Samenvatting
E. Otten, Vereniging Investeer in Human en Samenwerkingsomroep VPRO-HUMAN (hierna gezamenlijk: HUMAN) hebben een aflevering van Argos Medialogica uitgezonden met de titel “Het verraad van Anne Frank”. Daarin is aandacht besteed aan de dynamiek in de media rondom de publicatie van het boek “Het verraad van Anne Frank: Het baanbrekende onderzoek van een internationaal coldcaseteam in Nederland”. De uitzending bevat weliswaar forse kritiek op Proditione Media BV en haar oprichters T. Bayens en P. van Twisk (klagers), maar van onzorgvuldige berichtgeving is geen sprake. Uitzendingen van Argos Medialogica gaan vooral over de rol van de media bij spraakmakende maatschappelijke onderwerpen. Het stond HUMAN vrij om ook de achtergronden te schetsen en te berichten over de eerder in de media geuite kritiek op de totstandkoming en inhoud van het boek, om zodoende de hele mediadynamiek in deze kwestie begrijpelijk te maken. Het was beter geweest als enkele door de voice-over weergegeven fragmenten meer waren genuanceerd, maar in de uitzending als geheel is geen zodanig vertekend beeld of onzorgvuldige weergave van de kwestie gegeven, dat daarmee sprake is van niet-waarheidsgetrouwe of tendentieuze berichtgeving. Bovendien is voldoende wederhoor toegepast. De klacht is daarom ongegrond.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van
T. Bayens, P. van Twisk en Proditione Media BV
tegen
E. Otten en Vereniging Investeer in Human en Samenwerkingsomroep VPRO-HUMAN
De heer mr. E.J. Hengeveld, advocaat te Amsterdam, heeft op 16 december 2022 namens Proditione Media BV en haar oprichters de heer T. Bayens en de heer P. van Twisk (klagers) een klacht ingediend tegen de heer E. Otten, programmamaker, Vereniging Investeer in Human en Samenwerkingsomroep VPRO-HUMAN (hierna gezamenlijk: HUMAN). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van partijen betrokken van 2 en 16 februari 2023.
De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 24 februari 2023. Namens klagers zijn Van Twisk, Bayens en mr. Hengeveld verschenen. Aan de zijde van HUMAN waren Otten, de heer M. Pekel, eindredacteur, de heer mr. F. Stoové, hoofd juridische zaken en mevrouw mr. A. Bekema, advocaat te Amsterdam, aanwezig. Klagers hebben hun standpunt toegelicht aan de hand van een notitie.
Vanwege de plotselinge verhindering van een van de leden van de Raad, is de zaak behandeld door de voorzitter en drie leden. Partijen hebben daartegen geen bezwaar gemaakt.
DE FEITEN
Op 19 juni 2022 heeft HUMAN een aflevering van Argos Medialogica uitgezonden, gemaakt door Otten, met de titel “Het verraad van Anne Frank”. De intro van de begeleidende tekst op de website van HUMAN luidt:
“Begin dit jaar wijst een Nederlands coldcaseteam, in een boek, de Joodse notaris Arnold van den Bergh aan als de verrader van Anne Frank. Het is wereldnieuws. Maar na een storm van kritiek wordt het boek ‘Het verraad van Anne Frank’ door de Nederlandse uitgever uit de handel gehaald. Argos Medialogica onderzoekt de opkomst en de ondergang van het omstreden boek.”
De uitzending wordt ingeleid als volgt:
Intro
Voice-over: “In januari 2022 wijst een Nederlands coldcaseteam een Joodse notaris aan als waarschijnlijke verrader van Anne Frank. Het is wereldnieuws.”
CNN-presentator: “A surprise suspect. A Jewish notary named Arnold van den Bergh.”
Mirjam de Gorter (kleindochter Arnold van den Bergh): “Hier wordt een waangeschiedenis, een leugen dus, naar buiten gebracht. En je kunt het niet stoppen.”
Voice-over: “Na kritiek van deskundigen wordt het boek over het onderzoek door de Nederlandse uitgever uit de handel gehaald.”
Van Twisk: “Op dit moment kun je Mein Kampf gewoon in de winkel kopen, ons boek niet meer. Dat mogen mensen kennelijk niet lezen. Het is echt krankzinnig.”
Voice-over: “Argos Medialogica – hoe het Nederlandse coldcaseteam een dubieuze beschuldiging aan de wereld wist te verkopen.”
Verder bevat de uitzending onder meer de volgende fragmenten:
Fragment 1
Voice-over: “Het Anne Frank Huis in Amsterdam trekt jaarlijks 1,3 miljoen bezoekers. De meest gestelde vraag; ‘Wie verraadde Anne Frank?’”
Matthijs van Nieuwkerk (fragment De Wereld Draait Door, 02-10-2017): “Wie heeft Anne Frank verraden? Nu is er een nieuw Anne Frank coldcaseteam geformeerd. Aan tafel initiatiefnemer Thijs Bayens, filmmaker.”
Voice-over: “Twee oktober 2017 lanceert Thijs Bayens bij De Wereld Draait Door zijn ambitieuze project ‘A Cold Case Diary’.”
Bayens: “Wat is er nu precies gebeurd? Want dat is al heel onduidelijk. En dan moet je vragen of je echt naar de dader wil zoeken, dat kán, want het is gegaan zoals het is gegaan, maar de waarheid moet naar boven komen.”
Voice-over: “De journalist-filosoof Pieter van Twisk wordt onderzoeksleider van het project, dat bij de lancering al wereldnieuws maakt.”
Van Twisk: “Omdat het gewoon heel sexy was, kennelijk. Anne Frank, FBI, artificiële intelligentie. Die drie dingen die waren kennelijk heel interessant voor de media. Daar sloegen ze allemaal op aan.”
NBC Today Show, 02-10-2017: “The ultimate cold case, one a retired FBI agent wants to crack.”
(…)
Van Nieuwkerk (DWDD, 2017): “Hoe groot acht je dan de kans dat je dan één naam hebt?”
Bayens (DWDD, 2017): “Zeer groot.”
Fragment 2
Voice-over: “Het is februari 2017. Bayens en Van Twisk richten Proditione Media op. Proditione betekent verraad. Thijs Bayens zal het onderzoek filmen om daar een meerdelige internationale documentaireserie van te maken.”
Van Twisk: “Twee bedrijfjes waren er. Je had Proditione Media en Proditione Producties. In de producties zat, zeg maar, het filmen en de documentaire. Daar bemoeide ik me niet zoveel mee. Dat was meer mijn compagnon, Thijs Bayens.”
Otten: “Maar dat zou Netflix kunnen zijn, HBO…”
Van Twisk: “Dat zou kunnen, ja.”
Voice-over: “Journaliste Hella Rottenberg onderzoekt de werkwijze van het coldcaseteam voor dagblad Trouw en het Historisch Nieuwsblad.”
Otten: “Waren Bayens, Van Twisk en Pankoke [gepensioneerde FBI-agent, RvdJ] gekwalificeerde mensen voor dit onderzoek?”
Rottenberg: “Niet als je het hebt over historisch onderzoek. Het zijn een filmer, een journalist en een detective.”
Fragment 3
Voice-over: “Het coldcaseteam zoekt een manier om nog meer geld te verkrijgen en vraagt de gemeente Amsterdam om een subsidie. Journaliste Hella Rottenberg krijgt ook de subsidieaanvraag in handen. In deze aanvraag stellen Pieter van Twisk en Vince Pankoke dat hun onderzoeksteam bestaat uit een “select gezelschap” van vooraanstaande historici, van onder andere het Anne Frank Huis en het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie NIOD.”
Rottenberg: “Mensen hebben helemaal geen team gevormd met Vince Pankoke. Sterker nog: ze wisten helemaal niet dat ze genoemd zouden worden in deze subsidieaanvraag.”
Van Twisk: “Op dat moment had ik diverse mensen gevraagd of zij mee wilden werken, of we hun naam mochten gebruiken als onderdeel van het opsporingsteam. Nou, dat mocht. Die mensen hebben allemaal toestemming gegeven.”
Otten: “Zij ontkennen dat, hoor.”
Van Twisk: “Nou dat… dat kunnen zij ontkennen, maar dat is echt niet… dat klopt wel”
Voice-over: “Ronald Leopold is directeur van de Anne Frank Stichting.”
Otten: “Klopt het wat het coldcaseteam zegt? Was er een samenwerking?”
Leopold: “Dat zou niet mijn formulering zijn geweest. We hebben ze inzage gegeven in onze archieven. Ze hebben onze onderzoekers vragen kunnen stellen als ze daar aanleiding toe zagen and that’s it.”
Otten: “Uw onderzoeker Gertjan Broek staat op de website van het coldcaseteam als “teamlid”. Was hij dat?
Leopold: “Nee, dat was hij niet. Geen teamlid, en hij was ook geen onderdeel van het project. Dat was onjuiste informatie die het team heeft verstrekt.”
Otten: “Van samenwerking is geen sprake geweest…”
Van Twisk: “Ik vertel je net al dat wij bij het Anne Frank Huis zijn geweest, dat we alles mochten zien, dat wij de documenten hebben mogen inzien… ze hebben ons gewoon toestemming gegeven…”
Fragment 4
Voice-over: “Oud-NIOD-medewerker David Barnouw is dé Anne Frank deskundige van Nederland. Hij wordt eveneens in de subsidieaanvraag genoemd, als lid van het onderzoeksteam. Tot zijn stomme verbazing. Barnouw heeft in het prille begin slechts kort contact gehad met het coldcaseteam.”
Barnouw: “Toen ben ik bij één grote bijeenkomst geweest, ik denk met z’n vijftienen of zo, en daar viel mij vooral opdat niemand mij iets vroeg. Terwijl ik dacht, [lachend] ik ben hier toch de enige die een beetje verstand heeft van dit onderwerp, nu ja.”
(…)
Voice-over: “Barnouw besluit na deze ervaringen om zich niet met het coldcase onderzoek in te laten en haakt af.”
Otten: “En u doemt op in de subsidieaanvraag van de gemeente Amsterdam…”
Barnouw: “Ja, dat is niet kosher. Dat hebben ze mij niet gevraagd. Maar dat je dat ongevraagd doet is natuurlijk redelijk belachelijk.”
Voice-over: “Ook het NIOD laat ons weten dat er van samenwerking met het coldcaseteam geen sprake was.”
Rottenberg: “Ja, en dan is het niets anders dan ‘names dropping’. En mensen gebruiken als uithangbord.”
Otten: “Je wordt er misschien betrouwbaarder door.”
Rottenberg: “Precies.”
Voice-over: “De ‘name dropping’ werpt zijn vruchten af. De gemeente Amsterdam geeft het coldcaseteam 100.000 euro subsidie.”
Otten: “Feit is dat er nauwelijks historici onderdeel waren van dat coldcaseteam.”
Fragment 5
Voice-over: “2018. Het coldcaseteam zit midden in het onderzoek naar de verrader en Mirjam de Gorter. Zij is de kleindochter van notaris Arnold van den Bergh. Mirjam heeft haar grootvader nooit persoonlijk gekend. Die overleed al vóór haar geboorte, in 1950.”
(…)
Voice-over: “Het eerste contact tussen het coldcaseteam en Mirjam is per mail. Thijs Bayens vraagt om haar medewerking, maar vertelt niet dat hij op zoek is naar de verrader van Anne Frank. Bayens geeft een heel andere insteek van het onderzoek. Hij schrijft over…”
De Gorter: “’Het onderzoek van verzet en onderduik in Laren’, en in het kader daarvan benader ik u.’ En omdat mijn familie in Laren is ondergedoken dacht ik dat ze waarheidsgetrouw onderzoek wilden doen. Ze kwamen met allemaal gerenommeerde namen, ze hadden het over het NIOD en historici.”
Voice-over: “Wat Bayens ook niet meldt aan Mirjam, is dat het coldcaseteam dan al beschikt over een anoniem briefje. Daarin wordt haar grootvader Arnold van den Bergh aangewezen als de verrader van Anne Frank. Dit is een afschrift van het anonieme briefje, getypt door vader Otto Frank. Het originele briefje zou volgens het coldcaseteam net na de oorlog bij hem zijn bezorgd. “Uw schuilplaats te Amsterdam werd indertijd medegedeeld aan de Jüdische Auswanderung , Euterpestraat, door A. van den Bergh”.”
De Gorter: “Dus hij komt hier binnen met, hij wil over verzet en onderduik weten, terwijl hijzelf uitgaat van een verraadsituatie. En daar is met geen woord over gesproken. Waarom kwam hij niet gewoon met de waarheid waar hij mee bezig was?”
Otten: “Waarom vertelt hij de kleindochter op dat moment niet over…”
Van Twisk: “Nou, omdat wij op dat moment… kijk, a: er gaat geen informatie uit het onderzoek naar buiten, er gaat alleen maar informatie naar binnen. Dat is de manier waarop Vincent, de onderzoeker, het heeft opgezet. Dat is de manier waarop de FBI werkt.””
Fragment 6
Voice-over: “Eind 2021. Het coldcaseteam heeft het onderzoek afgerond. Uitgeverij Ambo Anthos biedt het boek aan bij de media. De Volkskrant, NRC en de NOS hebben gesprekken met de leiders van het coldcaseteam. We interviewen de hoofdredacties van de drie belangrijke media. Pieter Klok, van de Volkskrant; Wilma Haan, van de NOS; en René Moerland van NRC.”
(…)
Klok: “Wat je hoopt is dat er een nieuwe onderzoeksmethode is die nieuwe inzichten oplevert. Dat was de hoop. Eindelijk zouden we weten wie Anne Frank verraden had.”
Voice-over: “Op 16 januari lijkt die hoop bewaarheid te worden. Uitgeverij HarperCollins gunt de wereldprimeur aan het Amerikaanse televisieprogramma 60 Minutes van CBS.”
Presentator 60 Minutes: “And now they believe they have an answer. One we’ll share with you tonight, to a question that bedevils historians and haunted Holland: who is responsible for the betrayal?”
Fragment 7
Voice-over: “Terug naar 17 januari. De dag vóór publicatie van het boek in Nederland. De NOS, de Volkskrant en NRC komen in de vroege ochtend met grote verhalen. De stellingen van het coldcaseteam krijgen alle ruimte.”
NOS Nieuwslezer (17-01-2022): “Verrader Anne Frank was Joodse notaris.”
Haan: “Die eerste headline was gewoon onzorgvuldig.”
Otten: “Ja, maar wat is de onzorgvuldigheid dan?”
Haan: “Nou, de stelligheid. ‘Joodse notaris verraadde Anne Frank’, en niet een woordkeuze als ‘uit nieuw onderzoek blijkt’ of ‘nieuwe onderzoekers wijzen op’, of ‘nieuwe onderzoekers komen met een nieuwe theorie’, zo’n soort woordkeuze.”
Gerri Eickhoff, NOS-verslaggever (17-01-2022): “Arnold van den Bergh was een Joodse notaris die onderduikadressen zou hebben verraden om zijn eigen gezin te redden.”
De Gorter: “Hier wordt een waangeschiedenis, een leugen dus, naar buiten gebracht. En je kunt het niet stoppen.”
Rottenberg: “Ik las stukken met het idee ‘oh, dit is de reclametekst van de uitgever, die ze hebben afgedrukt’. Ze hebben een worst voorgeschoteld gekregen, van: ‘Je krijgt een wereldprimeur! Heel fantastisch! Je kunt scoren’. En daar hebben ze op gehapt. Zonder enige kritische vraag te stellen, zonder enige kritische noot erbij te zetten.”
Fragment 8
Voice-over: “Waarom waren de NOS, NRC en de Volkskrant niet kritisch?”
Klok: “Euh, in dit geval kon dat niet. Omdat we hadden afgesproken met de uitgever dat we het aan niemand mochten laten lezen.”
Voice-over: “Wat NRC, de Volkskrant en NOS niet bij de eerste berichtgeving vermeldden, is dat ze dit embargo [een brief verschijnt in beeld] van uitgever Ambo Anthos hebben ondertekend. Hierin staat dat alle informatie van het coldcaseteam ‘strikt vertrouwelijk’ is.”
Otten: “Dat embargo verbood iedereen om het onderzoek vóór publicatie voor te leggen aan onafhankelijke experts.”
Haan: “Daar kwam het op neer, ja.”
Rottenberg: “Dat is buitengewoon ongebruikelijk. En tegen alle journalistieke ethiek in.”
Otten: “Want waar raakt het de journalistieke ethiek?”
Rottenberg: “Dat je dan niet meer bent dan een doorgeefluik van een belanghebbende organisatie.”
Voice-over: “Arnold van den Bergh wordt door het coldcaseteam aangewezen als dé verrader van Anne Frank. Zonder dat die enorme beschuldiging door de journalisten is onderzocht.”
Fragment 9
Voice-over: “Als de avond van 17 januari valt is het tijd voor de talkshows.”
Co-presentator talkshow Op1: “Anne Frank verraden door een Joodse notaris. Pieter van Twisk onderzocht het…”
(…)
Voice-over: “Leden van het coldcaseteam zitten aan tafel.”
Bayens (in Op1): “Er verschijnt morgen een boek in de winkels. Je hebt het daar naast je liggen. En daar, schat ik even, zo’n honderd pagina’s uit dat boek, beschrijft heel nauwkeurig, zeg maar, alle verschillende stukjes in de puzzel die in elkaar passen waar dit een onderdeel van is.”
Co-presentator Op1: “Meneer Van Twisk, het ging de hele wereld over, u zucht…”
Van Twisk: “Ja, het was echt een soort storm van media die wij ook niet helemaal verwacht hadden. We hadden wel gedacht dat er wat… ”
Co-presentator Op1: “Nou, die hebben jullie zelf georkestreerd, toch?”
Van Twisk: “Ja, maar je weet nooit wat er gaat gebeuren.”
Voice-over: “De presentatoren vragen of het coldcaseteam contact heeft gehad met eventuele familie van Arnold van den Bergh.”
Van Twisk: “Er zijn nog twee nabestaanden en daar heb ik mee gepraat.”
Co-presentator Op1: “En hoe vinden die dit, dat dit naar buiten wordt gebracht?”
Van Twisk: “Heel pijnlijk, maar [ze] hebben ook gezegd: ‘jullie hebben het ontzettend integer aangepakt.”
Otten: “Zegt u dat zij zou vinden dat u het integer heeft aangepakt?”
Van Twisk: “Ja. We zijn ook gewoon integer te werk gegaan.”
Otten: “Is dan ‘integriteit’ het eerste woord wat in je opkomt?”
De Gorter: “Nou, het laatste of helemaal niet, eerlijk gezegd. Maar dat kan ik pas zeggen nu ik weet hoe het in elkaar zit. Nee, dit kun je niet integer noemen.”
Bayens (in talkshow M): “Het gaat hier in dit geval om kleinkinderen en ze vinden het heel erg belangrijk dat dit verhaal de wereld in komt. Misschien niet eens zo zeer vanwege de geschiedenis, als wel voor de toekomst. Opdat we een bijdrage kunnen leveren dat er geen herhaling zal komen van dit. En dat is groots. Ik heb een diep respect voor de innerlijke beschaving die daar achter schuil gaat om dat te doen.”
Voice-over: “Thijs Bayens wil ons geen interview geven. Er is in de talkshows trouwens ook stevige kritiek.”
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klagers stellen – samengevat – het volgende. De uitzending is onzorgvuldig tot stand gekomen. Van meet af aan was duidelijk dat HUMAN niet onafhankelijk te werk ging, maar op basis van het rapport van hoogleraar Wallet “De Joodse notaris en de beschuldiging van verraad – Kritische analyse van argumentatie en brongebruik in Het verraad van Anne Frank”, die van mening was dat het coldcaseteam geen deugdelijk onderzoek had gedaan en op winstbejag uit was. Die strekking heeft de uitzending ook. Dat blijkt onder meer uit de aankondiging “Hoe een Nederlands coldcase team een dubieuze beschuldiging aan de wereld wist te verkopen”. Daarnaast komen in de uitzending zeven personen aan het woord (De Gorter, Rottenberg, Barnouw, Wallet en de (adjunct)hoofdredacteuren Klok, Haan en Moerland) die zich zeer kritisch uitlaten over het onderzoek van klagers. Overigens zijn daarbij vragen gesteld aan personen die niet gekwalificeerd zijn die te beantwoorden. Daartegenover zijn enkel gemonteerde passages uit het interview met Van Twisk gezet. Gezien de ernst van de beschuldigingen was het aanbrengen van meer evenwicht noodzakelijk.
Bovendien had HUMAN de uitlatingen van de geïnterviewden moeten verifiëren en nader onderzoek moeten verrichten. Dat heeft zij ten onrechte niet gedaan. Integendeel, HUMAN heeft nauwelijks kennis genomen van het boek “Het verraad van Anne Frank: Het baanbrekende onderzoek van een internationaal coldcaseteam in Nederland”, de verweerschriften van het coldcaseteam genegeerd en te weinig afstand bewaard tot het tegenrapport van Wallet. HUMAN had de kijker van meer informatie moeten voorzien en de visie van klagers uitgebreider moeten verwerken. Daardoor zou een genuanceerder beeld zijn ontstaan. Verder is onvoldoende onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen. Door deze gebreken is de uitzending onevenwichtig en wordt daarin een onjuist, beschadigend beeld van klagers geschetst.
Daarbij komt dat geen deugdelijk wederhoor is geboden, terwijl klagers door de uitzending worden gediskwalificeerd. Bij Bayens is ten onrechte geen wederhoor toegepast, terwijl uit de communicatie duidelijk blijkt dat hij wel bereid was te reageren. Hij had bovendien documenten kunnen verstrekken die HUMAN uit zorgvuldigheid had behoren in te zien. Het toepassen van wederhoor had ook schriftelijk, in reactie op vragen, kunnen plaatsvinden. Na een voorstel om eerst informeel kennis te maken alvorens zich te committeren aan een interview op camera, heeft Bayens echter niets meer gehoord over wederhoor. Het lijkt erop dat HUMAN geen interesse had in zijn verhaal en de door hem te overleggen bronnen, maar alleen uit was op een in de uitzending te tonen interview. Klagers benadrukken in dit verband dat Van Twisk en Bayens verschillende rollen hadden en daarom beiden werden benaderd voor een interview over verschillende onderwerpen. Voor Bayens is met name van belang dat hij had willen reageren op de aantijgingen over zijn rol in het contact met De Gorter. Door de uitzending is zijn maatschappelijke rol uitgespeeld. Daarnaast had HUMAN voormalig FBI-agent Pankoke moeten benaderen voor wederhoor, aangezien hij inhoudelijk verantwoordelijk was voor het coldcaseteam.
Klagers hebben hun standpunten uitvoerig toegelicht en concluderen dat sprake is van een vooringenomen en eenzijdige uitzending, met forse diskwalificaties en een onjuiste voorstelling van zaken, waardoor zij ernstige reputatieschade hebben geleden.
HUMAN stelt hier – eveneens samengevat – het volgende tegenover. Argos Medialogica neemt maatschappelijke onderwerpen onder de loep met bijzondere aandacht voor de rol van de media. Het programma laat zien hoe media functioneren en publieke opinie tot stand komt, en hoopt daarmee het publiek ‘mediawijzer’ te maken. De publicatie van het boek ‘Het verraad van Anne Frank’ was bij uitstek geschikt om de dynamiek in de media te analyseren. Er was nationaal en internationaal veel media-aandacht voor het boek. Daarbij hadden vooraanstaande media zich gecommitteerd aan een vergaand embargo, waardoor zij het onderzoek niet vooraf aan deskundigen konden voorleggen. De in die media gepubliceerde conclusies van het onderzoek hadden grote maatschappelijke impact. Vervolgens verschoof de berichtgeving binnen een dag van stellige koppen over de onderzoeksresultaten naar stevige kritiek op de conclusie en de aanpak van het onderzoeksteam. Het boek werd zelfs door de Nederlandse uitgever uit de handel gehaald. Om dit voor de kijker te duiden, was het nodig om de kritiek op de totstandkoming en inhoud van het boek te bespreken. Daarbij stond het HUMAN vrij te bepalen hoeveel achtergrondonderzoek er wordt verricht, welke zaken worden uitgelicht en welk beeldmateriaal en welke bronnen worden gebruikt. Een belangrijk deel van de uitzending gaat over de zelfkritische blik van de media ten aanzien van hun eigen handelen. Bovendien is er aandacht voor de door klagers gegenereerde publiciteit en de implicaties van de wereldwijde media-aandacht voor de conclusie van het onderzoek. De gefundeerde kritiek op het onderzoek van het coldcaseteam en de rol van de media, is niet nieuw maar eerder geuit in andere media. De kritiek valt toe te schrijven aan de geïnterviewde personen en niet aan HUMAN zelf. Verder bevat de uitzending de persoonlijke ervaring van De Gorter. Het is aan de kijker om de door de gekwalificeerde deskundigen en betrokkenen verstrekte informatie op waarde te schatten. Dat klagers soms een andere mening zijn toegedaan of meer aandacht hadden willen zien voor hen verzachtende omstandigheden, maakt niet dat sprake is van onzorgvuldige berichtgeving. Volgens HUMAN blijkt uit de uitzending voldoende dat het coldcaseteam heeft geconcludeerd dat Arnold van den Bergh de waarschijnlijke verrader is. De uitzending brengt onder meer in kaart dat andere media daarover in eerste instantie ongenuanceerd hebben bericht. De betrokken media zijn ook kritisch bevraagd over hun berichtgeving. Het was wellicht duidelijker of vollediger geweest als niet de voice-over de ongenuanceerde conclusie van die media (dat Van den Bergh dé verrader is) naar voren had gebracht, maar dit enkel in beeld was gebracht door fragmenten uit die desbetreffende media.
Verder meent HUMAN dat voldoende wederhoor is toegepast. Van Twisk komt uitgebreid aan het woord en heeft op alle kritiek kunnen reageren. Hij was als onderzoeksleider én bestuurder van Proditione Media BV de aangewezen persoon om te bevragen over de kritiek op het onderzoek. Bovendien stelde Van Twisk zich ook op andere momenten voor als woordvoerder namens het onderzoeksteam. Bayens heeft duidelijk gemaakt dat hij alleen onder voorwaarden ‘off-the-record’ wilde spreken. Daarbij heeft hij laten weten dat hij initiatiefnemer en documentairemaker was en dat er een duidelijke ‘waterscheiding’ bestond tussen het onderzoek, waarmee hij niets te maken had, en de documentaire. Omdat hij bovendien zelf vervelende ervaringen had met journalisten, heeft Bayens Van Twist naar voren geschoven. Van Twisk bleek in staat om alle vragen te beantwoorden. Daarom was het niet nodig om nader wederhoor toe te passen bij Bayens of Pankoke. Gelet op het feit dat Bayens geen inhoudelijke rol had bij het onderzoek, wordt hij niet gediskwalificeerd; zijn naam valt alleen in combinatie met feitelijke omstandigheden. Dat Bayens wellicht in de uitzending duidelijk had willen maken dat er een ‘waterscheiding’ bestond, om zich zo te kunnen distantiëren van het inhoudelijke onderzoek, vormt geen reden om hem wederhoor te bieden. De uitzending gaat immers over het onderzoek zelf en de rol van de media, niet over de scheiding in taken binnen het coldcaseteam en Proditione Media BV. Dat de maatschappelijke rol van Bayens is uitgespeeld, vertelde hij al voor de uitzending aan Otten en is dus niet het gevolg van de uitzending. Verder heeft HUMAN de uitgeverijen en het CBS programma ’60 minutes’ benaderd, maar deze wilden niet meewerken. Van de schrijfster van het boek heeft HUMAN geen enkele reactie ontvangen.
Ook HUMAN heeft de standpunten uitvoerig toegelicht en concludeert dat de uitzending zorgvuldig, evenwichtig en proportioneel is, waarbij afdoende wederhoor is toegepast.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
Kern van de klacht is dat ten gevolge van onzorgvuldig handelen van HUMAN een misplaatst, onwaar en uiterst beschadigend beeld van klagers is geschetst. Volgens klagers heeft HUMAN de kwestie vooringenomen benaderd, nagelaten gedegen onderzoek te verrichten en ontlastende stukken in te zien, onvoldoende wederhoor toegepast en zich zonder verificatie voornamelijk gebaseerd op het tegenrapport van hoogleraar Wallet. De Raad zal zich tot deze kern beperken. Daarbij spreekt de Raad zich niet uit over het onderzoek van klagers als zodanig. De Raad beoordeelt alleen de journalistieke handelwijze van HUMAN.
Volgens de Raad is voor de kijker voldoende duidelijk dat uitzendingen van Argos Medialogica vooral gaan over de rol van de media bij spraakmakende maatschappelijke onderwerpen. In dat licht stond het HUMAN vrij om binnen dat format over de kwestie te berichten.
Een journalist en zijn redactie zijn immers vrij in de selectie van nieuws. Dit brengt mee dat het aan de redactie is om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht.
De mediadynamiek in deze kwestie begint feitelijk met de wijze waarop klagers zelf ruchtbaarheid geven aan het onderzoek. Vervolgens ontstaat dynamiek voorafgaand aan en vlak na de lancering van het boek, door de wereldprimeur van het CBS-programma ’60 Minutes’, het embargo dat aan Nederlandse media is opgelegd en hun aanvankelijke berichtgeving erover, en de daaropvolgende omslag in de berichtgeving die (mede) het gevolg is van uitlatingen van deskundigen.
Het is journalistiek toelaatbaar dat HUMAN binnen deze context ook de achtergronden heeft geschetst en heeft bericht over de eerder in de media geuite kritiek op de totstandkoming en inhoud van het boek, om zodoende de hele dynamiek voor de kijker begrijpelijk te maken. Daarmee zijn de totstandkoming en inhoud van het boek niet het centrale onderwerp van de uitzending geworden.
Niet is gebleken dat de berichtgeving feitelijk onjuist of, gelet op de invalshoek van de uitzending, onvolledig is. De scherp aangezette intro vindt voldoende grond in de uitzending. Dat klagers en het onderzoek van het coldcaseteam door de reconstructie qua kundigheid en (commerciële) doelstellingen negatief worden belicht en de uitzending hen daarom niet welgevallig is, maakt de uitzending op zichzelf nog niet vooringenomen, eenzijdig of onevenwichtig. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat Bayens en Van Twisk goed bekend zijn met de mediasector en actief hebben bijgedragen aan de publiciteit bij de start van het onderzoek en de lancering van het boek. Dit brengt mee dat zij zich een grotere mate van kritische en polemische bejegening moeten laten welgevallen.
Het is begrijpelijk dat klagers graag hadden gezien dat HUMAN na inzage van stukken van Bayens en eigen onderzoek meer voor hen ‘ontlastende’ informatie in de uitzending had opgenomen en het tegenrapport van Wallet kritischer had beschouwd. Dat HUMAN dat niet heeft gedaan, leidt nog niet tot de conclusie dat journalistiek onzorgvuldig is gehandeld.
Van een journalist kan niet worden verlangd dat hij door deskundigen verrichte onderzoeken overdoet. Verder is relevant dat er geen te leidende vragen zijn gesteld en dat de kritiek hoofdzakelijk voor rekening van de geïnterviewden is gelaten. Overigens is er minder disbalans tussen de geïnterviewde partijen dan door klagers wordt gesuggereerd. De (adjunct)hoofdredacteuren van NOS Nieuws, NRC en de Volkskrant zijn immers niet opgevoerd als critici ten opzichte van het onderzoek van klagers, maar worden kritisch bevraagd over hun eigen rol in de mediadynamiek. Dat de uitgevers en de schrijfster van het boek ervoor hebben gekozen niet mee te werken, terwijl zij voor nuances in de berichtgeving hadden kunnen zorgen, kan HUMAN niet worden tegengeworpen.
Het was beter geweest als enkele door de voice-over weergegeven fragmenten meer nuances hadden bevat – zoals HUMAN heeft erkend – maar in de uitzending als geheel is geen zodanig vertekend beeld of onzorgvuldige weergave van de kwestie gegeven, dat daarmee sprake is van niet-waarheidsgetrouwe of tendentieuze berichtgeving.
Daarbij komt dat voldoende wederhoor is toegepast. Aan Van Twisk is ruim de gelegenheid geboden op alle kritiek te reageren en zijn interview is uitgebreid voorbesproken. Hij kon alle vragen beantwoorden die (gelet op de invalshoek) van belang waren voor de uitzending en hij is veelvuldig in de uitzending aan het woord gekomen. Het is de Raad niet gebleken, ook niet ter zitting, dat bepaalde relevante passages van zijn wederhoor achterwege zijn gelaten.
Bayens heeft laten weten dat er een zekere ‘waterscheiding’ was waardoor hij zich niet bemoeide met het onderzoek en zich alleen bezighield met het maken van een documentaire, en heeft om hem moverende redenen het wederhoor enigszins afgehouden.
Uit de uitzending blijkt dat een scheiding in taken bestond en over de documentaire gaat het amper. Voor zover Bayens negatief naar voren komt door de beweringen over zijn contact met De Gorter (fragment 5), bleek Van Twisk goed op de hoogte te zijn van de afwegingen die voorafgaand aan het interview met De Gorter zijn gemaakt. Zijn uitleg op dit punt is ook in de uitzending opgenomen.
Het was zonder meer beter geweest als Otten duidelijker had gecommuniceerd en terug was gekomen op zijn mededeling dat hij Bayens voor de uitzending nog een schriftelijke vragenlijst voor wederhoor zou toesturen. Gelet op de uitvoerige reactie van Van Twisk heeft HUMAN echter geen aanleiding meer hoeven zien om nader wederhoor bij Bayens toe te passen. Omdat Van Twisk de onderzoeksleider was en de uitzending hoofdzakelijk gaat over de mediadynamiek rondom de publicatie van het boek – en dus niet over de inhoud van het onderzoek als zodanig – was het voor HUMAN ook niet nodig Pankoke te benaderen voor wederhoor. Dat Van Twisk achteraf bezien wellicht meent niet adequaat genoeg te hebben gereageerd, doet aan het voorgaande niet af.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de klacht ongegrond is.
Relevante punten uit de Leidraad: A., B.3, en C.
Relevante eerdere conclusies: RvdJ 2023/2, RvdJ 2022/40, RvdJ 2022/10 en RvdJ 2021/30
CONCLUSIE
De klacht is ongegrond.
Zo vastgesteld door de Raad op 24 april 2023 door mr. W.A.M. van Schendel, mw. dr. J. Luttikhold, A. Olgun en H.P.M.J. Schneider, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G.A. van de Sluis, plaatsvervangend secretaris.