2025/18 Ongegrond

prof. dr. R. de Wijk / F. Hendrickx en de hoofdredacteur van de Volkskrant

Samenvatting

F. Hendrickx en de Volkskrant hebben in het online artikel “Rob de Wijk en de geheime operatie tegen Bin Laden: ‘Waarom zouden ze er een professor uit Nederland bij betrekken?’” en de papieren versie “Inside informatie” bericht over hun onderzoek naar de beweringen van prof. dr. R. de Wijk (klager) met betrekking tot zijn kennis over onder andere de verblijfplaats van Bin Laden. Er bestond voldoende aanleiding om over klager te berichten zoals is gedaan. Hendrickx heeft binnen de mogelijkheden die hij had, de vereiste inspanningen verricht om de feiten te kunnen verifiëren. Niet is gebleken dat hij daarbij niet-integer heeft gehandeld. In het artikel zijn de gebruikte bronnen op adequate wijze weergegeven en er is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen feiten, beweringen en meningen. Dat klager om hem moverende redenen Hendrickx geen inzage heeft gegeven in zijn aantekeningen, kan de Volkskrant niet worden toegerekend. De reactie die klager heeft gegeven, is deugdelijk in het artikel verwerkt. De lezer kan derhalve de informatie op waarde schatten. De conclusie van de Volkskrant dat het verhaal van klager ‘vol ongerijmdheden’ zit, wordt voldoende ondersteund door de informatie in het artikel. Bovendien zal klager zich een ruimere mate van kritische en polemische benadering moeten laten welgevallen. De klacht is daarom ongegrond.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek

inzake de klacht van

prof. dr. R. de Wijk

 tegen

F. Hendrickx en de hoofdredacteur van de Volkskrant

De heer prof. dr. R. de Wijk te Leidschendam (klager) heeft op 12 april 2024 een klacht ingediend tegen de heer F. Hendrickx en de hoofdredacteur van de Volkskrant (hierna gezamenlijk de Volkskrant). De Volkskrant heeft op 29 mei 2024 op de klacht gereageerd. Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van partijen betrokken van 6 en 29 mei 2024 en van 28 juni 2024.

De behandeling van de zaak was aanvankelijk geagendeerd voor de zitting van 5 juli 2024. Bij aanvang van die zitting heeft klager kenbaar gemaakt dat hij niet alle door de Volkskrant ingediende stukken tot zijn beschikking had. Om klager voldoende tijd te gunnen om van die stukken kennis te nemen, heeft de Raad de verdere behandeling van de zaak opgeschort.

De zaak is uiteindelijk inhoudelijk behandeld op de zitting 11 april 2025. Klager is daar verschenen en namens de Volkskrant waren voornoemde Hendrickx, mevrouw A. Kranenberg, adjunct-hoofdredacteur, en de heer J. Baars, senior jurist DPG Media, aanwezig. Partijen hebben hun standpunten toegelicht aan de hand van notities.

DE FEITEN

Op 28 juli 2023 is een aflevering van het VPRO-radioprogramma “Het Marathoninterview” uitgezonden, waarin Tim de Wit (verder TdW) klager (verder RdW) heeft geïnterviewd. Tijdens dit interview heeft klager onder meer het volgende verteld:

RdW: “Ik ben er heel vaak geweest in Afghanistan. Ik heb heel veel gewerkt toen met special forces. Dus heel veel operaties van nabij gezien, niet natuurlijk meegedaan want ik ben geen militair. Maar wel meegedaan met discussies en ook de discussie meegedaan over Bin Laden.”
TdW: “En ik begreep, dat heb je ook eerder een keer laten vallen, maar nooit erg uit de doeken gedaan…”
RdW: “Nee, ik heb dat nooit willen vertellen.”
TdW: “Maar dat jij wist waar hij zat?”
RdW: “Jazeker, dat is ook op zich wel een bijzonder verhaal…”
TdW: “Rob de Wijk uit Nederland, geboren in Dordrecht…”
RdW: “De hoon is mij ten deel gevallen.”
TdW: “…wist waar Osama Bin Laden zat.”
RdW: “Echt, mensen zeiden van ‘die man is echt helemaal gek geworden’.”
TdW: “Ja, je krijgt een soort grootheidswaanzin gevoel erbij.”
RdW: “Dat was niet zo.”
TdW: “Want hoe wist je dat?”
RdW: “Ik was adviseur van special forces, speciale eenheden. Niet de Nederlandse, want die hebben er niet aan meegedaan, hoewel ze wel een liaison hadden. En ik was voor de zoveelste keer in Afghanistan en ik werd meegenomen naar een centrum waar alle inlichtingen bij elkaar komen. Dat werd gerund door de Amerikanen en de CIA. Dus alles wat er aan inlichtingen was, dat kwam daar bij elkaar. Daar werd een discussie over al die inlichtingen gevoerd en ik herinner me nog goed dat toen ik het gebouw binnenkwam, […] wat er toen gebeurde is: er werd een lijstje afgelopen met allemaal namen, allemaal codenamen, er stond ook Geronimo bij. Ik dacht:  het zal allemaal wel, ik luister die discussie aan en af en toe werd mij ook wat gevraagd van ‘hoe zou jij dat doen?’ en toen kwamen we bij Geronimo uit. Zij dachten dat ik wist wie Geronimo was, maar dat is de codenaam voor Bin Laden. Dus dat wist ik niet. En op een gegeven ogenblik riep iemand ‘maar de koerier van Bin Laden die heeft gezegd dat’, ik denk: shit dit gaat over Bin Laden. Dus ik heb mijn mond erover gehouden op dat moment. Ik denk: laat ik nu maar even niks zeggen, want dit is zúlke gevoelige informatie dat ik dacht: hier moet ik me niet tegenaan bemoeien. Dus ik kan heel goed mijn mond dichthouden, hoor. Dat zou je niet zeggen na drie uur gesprek. Maar, dus, ik heb toen niets gezegd en toen vroegen ze van ‘waarom zei je niks, want dit is wel belangrijk, want dit is een van de redenen waarom je hier bent.’ Ik zei ‘ja maar ik wist niet dat Geronimo Bin Laden was.’ Toen zeiden ze ‘o, wij dachten dat jou dat wel verteld was.’ Ik zeg ‘nee joh, dat is mij gewoon nooit verteld.’ Toen heb ik een hele briefing gekregen. Toen vervolgens zijn we gegaan naar een task force waar Mc Raven de baas was. Mc Raven was de admiraal, en was de grote baas van de special forces, de operationeel leider met de CIA van de hele operatie, dus voorbereid. Ik heb in kamp Alpha gezeten, in een tent, bij Bagram Airport waar de operatie was voorbereid, was trouwens ook kostelijk.”
TdW: “En hoe lang voor 2011 was dit?”
RdW: “O, dit was vlak daarvoor. Het was net bekend dat meneer al-Kuwaiti was dat volgens mij, het was nog niet zo lang bekend dat hij degene …. Ze wisten wie het was, het was eigenlijk vanaf 2002 volgens mij dat ze al wisten dat hij een relatie had met Bin Laden, maar toen werd in een klap duidelijk hoe die relatie was. En dat heeft toen ook geleid naar Abbottabad, dat dorpje in Pakistan waar..”
TdW: “Want hij zat op dat moment in het grensgebied, hè?”
RdW: “Ja, hij zat 160 km van de grens ofzo zat hij af, in tribaal gebied, dus redelijk safe. Er is ook een discussie toen geweest ook met de Pakistaanse inlichtingendienst. Uiteindelijk zijn er posten ingericht, ook door de Amerikanen. Die hebben met list en bedrog, zogenaamd door middel van een vaccinatieprogramma die ze moesten uitvoeren waar ze informatie nodig over hadden zijn ze dat pand in geweest, enzovoort, enzovoort..”
TdW: “Om te kijken of het klopt allemaal?”
RdW: “Om te kijken wat klopt en of hij daar zat, maar dat wisten ze op het moment van de aanval nog steeds niet. Maar ze wisten het voor 80% zeker. Dus dat was ook wat ik toen heb doorgekregen. Dus al die briefings gehad over hem, uitvoerig met het team gesproken, met Mc Raven in die task force, waar ook nog zo’n rendition gevangenis bij zat. Ook wel interessant, dat waren van die geheime gevangenissen. Toen, ik zat in de tent, daar overnachtte ik en ik ben daar vaker geweest hoor, naast een grote muur, dat was ook wel kostelijk, een tering herrie aan de andere kant van de muur. Dus ik kon ook niet zo goed slapen in die tent en ik wist ook niet wat er aan de gang was. En later kwam ik in Wenen met die special forces, er was eigenlijk een debriefing, nee het was niet in Wenen maar in Warchau, hadden we een debriefing en toen kwam een van die generaals naar me toe en die zei ‘Rob, je wist wel heel veel. We hebben je wel bijna alles verteld, maar niet alles’. Ik zei ‘wat heb je me niet verteld?’ ‘Nou herinner je je nog die muur met die tering herrie?’, ik zeg ‘ja, dat herinner ik me nog wel’. Hij zei ‘aan de andere kant van de muur hadden we de hele compound van Bin Laden nagebouwd en die wilden we niet laten zien.’”
TdW: “Jeetje…”
RdW: “Want stel je voor dat je op de een of andere manier foto’s zou nemen, dat kon echt niet. We wilden écht niet bekend maken dat die compound daar stond.”
[…]
TdW: “Heel groot was die groep niet, die die informatie had.”
RdW: “Ik denk dat de groep op dat moment, dat zal misschien tien, vijftien mensen zijn geweest, meer zal het niet zijn geweest.
TdW: “Ik moet erom lachten…. En Rob de Wijk…”
RdW: “Inclusief ondergetekende.”

Op 20 oktober 2023 heeft de Volkskrant online een artikel van de hand van Hendrickx gepubliceerd met de kop “Rob de Wijk en de geheime operatie tegen Bin Laden: ‘Waarom zouden ze er een professor uit Nederland bij betrekken?’”. De intro van het artikel luidt:
“Hoogleraar en onderzoeker voor de overheid Rob de Wijk houdt het al jaren vol: ik wist als een van de weinigen waar Osama bin Laden zich schuilhield. Deze zomer gaf de commentator voor het eerst meer details, maar zijn verhaal zit vol ongerijmdheden. ‘Dit doorstaat geen enkele gezond-verstandtest.’”

 Hetzelfde artikel is in de papieren versie gepubliceerd op 21 oktober 2023 en heeft als kop “Inside informatie” met daaronder dezelfde intro als in de digitale versie. Tussen de kolommen van het artikel staat de vet gedrukte tekst: “Het verhaal van De Wijk botst op cruciale punten met boeken van journalisten en de memoires van twee Navy Seals”.
In het artikel staan onder meer de volgende passages:
“De emeritus hoogleraar internationale betrekkingen hoort naar eigen zeggen al begin februari 2011 bij een reguliere briefing in Afghanistan dat de meest gezochte terroristenleider ter wereld nog leeft en dat hij zich schuilhoudt ‘ten noorden van Islamabad’.”
Meer wil hij dan niet kwijt. ‘Je bent strafbaar als je daarover iets naar buiten brengt.’”
en:
“Er valt wel iets op aan het verhaal dat De Wijk vertelt aan de VPRO: het botst op cruciale punten met twee boeken van vooraanstaande journalisten en de memoires van twee Navy Seals, de elitetroepen die betrokken waren bij de operatie genaamd Neptune Spear.
Dat begint al met De Wijks omschrijving van Bin Ladens schuilplaats. De grootste verrassing in mei 2011 is dat Bin Laden zich schuil blijkt te hebben gehouden in de stad Abbottabad, waar ook een Pakistaanse legerbasis is gevestigd. ‘Hiding in plain sight’, zoals het in 2011 wordt omschreven. De veronderstelling dat hij zich verstopte in het onherbergzame, deels autonome, tribale grensgebied is daarmee gelogenstraft. […] In een mail enkele weken later komt De Wijk met een andere verklaring; ‘Al Qaida zelf had bases in het tribale gebied, Bin Laden zat daarbuiten. Ik heb die twee door elkaar gehaald.’”
Er zijn meer ongerijmdheden. In een interview met Vrij Nederland in 2012 zegt de hoogleraar al dat hij van de verblijfplaats van Bin Laden hoorde ‘bij een briefing in het Intelligence Fusion Center in Afghanistan. […] Een woordvoerder van de Navo bevestigt het lidmaatschap van De Wijk van de inmiddels opgedoekte stuurgroep, maar kan niet achterhalen wie er nog meer lid waren. […] Ze verwijst naar de toenmalige stafchef, de gepensioneerde kolonel Stu Bradin, die mogelijk meer weet. […] Bradin wil alleen kwijt dat hij niet betrokken is geweest bij Neptune Spear. Als de Volkskrant hem vier weken later nog een keer benadert over de briefing die De Wijk zou hebben gekregen over de verblijfplaats van Bin Laden, antwoordt Bradin: ‘Dat is nog steeds geheime informatie. Ik kan geen commentaar geven.’ ”
en:
“De manier waarop De Wijk naar eigen zeggen in Afghanistan is geïnformeerd, wijkt sterk af van het beeld dat opdoemt uit de boeken van Peter Bergen (Manhunt, de jacht op Osama Bin Laden) en Mark Bowden (The Finish). Beide boeken, die zijn gebaseerd op talloze gesprekken met direct betrokkenen, beschrijven hoer er extreme geheimhouding wordt betracht als de mogelijke verblijfplaats van Bin Laden eenmaal in Pakistan is ontdekt. […] In een telefonische toelichting noemt Bergen, die een Engels transcript van het VPRO-interview met De Wijk krijgt van de Volkskrant, het ‘totaal onlogisch’ dat de Nederlander in Afghanistan eerder dan generaal Petraeus hoort over Bin Ladens verblijfplaats. ‘Dit was het meest beschermde stukje geheime informatie in decennia. Waarom zouden ze er een hoogleraar uit Nederland bij betrekken? Dit doorstaat geen enkele gezond-verstandtest.’”
Dat oordeel wint aan kracht als de Volkskrant contact zoekt met direct betrokkenen in de VS. Op basis van anonimiteit bevestigt een hooggeplaatste Amerikaanse functionaris die vanaf het begin betrokken was bij de operatie dat het onmogelijk is dat De Wijk in het Intelligence Fusion Centre (IFC) hoorde over Bin Laden. ‘Ik kan u garanderen dat in februari of maart niemand in het IFC ook maar iets wist van de operatie’, schrijft de functionaris in een mail aan de Volkskrant – waarin ook staat dat in februari alleen McRaven in Afghanistan kennis had van Bin Ladens verblijfplaats.
Dat zou betekenen dat De Wijk alleen door McRaven geïnformeerd kan zijn over de plek waar de Al Qaida-leider zich schuilhield. De Volkskrant benadert McRaven voor een reactie en stuurt hem een Engelstalig transcript van de Wijks interview. In een antwoord dat via een tussenpersoon wordt doorgestuurd naar de Volkskrant, schrijft de admiraal: ‘Ik heb nog nooit van Rob de Wijk gehoord. Wie hij ook is, hij heeft nooit direct met mij gewerkt en hij heeft zeker niet mijn team ‘geadviseerd’.’
De Wijk wil niet zeggen of hij met McRaven heeft gesproken over Bin Laden. Dat de admiraal hem niet kent, noemt De Wijk ‘goed mogelijk’. ‘Die man ontmoet zo verschrikkelijk veel mensen.’ Volgens De Wijk is het ‘totale onzin’ dat behalve McRaven niemand in Afghanistan op de hoogte was van Bin Ladens verblijfplaats. ‘Inlichtingen worden op verschillende plaatsen ingewonnen en lopen over verschillende schijven’, aldus de hoogleraar.”
en:
“Er is een ander element in het verhaal van De Wijk dat strijdig is met de andere geschiedschrijving: het gebruik van het codewoord Geronimo. Mark Bowden beschrijft hoe de term Geronimo onderdeel is van de ‘mission execution checklist’ van de Navy Seals die de operatie uitvoerden in mei 2011. […] In februari 2011, als De Wijk in Afghanistan is, is de missie nog niet uitgewerkt en zijn de Navy Seals nog niet geselecteerd, blijkt ook uit de memoires van twee betrokken Navy Seals. Geronimo was ‘a tactical level detail’ dat alleen bij de deelnemers van de missie bekend was, zegt Bergen in zijn telefonische toelichting. [..] Zelfs als Geronimo ook als codewoord voor Bin Laden werd gebruikt – ook in de memoires van een Navy Seal doet één anonieme militair dat- dan gebeurde dat pas toen de operatie in maart en april werd uitgewerkt. Dat maakt de hooggeplaatste functionaris die direct betrokken was bij de missie duidelijk in zijn mail aan de Volkskrant: ‘Ik probeer hier niet te kritisch te zijn over meneer De Wijk, maar niemand kende in februari de term Geronimo, mezelf incluis.’”
en:
“De Wijk vertelt tegen de VPRO ook nog dat hij naar verluidt op vliegbasis Bagram naast een nagebouwde compound van Bin Laden sliep waar de special forces hun missie op oefenden. […] De boeken van Bergen, Bowden en de memoires van de Navy Seals beschrijven juist hoe de operatie in maart en april wordt geoefend in de VS, De compound van Bin Laden wordt nagebouwd op geheime locaties in North Carolina en later in Nevada, niet op vliegbasis Bagram.[…]
De Wijk wil de Volkskrant niet in contact brengen met de generaal die hem in Warschau debriefte of met andere mensen die zijn verhaal -eventueel op basis van anonimiteit- kunnen bevestigen. ‘Ik ben niet gerechtigd om in details te treden en namen te geven van het SOF (Special Operation Forces, red.) waarmee ik daar was.’”
Uit geen van de boeken blijkt iets van een derde nagebouwde compound op vliegbasis Bagram. Bergen noemt die bewering ‘nonsens’.[…]
Bergens conclusie over De Wijks belangrijkste bewering dat hij als een van de weinigen wist waar Bin Laden in Pakistan zat? ‘Voor zover ik het kan beoordelen, lijkt me dat een totale fantasie.’”
In het artikel is de volgende reactie van klager opgenomen:
“Dat de Volkskrant pogingen heeft willen doen om te verifiëren wat ik in 2011 in Afghanistan heb gehoord, respecteer ik. Onderschat wordt echter de moeilijkheid hiervan. Bovendien worden feiten verhaspeld. Onderschat wordt bijvoorbeeld dat verschil zit tussen een officiële lezing en officieuze mededelingen. On the record en off the record. De gesprekken die ik heb bijgewoond waren geheim.
Verhaspeld wordt wat ik begin 2011 in Afghanistan heb gehoord met de latere operatie tegen Bin Laden die in de VS werd voorbereid en (pas) in mei 2011 plaatsvond. Dat kritisch wordt gekeken naar wat ik publiekelijk verklaar, vind ik logisch. De manier waarop hier twijfel wordt gezaaid over mijn geloofwaardigheid vind ik daarentegen ongegrond en ongepast.”

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klager stelt – kort samengevat – het volgende. Het artikel leest als een ongefundeerde aanklacht tegen hem, waarbij twee verschillende operaties door elkaar zijn gehaald. Er wordt ten onrechte gesuggereerd dat hij in februari 2011 niet op de hoogte had kunnen zijn van de verblijfplaats van Bin Laden. Tijdens een top-secret bijeenkomst in die maand, waar hij werd begeleid door kolonel Stu Bradin – de organisator van de bijeenkomst –, heeft hij gehoord waar de verblijfplaats van Bin Laden was. Hij heeft van die bijeenkomst aantekeningen gemaakt waaruit onweerlegbaar blijkt dat hij toen de verblijfplaats van Bin Laden vernam. Deze aantekeningen zijn echter nog altijd geheim, wat in het artikel ook is bevestigd door Bradin. Daarom heeft klager die aantekeningen, als bewijs voor zijn bewering dat hij wel degelijk in februari 2011 op de hoogte was van de verblijfplaats van Bin Laden, niet aan Hendrickx kunnen geven. Volgens klager heeft Hendrickx niemand gesproken die op de hoogte was van inlichtingenoperaties via de Fusion Cell in Afghanistan – laat staan iemand die bij dat overleg aanwezig was – en niets kunnen verifiëren. De enige relevante informatie die Hendrickx heeft kunnen achterhalen, was het feit dat de bewuste bijeenkomst (in februari 2011) daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Door klager in het artikel op basis daarvan weg te zetten als charlatan, toont aan dat Hendrickx vooringenomen was. Want ondanks dat door de geheimhoudingsplicht van klager wederhoor feitelijk onmogelijk was, heeft Hendrickx geconcludeerd dat klagers verhaal ‘vol ongerijmdheden’ zit en dat klager onbetrouwbaar is en een fantast.
Klager heeft Hendrickx met klem gevraagd het artikel niet te publiceren, omdat diens veronderstellingen fout zijn. Ook heeft hij Hendrickx erop gewezen dat zijn verhaal ten onrechte wordt gekoppeld aan de Operatie Neptune Spear, die uiteindelijk leidde tot de dood van Bin Laden in mei 2011. Klager heeft Hendrickx laten weten dat hij geen weet had van die operatie omdat de voorbereidingen daarvan pas op 14 maart 2011 door President Obama werden goedgekeurd. Klager benadrukt dat zijn bezoek aan Afghanistan een maand daarvóór plaatsvond. Desondanks heeft Hendrickx er bewust voor gekozen om bronnen te raadplegen en mensen te citeren over een periode die maanden later plaats had. Door deze onjuiste relatie te leggen vervaagt het onderscheid tussen feiten en meningen en wordt het stuk tendentieus. Hendrickx kan of wil niet begrijpen dat er een Chinese muur staat tussen het inwinnen en verwerken van inlichtingen en het vervolgens plannen van een operatie. Van het eerste had klager kennis (februari 2011), van de operatie (maart-mei 2011) niet.
Ten slotte vindt klager dat Hendrickx niet zorgvuldig en integer te werk is gegaan door admiraal McRaven, de leider van de latere operatie Neptune Spear, onder druk te zetten met slordig bij elkaar geharkte, niet geverifieerde informatie waardoor deze zich genoodzaakt zag om aan Bradin te laten weten dat klager “not very reputable is.”
Klager wordt dagelijks op het artikel aangesproken en ervaart de publicatie als een aantasting van zijn integriteit en goede naam.

De Volkskrant stelt daar – eveneens kort samengevat – het volgende tegenover. Klager is als emeritus hoogleraar en denktank-kopstuk een belangrijke stem in het publieke debat. Wat hij beweert, moet dan ook kritisch gevolgd worden. In dit licht heeft Hendrickx onderzocht of de uitleg die klager in het marathoninterview geeft over hoe hij de schuilplaats van Bin Laden heeft ontdekt, kan kloppen. Hij heeft daartoe klager benaderd voor bewijs, maar die heeft hem laten weten dat de aantekeningen die bewijs voor zijn uitleg kunnen vormen, geheim zijn. Klager bood verder geen andere mogelijkheid zijn stellingen te laten verifiëren. Zo toonde hij zich ook niet bereid gegevens te delen van personen die ook aanwezig waren op de bijeenkomst waar hij zou hebben gehoord waar Bin Laden zich bevond en waar de naam Geronimo zou zijn gebruikt.
Hendrickx heeft het transcript van het marathoninterview gelegd naast de bestaande, serieuze geschiedschrijving, zoals boeken en memoires, en voorgelegd aan betrokkenen en experts. Uit het onderzoek blijkt dat de feiten zoals naar voren gebracht door klager, onverenigbaar zijn met die zoals gepresenteerd door de betrouwbare bronnen die Hendrickx heeft gebruikt. De door klager gepresenteerde feiten worden door geen enkele andere serieuze bron onderschreven. Bij het onderzoek zijn zowel feiten die de stellingen van klager ondersteunen als weerleggen meegenomen. Het onderzoek voldoet daarmee aan alle daaraan gestelde zorgvuldigheidseisen. De stelling van klager dat zijn uitspraken alleen geverifieerd kunnen worden door deze te toetsen bij andere aanwezigen van de gebeurtenissen, onderschrijft de Volkskrant niet.
De Volkskrant verbindt zelf geen conclusies aan de uitkomst van het onderzoek behalve dat er ongerijmdheden in het verhaal van klager zitten. Hoe de Volkskrant tot deze conclusie is gekomen, is in het artikel helder uiteengezet door experts en betrokkenen aan het woord te laten die in het kader van het artikel zijn gevraagd om op de uitspraken en claims van klager te reageren. Dat Hendrickx Mc Raven onder druk heeft gezet, is niet juist.
Ten slotte wijst de Volkskrant erop dat wederhoor is toegepast. Klager heeft slechts in algemene termen de juistheid van de bevindingen weersproken, enkel stellende dat Hendrickx de verkeerde personen heeft gesproken en dat zijn eigen aantekeningen zijn stellingen zouden bekrachtigen, maar geheim waren. Voor de publicatie heeft klager een verklaring gestuurd die in het artikel is opgenomen. Enkele passages die in de gepubliceerde verklaring ontbreken, komen elders in het artikel terug.
De Volkskrant concludeert dat het artikel zorgvuldig tot stand is gekomen.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

 De klacht betreft in de kern dat de Volkskrant op basis van een onnauwkeurig onderzoek suggestief heeft bericht over klager, waarbij de journalist niet integer te werk is gegaan. De Raad zal zich, bij de beoordeling, tot deze kern beperken. Daarbij merkt de Raad op dat hij geen zelfstandig feitenonderzoek verricht en zich daarom niet uitlaat over de vraag of klager op de hoogte had kunnen zijn van de schuilplaats van Bin Laden in februari 2011.

De Raad stelt voorop dat het maatschappelijk en journalistiek relevant is om onderzoek te doen naar uitlatingen van vooraanstaande deskundigen die veelvuldig in de media aan het woord worden gelaten, zoals klager, en hierover te publiceren.

De Volkskrant heeft aannemelijk gemaakt dat voldoende aanleiding bestond om over klager te berichten zoals is gedaan. Niet is gebleken dat Hendrickx de feiten onvoldoende heeft onderzocht of eenzijdig heeft geput uit bronnen en daarbij niet-integer heeft gehandeld. Hij heeft binnen de mogelijkheden die hij tot zijn beschikking had, de vereiste inspanningen verricht om de feiten te kunnen verifiëren. De bronnen zijn op adequate wijze weergegeven en er is in het artikel een voldoende duidelijk onderscheid gemaakt tussen feiten, beweringen en meningen.
Klager heeft de mogelijkheid van wederhoor gekregen, zodat hij de berichtgeving heeft kunnen nuanceren. Dat klager om hem moverende redenen Hendrickx geen inzage heeft gegeven in zijn aantekeningen, waaruit zou blijken dat hij in februari 2011 gehoord heeft over de verblijfplaats van Bin Laden, kan de Volkskrant niet worden toegerekend. De reactie die klager -terzake- heeft gegeven, is deugdelijk in het artikel verwerkt.

De lezer kan derhalve de informatie op waarde schatten.

De term ‘ongerijmdheden’ heeft weliswaar een zekere negatieve connotatie, maar de conclusie van de Volkskrant dat het verhaal van klager ‘vol ongerijmdheden’ zit, wordt voldoende ondersteund door de informatie in het artikel, verschaft door de journalist geraadpleegde bronnen. Bovendien zal klager zich – gezien zijn positie en deelname aan publieke discussies over dit onderwerp – een ruimere mate van kritische en polemische benadering van zijn bijdragen en stellingen moeten laten welgevallen.

Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht ongegrond is.

Relevante punten uit de Leidraad: A., B.3 en C.
Relevante eerdere conclusies (onder meer): RvdJ 2025/3, RvdJ 2024/30, RvdJ 2023/15 en RvdJ 2021/30

CONCLUSIE

De klacht is ongegrond.

Zo vastgesteld door de Raad op 24 juni 2025 door mr. S. Djebali, voorzitter, dr. H.P. Groenhart, L.C. Hauben, drs. M.M. Klaassen en M. Thie, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. E. Hoefnagel, plaatsvervangend