2023/9 Deels gegrond / Onbevoegd

Stichting de Nieuwe Rentmeester / de hoofdredacteur van de Norger Courant

Samenvatting

De Norger Courant heeft in het artikel “Zelfs voorstellen nieuwe directeur mislukt bij De Nieuwe Rentmeester” bericht over kritiek op de werkwijze van Stichting de Nieuwe Rentmeester (klaagster). Klaagster wordt daardoor duidelijk gediskwalificeerd. Niet aannemelijk is geworden dat de Norger Courant voldoende serieuze pogingen heeft ondernomen om klaagster te bereiken voor wederhoor. Voor zover klaagster daadwerkelijk niet bereikbaar was, had de Norger Courant dat kunnen vermelden, maar dat is niet gebeurd. Voor zover de klacht betrekking heeft op het toepassen van wederhoor is deze derhalve gegrond. De Norger Courant heeft wel inhoudelijk adequaat op de klacht gereageerd, zodat de klacht gericht tegen de klachtafhandeling ongegrond is. Ten slotte is de Raad onbevoegd te oordelen over het gebruik van een foto. De Raad voor de Journalistiek doet de aanbeveling aan de Norger Courant deze conclusie ruimhartig te publiceren.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

Stichting de Nieuwe Rentmeester

tegen

de hoofdredacteur van de Norger Courant

Mevrouw mr. drs. P.W.M. Zomer, communicatieadviseur, heeft op 9 december 2022 namens Stichting de Nieuwe Rentmeester (klaagster) een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van de Norger Courant. Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie betrokken van partijen van 12 en 19 december 2022 en van 24 en 30 januari 2023.

De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 3 februari 2023. Partijen zijn daar niet verschenen.

DE FEITEN

Op 6 december 2022 verscheen in de Norger Courant een artikel met de kop “Zelfs voorstellen nieuwe directeur mislukt bij De Nieuwe Rentmeester”. De intro van het artikel luidt, met correctie van kennelijke verschrijvingen:
“Veenhuizen en De Nieuwe Rentmeester is tot nu toe geen gelukkige combinatie. Er is onder bewoners en ondernemers veel gemor vanwege het gebrek aan duidelijkheid over de koers die de stichting wil gaan varen. En nu is ook de naam van de directeur van De Nieuwe Rentmeester drie weken eerder naar buiten gekomen dan de bedoeling was.”

Het artikel bevat verder onder meer de volgende passages, waarbij kennelijke verschrijvingen zijn gecorrigeerd:
“Op de website van De Nieuwe Rentmeester: “We waren van plan om Bas Morsink als directeur van De Nieuwe Rentmeester op 21 december voor te stellen aan Veenhuizen, maar door een persbericht vanuit zijn huidige werkgever, doen we het nu alvast ook. In januari start Bas Morsink, een geboren en getogen Doarper (Denekamp) als directeur/ontwikkelmanager. Hij is op dit moment werkzaam als directeur van Sportaal in Enschede.” Al anderhalf jaar wordt gewacht op een duidelijk plan van de stichting hoe men met het ‘ensemble Veenhuizen’ om wil gaan. Een visiedocument dat bij het Rijksvastgoedbedrijf ligt en ongetwijfeld ook door andere instanties zal zijn ingezien wordt niet naar buiten gebracht en ook ligt er nog steeds geen ontwikkelplan.”
en:
“Bij een deel van de ondernemers in Veenhuizen ligt het doen en laten van De Nieuwe Rentmeester al een paar maanden onder een vergrootglas. Men vindt dat de stichting niet open en transparant opereert. Een van de hoofdlijnen van het beleid wordt volgens de ondernemers met voeten getreden en dat is dat De Nieuwe Rentmeester stelt [de samenwerking] te willen bevorderen tussen de diverse actoren op het gebied van behoud en beheer van monumenten, Nederlands erfgoed en andere architectonisch of historisch belangrijke bouwwerken of onderdelen van bouwwerken betreffende de locatie Veenhuizen in de gemeente Noordenveld en alles wat daar direct of indirect mee te maken heeft of kan hebben. Daar heb je alle partijen voor nodig.
In een brief maakten de ondernemers, verenigd in de Ondernemers Kring Veenhuizen, een tijdje geleden al bezwaar tegen de gang van zaken: “voor de zomer van 2022 zou er een concept ontwikkelplan komen. OKV alsook huurders en bewoners hebben in een nieuwsbrief gewaar moeten worden dat u de spelregels inmiddels heeft veranderd, zonder dat met alle belanghebbenden te overleggen, waardoor er van participatie inmiddels ook geen sprake meer is of kan zijn noch dat hierover afspraken waren gemaakt. Plots komt het ontwikkelplan in oktober (het woordje concept is ineens verdwenen). Wij maken ook ernstig bezwaar tegen de afzonderlijke overlegstructuren tussen u (als verbonden partij van overheden) en de verschillende lokale betrokken overheden. Zonder enige vorm van overleg en/of afgesproken participatie raakt u daarbij de belangen van […] huurders, ondernemers en bewoners.”
en:
“De Nieuwe Rentmeester heeft wel uitgangspunten benoemd, maar het gaat erom deze te concretiseren. “Het ensemble van landschap en gebouwen in Veenhuizen in ogenschouw nemend is voor het gebied een aantal relevante kernwaarden te benoemen. Deze kernwaarden zijn bepalend voor de visie op de ontwikkeling van Veenhuizen zoals door het consortium is verkend.”

Bij het artikel staat een foto van een man met het onderschrift: “Foto: website De Nieuwe Rentmeester”.

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klaagster stelt – samengevat – het volgende. Inwoners en ondernemers worden onder meer in een gratis huis-aan-huis verspreide nieuwbrief op de hoogte gehouden van werkzaamheden, plannen en activiteiten van de stichting. De nieuwsbrief waarin Morsink als nieuwe directeur zou worden voorgesteld lag al bij de vormgever toen zijn toenmalige werkgever dat nieuws in een persbericht naar buiten bracht. Daarvan waren Morsink en klaagster niet vooraf op de hoogte gesteld. Het bericht werd opgepikt door regionale media waarop klaagster besloot Dagblad van het Noorden en RTV Drenthe te benaderen, zodat ook zij het ‘nieuws’ konden brengen. Daarnaast heeft klaagster op haar website een kort artikeltje geplaatst met de aankondiging dat de nieuwe directeur zich in de nieuwsbrief zou voorstellen. Uiteraard waren de stakeholders al op de hoogte van de aanstelling van de nieuwe directeur.
Klaagster was onaangenaam verrast door het artikel met de tendentieuze intro. Zij vindt de gebezigde toon ongepast. Verder is ten onrechte de suggestie gewekt dat de geuite kritiek de mening is van de ondernemers van Veenhuizen. Daarbij komt dat geen wederhoor is toegepast. Klaagster betwist uitdrukkelijk dat zij niet bereikbaar was voor commentaar. Als zij via de reguliere contactmogelijkheden per e-mail was benaderd, dan had zij uiteraard gereageerd op een interviewverzoek of vragen. Zij heeft echter geen e-mail ontvangen. Bovendien zijn diverse personen binnen de organisatie van klaagster eenvoudig aanspreekbaar en benaderbaar.
Verder vindt klaagster dat de Norger Courant onprofessioneel en niet inhoudelijk op haar e-mails heeft gereageerd.
Tot slot acht klaagster het gebruik van de foto, die zonder toestemming van de website van klaagster is gehaald, onrechtmatig.

De Norger Courant stelt daar – eveneens samengevat – het volgende tegenover. De communicatie met klaagster verloopt moeizaam. In 2022 is de redactie afgepoeierd en de indruk bestaat dat klaagster alleen ‘bevriende’ media inlicht. Volgens de Norger Courant zit zij niet fout met haar berichtgeving, maar zit klaagster fout met haar informatieverstrekking. Bovendien is klaagster niet bereikbaar. Er is eerder aan klaagster verzocht om te reageren op de kritische brief van de Ondernemerskring Veenhuizen en later op de vraag naar de stand van zaken van het ontwikkelplan. Ondanks meerdere verzoeken daartoe, is de redactie echter nooit teruggebeld. Daarbij komt dat ten aanzien van de feitelijke mededeling dat De Nieuwe Rentmeester een nieuwe directeur krijgt, geen wederhoor behoefde te worden toegepast. Die informatie was al in andere media verschenen en stond op de website van klaagster. De overige zaken die in het artikel zijn vermeld, zijn feiten die zijn gebaseerd op contacten en bronnen in Veenhuizen en op eigen waarneming.
Tot slot erkent de Norger Courant dat de mailwisseling met klaagster netter had gekund.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

De Raad stelt vast dat klaagster door de opmerkingen over haar werkwijze duidelijk wordt gediskwalificeerd. Dit brengt mee dat de Norger Courant wederhoor bij klaagster had moeten toepassen.

Eerder heeft de Raad overwogen dat er grenzen zijn aan de inspanningen die een journalist zich moet getroosten om bij een voorgenomen publicatie in contact te komen met een beschuldigde aan wie de gelegenheid tot wederhoor moet worden geboden. Als een beschuldigde niet reageert op herhaalde en reële pogingen tot contact, komt er een moment dat die grens is bereikt. Daar komt bij dat sprake kan zijn van een zodanige actuele gebeurtenis, dat de voorgenomen publicatie niet te lang kan worden uitgesteld. Dit neemt niet weg dat naarmate de beschuldigingen in de voorgenomen publicatie in ernst of zwaarte toenemen, van een journalist kan worden gevraagd zich meer in te spannen om de beschuldigde te bereiken. Dat geldt al helemaal als de noodzaak van onmiddellijke publicatie minder lijkt te tellen.

De Norger Courant mocht niet redelijkerwijs ervan uitgaan dat klaagster stelselmatig zou weigeren op de beschuldigingen te reageren, in welk geval niet van haar kon worden verlangd dat zij klaagster nogmaals zou benaderen. De door de Norger Courant geschetste ervaringen met klaagster bieden daarvoor onvoldoende aanleiding.
Niet aannemelijk is geworden dat de Norger Courant voldoende serieuze pogingen heeft ondernomen om klaagster te bereiken. De lezingen van partijen over terugbelverzoeken lopen uiteen, maar de redactie had klaagster ook kunnen e-mailen. Uit de stukken blijkt niet dat dat laatste is gebeurd. Voor zover klaagster daadwerkelijk niet bereikbaar was, had de Norger Courant dat – zoals journalistiek gebruikelijk is – kunnen vermelden, maar dat is evenmin gebeurd. Dit onderdeel van de klacht is daarom gegrond.

In de communicatie over de afhandeling van de klacht had de toon netter gekund, zoals de Norger Courant ook heeft erkend. De Norger Courant heeft echter wel voortvarend en inhoudelijk adequaat op de bezwaren van klaagster gereageerd. Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.

Ten slotte overweegt de Raad dat hij niet de rechtmatigheid van een journalistieke gedraging beoordeelt. Een dergelijke toetsing is voorbehouden aan de rechter. Het is dan ook niet aan de Raad om te toetsen of sprake is van schending van auteursrecht. Voor zover de klacht zich richt tegen het gebruik van de foto, acht de Raad zich dan ook onbevoegd over dit onderdeel van de klacht te oordelen.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de klacht, voor zover de Raad daarover kan oordelen, deels gegrond is.

Relevante punten uit de Leidraad: A., B.3, C. en D.
Relevante eerdere conclusies: RvdJ 2022/27, RvdJ 2022/24, RvdJ 2020/1, RvdJ 2018/38, RvdJ 2007/75

CONCLUSIE

De Raad is onbevoegd te oordelen over het gebruik van een foto.

Voor zover de klacht betrekking heeft op het toepassen van wederhoor is deze gegrond. Voor zover de klacht is gericht tegen de klachtafhandeling is deze ongegrond.

De Raad doet de aanbeveling aan de Norger Courant om deze conclusie integraal of in samenvatting te publiceren.

Zo vastgesteld door de Raad op 15 maart 2023 door mr. J.J. van Eck, voorzitter, mw. M. ten Katen, S. Kuijper, mw. L.M. van de Langenberg MSc en mw. M. Stenneke, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G.A. van de Sluis, plaatsvervangend secretaris.