquêtegegevens. Wat Paauw echter niet weet, is dat Chernova bij hem navraag heeft gedaan of zij deze gegevens moest verstrekken en dat hij Chernova heeft overgehaald dat te doen. Verder is hij uitgebreid geïnterviewd en heeft hij twee conceptversies van het artikel van commentaar voorzien. Hij heeft Paauw ook laten weten dat hij van haar verwachtte dat zij hem als bron zou noemen. In het artikel is echter geen enkele verwijzing naar zijn naam te vinden.
Klager heeft over deze handelwijze geklaagd bij de hoofdredacteur van Medisch Contact. De strekking van haar reactie was dat in journalistieke producties geen plicht bestaat om alle bronnen te vermelden, in tegenstelling tot wat volgens de Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit geldt in wetenschappelijke publicaties. Klager deelt dit standpunt niet en meent dat ook in dit geval geldt: ere wie ere toekomt. Het is een stap in de goede richting dat Paauw inmiddels haar excuses heeft aangeboden, maar nu moet nog een rectificatie volgen, aldus klager.
Medisch Contact stelt hier – eveneens kort samengevat – het volgende tegenover. Van het door klager toegestuurde rapport is in het geheel niet gebruikgemaakt, met name omdat dat gaat over de periode ná het assessment. Het artikel gaat echter over de periode waarin buitenlands gediplomeerde artsen wachten op een onderdeel van het assessment. De informatie over het afschaffen van de Algemene Kennis- en Vaardighedentoets was al bekend anderhalf jaar voor het toesturen van het rapport en over de peiling is enkel contact geweest met Chernova. Paauw heeft 25 minuten met klager gesproken om te verifiëren of het beeld klopte dat Chernova had geschetst over de problemen van buitenlands gediplomeerde artsen met de wachttijden voor de BI-toets. Het gesprek met klager bevestigde dat beeld en leverde verder weinig nieuwe inzichten op.
Vervolgens is het conceptartikel voor een check in eerste instantie enkel naar Chernova gestuurd. Toen klager meldde dat hij het niet toegestuurd had gekregen, is het hem alsnog ter informatie gestuurd. De tweede conceptversie die klager heeft ontvangen, betrof uitsluitend een korte passage met een later toegevoegde quote van hem. Die passage is echter in het definitieve artikel weer vervallen vanwege ruimtegebrek. Paauw heeft hierover aan klager een e-mail gestuurd met een korte uitleg en excuses.
Volgens Medisch Contact vereisen de journalistieke mores niet dat elke informatiebron bij naam wordt opgevoerd in het uiteindelijke resultaat. Klager zou wel bij naam genoemd zijn als een citaat van hem was opgenomen of als uit een uitgave van hem was geciteerd, aldus Medisch Contact.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
De kern van de klacht is dat klager ten onrechte niet als bron is genoemd en dat de klacht niet zorgvuldig is afgehandeld. De Raad zal zich bij zijn beoordeling hiertoe beperken.
Uitgangspunt is dat een journalist en zijn redactie vrij zijn in de selectie van wat zij publiceren. Het is dan ook aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Daarbij worden in beginsel de bronnen vermeld waarop het artikel is gebaseerd.
Naar het oordeel van de Raad zijn de bronnen op adequate wijze weergegeven in het artikel. Er is kennelijk een discrepantie ontstaan tussen de verwachting van klager om als bron te worden vermeld en de journalistieke werkwijze. Dit valt Medisch Contact echter niet te verwijten. Dat bij een wetenschappelijke publicatie elke inhoudelijke bijdrage aan een met naam genoemde bron wordt toegeschreven, maakt niet dat Medisch Contact daartoe ook is gehouden in een journalistieke publicatie als waarvan hier sprake is. Wat tussen klager en Chernova is besproken over het verstrekken van de enquêtegegevens valt buiten het zicht en de verantwoordelijkheid van Medisch Contact.
Verder heeft Medisch Contact serieus en voldoende inhoudelijk op de klacht gereageerd. Dat klager zich niet in die reactie kan vinden, is onvoldoende voor het oordeel dat de klachtafhandeling onzorgvuldig is geweest.
Een en ander leidt tot de conclusie dat de klacht ongegrond is.
Relevante punten uit de Leidraad: A., B.2 en D.
Relevante eerdere conclusies (onder meer): RvdJ 2025/19, RvdJ 2025/2, RvdJ 2022/40 en RvdJ 2021/46
CONCLUSIE
De klacht is ongegrond.
Zo vastgesteld door de Raad op 22 september 2025 door mr. J.J. van Eck, voorzitter, J. Hoogenberg, M. ten Katen, Y. Lange en A. Pruis, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G. Kamminga, plaatsvervangend secretaris.