2021/34 Niet inhoudelijk behandeld / Zorgvuldig

X / de hoofdredacteur van Folia

Samenvatting

Folia heeft in het artikel “Zo raakte de Poolse psychologiestudent Y in de lockdown de weg kwijt” aandacht besteed aan de wijze waarop de Universiteit van Amsterdam omgaat met internationale studenten met mentale gezondheidsproblemen. Klaagster vertelt in het artikel over de zelfmoord van haar medestudent.
Folia heeft tegenover klaagster journalistiek zorgvuldig gehandeld. Niet is gebleken dat de aard en inhoud van het artikel voor klaagster onvoldoende duidelijk waren. Verder is niet aannemelijk geworden dat zij onjuist is geciteerd. Folia heeft bovendien serieus op de klacht gereageerd.
Voor zover klaagster bezwaar heeft tegen het vermelden van persoonlijke gegevens van haar medestudent, kan zij niet als rechtstreeks belanghebbende worden beschouwd. Dit klachtonderdeel is daarom niet inhoudelijk behandeld.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

X

tegen

de hoofdredacteur van Folia

Mevrouw X te Amsterdam (klaagster) heeft op 30 april 2021 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van Folia. Bij de beoordeling van de klacht heeft de Raad verder correspondentie van klaagster en de heer A. Erdogan, hoofdredacteur van Folia, betrokken van 20 en 25 mei 2021.

De klacht is behandeld op de digitale zitting van de Raad van 28 mei 2021. Klaagster is daar vertegenwoordigd door mevrouw […] en mevrouw […]. Namens Folia waren de heer Erdogan en mevrouw S. van der Hee, redacteur, aanwezig.

DE FEITEN

Op 1 april 2021 verscheen op de website van Folia een artikel van de hand van Van der Hee en F. van Lonkhuizen met de kop “Zo raakte de Poolse psychologiestudent [Y] in de lockdown de weg kwijt”. De intro luidt:
“De Poolse UvA-student psychologie [Y] (20) stierf vorige maand door zelfdoding. Op sociale media rees de vraag: moet de UvA in coronatijd meer doen voor de psychische gezondheid van (internationale) studenten? ‘Internationals weten vaak niet goed waar ze hulp moeten zoeken.’”

Het artikel bevat verder onder meer de volgende passage:
“’Hoewel we elkaar nog niet zo lang kennen, zijn we heel close geworden. [Y] was een heel empathisch en een zacht persoon,’ zegt UvA-student psychologie [X] (20) aan de telefoon. [X] en [Y] ontmoetten elkaar in oktober vorig jaar via een gezamenlijke vriend. ‘Een paar weken voordat hij stierf, liet hij nadat hij bij mij was geweest een briefje achter met een bedankje voor onze vriendschap en allemaal lieve woorden over mij,’ vertelt [X]. ‘Ik heb het hier de laatste tijd erg moeilijk mee gehad, omdat ik mezelf verwijt dat ik de signalen had moeten herkennen en ik door dat briefje had kunnen weten dat het niet goed met hem ging. Maar ik weet ook wel dat het niet mijn schuld is.’” 
en:
“Na de suïcide van [Y] ontstond op Instagram veel ophef over de verantwoordelijkheid van de universiteit voor de mentale gezondheid van studenten.”
en:
Het roept de vraag op: tot waar reikt de verantwoordelijkheid en de zorgplicht van de universiteit als het gaat om de mentale gezondheid van studenten?
‘Allereerst, een zelfmoord is vreselijk, een drama’, zegt UvA-bestuursvoorzitter Geert ten Dam in een Zoomgesprek. ‘Ik kan me niets ergers voorstellen dan dat. Er is contact opgenomen met studenten psychologie en met de familieleden.’ Meer in het algemeen zegt ze zich grote zorgen te maken om het welzijn van studenten, dat naar verluidt zou zijn verslechterd door de coronacrisis.”
en:
“Een extra kwetsbare groep vormen de internationale studenten: ze hebben een kleiner netwerk en kennen het Nederlandse gezondheidssysteem vaak nog niet, dus weten ze niet goed waar ze moeten aankloppen.”

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klaagster stelt, kort samengevat, het volgende. Zij vindt het artikel ongevoelig en disrespectvol; ze heeft spijt dat zij daaraan heeft meegewerkt. Het was onnodig om de naam, nationaliteit en opleiding van Y te gebruiken in de kop en daarnaast zijn seksualiteit te betrekken in de tekst. De kop is sensatiegericht, omdat het artikel helemaal niet gaat over Y maar over het bestaan van mentale gezondheidsproblemen bij internationale studenten en wat de UvA daarvoor doet. Volgens klaagster is het artikel defensief van aard. Hierdoor wordt de UvA beschermd en de verantwoordelijkheid om zelfmoord te voorkomen bij studenten gelegd. Niet wordt erkend dat de UvA erin faalt om studenten te helpen. Ook om deze reden vindt klaagster het niet wenselijk dat de naam van Y en – in mindere mate – haar eigen naam worden vermeld.
Ook wat betreft haar eigen bijdrage aan het artikel vindt klaagster dat Folia onzorgvuldig heeft gehandeld. Zij wist niet dat andere vrienden geen interview wilden geven over de zelfmoord van Y, omdat zij het nog te vroeg vonden om daar een stuk over te schrijven. Bovendien is haar niet verteld dat ook reacties van anderen, zoals die van de UvA-bestuursvoorzitter, in het artikel zouden worden verwerkt. Daarbij komt dat zij het artikel niet heeft mogen inzien voorafgaand aan de publicatie. Zij wist dat het geen ‘In Memoriam’ voor Y zou worden en dat het zou gaan over de wijze waarop de UvA omgaat met studenten met mentale gezondheidsproblemen. Wat zij echter niet wist, is dat het een ‘discussiestuk’ zou worden, waarin een eenzijdig en positief beeld van de UvA is geschetst.
Klaagster stelt verder dat haar woorden onjuist zijn weergegeven. De citaten konden uit haar woorden worden afgeleid, maar zijn nu ten onrechte direct aan haar toegeschreven.
Tot slot is klaagster ontevreden over de manier waarop Folia haar klacht heeft afgehandeld, door het artikel – ondanks de vele negatieve reacties daarop – niet te verwijderen.

Folia stelt hier, eveneens samengevat, het volgende tegenover. Aanleiding voor de publicatie waren berichten op sociale media en het opzetten van een zogeheten ‘fundraiser’, waarin klaagster en anderen aandacht vroegen voor de tragische zelfmoord van Y. Zijn persoonlijke gegevens zijn in die berichten bekend gemaakt. Het doel was die zelfmoord in perspectief te plaatsen en te beschrijven hoe de UvA studenten zou kunnen helpen met hun mentale gezondheidsproblemen. Het valt onder de persvrijheid om over de zelfmoord te schrijven in het licht van de bredere en juist ook na zijn zelfmoord op sociale media gevoerde actuele discussie over hulp aan studenten met mentale gezondheidsproblemen. Daarbij benadrukt Folia dat de redactie onpartijdig werkt en haar eigen invalshoek kiest. Naar aanleiding van de reacties op de website over de gevoeligheid van het onderwerp is het artikel aangepast en is de passage over de seksuele geaardheid van Y verwijderd.
Verder voert Folia aan dat klaagster vooraf wist dat het artikel geen ‘In Memoriam’ zou worden, maar dat het onderwerp in een bredere context zou worden behandeld. Er is geen afspraak gemaakt dat klaagster het artikel voor publicatie zou mogen inzien. Overigens is het een principieel punt dat de redactie zelf journalistieke keuzes mag maken, en zich niet hoeft te laten leiden door bronnen die naar willekeur hun medewerking kunnen geven en weer intrekken.
De citaten van klaagster staan allemaal in de aantekeningen van de betrokken redacteur. Zoals klaagster zelf al heeft erkend, kunnen die worden opgemaakt uit wat zij heeft gezegd. Aangezien zij in het Engels is geïnterviewd en het gesprek met haar in het Nederlands is weergegeven, was enige bewerking onvermijdelijk.
Folia concludeert dat zij zorgvuldig heeft gehandeld.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

De Raad stelt voorop dat journalisten vrij zijn in de selectie van wat zij publiceren. Dat brengt ook mee dat het aan de redactie is om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Dat neemt niet weg dat de journalist het belang dat met een publicatie is gediend dient af te wegen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad.

Verder geldt dat een journalist die iemand wil interviewen, diegene zodanig behoort in te lichten over de aard van de publicatie, dat de te interviewen persoon voldoende geïnformeerd kan beslissen of hij aan die publicatie wil meewerken. Citaten uit interviews mogen niet worden gebruikt in een andere context dan de geïnterviewde mocht verwachten, gelet op wat hem door de journalist werd meegedeeld. Wanneer de aard of de inhoud van de publicatie in de loop van het redactieproces zodanig wordt gewijzigd, dat niet meer wordt voldaan aan wat de geïnterviewde redelijkerwijs mocht verwachten, moet hem of haar opnieuw om toestemming voor publicatie worden gevraagd.

Niet is gebleken dat de aard en inhoud van het artikel voor klaagster voorafgaand aan het interview niet (voldoende) duidelijk waren. Zij wist naar eigen zeggen dat het artikel geen ‘In Memoriam’ zou worden en (ook) zou gaan over de wijze waarop de UvA omgaat met studenten met mentale gezondheidsproblemen. Het stond Folia vrij om in dat kader ook de reactie van de UvA-bestuursvoorzitter op te nemen. Dat klaagster niet gelukkig is met de kop en inhoud van het artikel, betekent niet dat Folia op onjuiste wijze over de kwestie heeft bericht.

Verder is niet aannemelijk geworden dat klaagster onjuist is geciteerd. Daarbij neemt de Raad in aanmerking dat een vertaalslag van het Engels naar het Nederlands nodig was en dat ook volgens klaagster de citaten uit haar woorden konden worden afgeleid.

Ten slotte is een journalist in beginsel niet verplicht om voorafgaand aan de publicatie zijn concept voor te leggen aan een betrokkene. Dat kan anders zijn als daarover afspraken zijn gemaakt. Daarvan is in dit geval niet gebleken.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Folia tegenover klaagster zorgvuldig heeft gehandeld. Daarbij komt dat Folia serieus op de klacht heeft gereageerd. Dat klaagster zich niet in de reactie kan vinden, is onvoldoende voor de conclusie dat de klachtafhandeling onzorgvuldig is geweest.

Voor zover klaagster bezwaar heeft gemaakt tegen het vermelden van persoonlijke gegevens van Y, constateert de Raad dat zij niet als rechtstreeks belanghebbende kan worden beschouwd. Het is eventueel aan de nabestaanden van Y om voor zijn belangen op te komen. De Raad zal dit klachtonderdeel dan ook niet inhoudelijk behandelen.

Relevante punten uit de Leidraad: A., B.1, B.4, C. en D.
Relevante eerdere conclusies: RvdJ 2021/11, RvdJ 2020/35, RvdJ 2020/28 en RvdJ 2020/9
Relevant artikel uit het Reglement voor de werkwijze van de Raad: 2 lid 1

CONCLUSIE

Voor zover klaagster bezwaar maakt tegen het vermelden van persoonlijke gegevens van haar medestudent, is de klacht niet inhoudelijk behandeld. Verder heeft Folia journalistiek zorgvuldig gehandeld.

Zo vastgesteld door de Raad op 16 augustus 2021 door mw. mr. J.W. Bockwinkel, voorzitter, dr. H.P. Groenhart, mw. dr. J. Luttikhold, mw. A. Pruis en F.Th.H. Ruys,  leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G.A. van de Sluis, plaatsvervangend secretaris.