Samenvatting
T.
Schouten en het AD (hierna gezamenlijk: het AD) hebben in zes artikelen bericht
over de handelwijze van gemeenten bij onderzoeken naar moskeeën. Het AD heeft
in dat verband ook aandacht besteed aan de rol van bureau X (klaagster). Hierbij wordt de bewering dat klaagster in
twee met naam genoemde moskeeën in Delft undercoveronderzoek heeft uitgevoerd
onvoldoende ondersteund door de genoemde bronnen. Gezien de ernst van de
gepubliceerde beschuldigingen had het AD bovendien meer pogingen moeten
ondernemen om klaagster te bereiken voor wederhoor. Het AD heeft dan ook journalistiek
onzorgvuldig gehandeld. De Raad voor de Journalistiek doet de aanbeveling aan het
AD om deze conclusie ruimhartig te publiceren.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van
X
tegen
T. Schouten en de hoofdredacteur van het AD
De heer mr. R. Kl?ters, advocaat te Amsterdam, heeft op 10 maart 2022 namens de besloten vennootschap X (klaagster) een klacht ingediend tegen mevrouw T. Schouten en de hoofdredacteur van het AD (hierna gezamenlijk: het AD). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van het AD betrokken van 8 april 2022.
De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 22 april 2022. Namens klaagster waren de heer Y, eigenaar, mr. Kl?ters, de heer L. de Lange en de heer R. Slotboom aanwezig. Aan de zijde van het AD is Schouten verschenen, vergezeld door de heer mr. L. Tordoir, jurist DPG Media, de heer P. van den Bosch, hoofdredacteur Regio AD, en de heer A. Veldhuizen, nieuwschef. Klaagster heeft haar standpunten toegelicht aan de hand van een notitie.
DE FEITEN
Het eerste artikel
Op 28 oktober 2021 is op de website en in de papieren editie van het AD een artikel van de hand van Schouten verschenen met de kop “Minister Grapperhaus erkent fout van terrorismebestrijder in geheim Delfts moslimonderzoek”. De intro van het artikel luidt:
“Dat Delft moslims in het geheim heeft laten volgen in moskeeën, was mogelijk fout. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) had Delft kunnen waarschuwen dat de undercoveroperatie die de stad liet uitvoeren, eigenlijk illegaal was. Dat geeft demissionair-minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) toe in een brief aan de Tweede Kamer.”
Het artikel bevat verder de volgende passages:
“Delftse ambtenaren hebben in 2017 het bedrijf [X] ([afkorting]) opdracht gegeven om islamitische organisaties en moskeeën in de stad te onderzoeken. Tijdens de zogenaamde ‘krachtenveldanalyse’ deden medewerkers van de [X] alsof ze moskeebezoekers waren van de Turkse Sultan Ahmet Moskee aan de Duke Ellingtonstraat en de Marokkaanse Al-Ansaar Moskee aan de Vulcanusweg. Tegelijk luisterden de [X]-medewerkers gesprekken van nietsvermoedende Delftse moslims af. Dat is wettelijk verboden. Alleen de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst mag mensen zonder dat vooraf kenbaar te maken afluisteren of volgen.
Betalen
Delft is niet de enige gemeente die in de fout is gegaan door zo’n [X]-onderzoek uit te laten voeren. Ook Zoetermeer, Leidschendam-Voorburg en Rotterdam hebben soortgelijke analyses door het bedrijf laten doen. Dat deden de gemeenten op advies van terrorismebestrijder Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), die ook gelijk aanbood om het [X]-onderzoek te betalen. De NCTV kreeg van de meeste gemeenten de informatie die in de [X]-rapporten stond weer teruggekoppeld. Delft ontkent de stiekem opgehaalde informatie in moskeeën en bij islamitische organisaties zelf weer aan de NCTV te hebben verstrekt. Maar de kans dat de [X] de in Delft opgehaalde gegevens aan het NCTV heeft doorgegeven, bestaat wel.
Veel andere gemeenten die eenzelfde aanbod kregen van de NCTV, hebben dat juist afgeslagen omdat ze wisten dat het in strijd is met de wet. Of Delft zich er ook bewust van was dat het illegaal was om het onderzoek uit te laten voeren, is nog onduidelijk. Burgemeester Marja van Bijsterveldt komt vandaag met antwoorden op vragen die Delftse politici hebben gesteld naar aanleiding van de onthullingen over het geheime moslimonderzoek in NRC Handelsblad. Van Bijsterveldt is politiek verantwoordelijk voor de mogelijke misstap, omdat ze gaat over veiligheid in de stad.”
en:
“Undercoveronderzoek
Demissionair-minister Grapperhaus erkent in de brief die dinsdag aan Tweede Kamerleden is verstuurd dat de NCTV ook fouten heeft gemaakt door gemeenten niet goed te waarschuwen. Uit interne documenten blijkt namelijk dat ambtenaren van het NCTV in 2017 al wisten van de ‘maatschappelijke en politieke gevolgen’ die zouden kunnen kleven aan de uitvoering van zo’n undercoveronderzoek. Ook wist de NCTV dat Delft risico’s nam door de opdracht te geven aan [X]. Grapperhaus kondigt in de brief aan dat hij het ministerie van Sociale Zaken nu onderzoek gaat laten doen naar de ‘gehanteerde werkwijze’.”
Onder het online-artikel is op 4 februari 2022 het volgende naschrift geplaatst:
“[X] heeft voor de totstandkoming van dit artikel aan het AD medegedeeld dat de gemeente Delft de communicatie voor haar rekening neemt. Inmiddels heeft [X] te kennen gegeven ook zelf te willen reageren. In het kader van transparantie heeft het AD daarom een deel van de reactie van [X] in dit naschrift opgenomen.
[X] stelt geen moskeeën te betreden zonder de voorafgaande toestemming van een vrijwillig meewerkend respondent. Daarnaast stelt [X] niemand te hebben afgeluisterd en haar werknemers hebben zich niet voorgedaan als moskeebezoekers. Voor zover [X] een moskee heeft bezocht dan was dat na voorafgaande toestemming van een bevoegd persoon. Volgens [X] zijn haar onderzoeken niet in strijd met de wet- en regelgeving en is geen sprake geweest van een undercover onderzoek.”
Het tweede artikel
Op 25 november 2021 is op de website en in de papieren editie van het AD een artikel van de hand van Schouten verschenen met op de website de kop “Geheim onderzoek laat bij moslims een gapende wond achter: ‘Iedereen verdenkt elkaar’” en in de papieren editie de kop “‘Nu verdenkt iedereen elkaar in Delft’”. De intro van het artikel luidt:
“Moslims blijven zich afvragen waarom gemeenten infiltranten hebben ingehuurd om in het geheim onderzoek naar hen te doen. ,,Dit is een voedingsbodem voor polarisatie als burgemeesters niet met een goede uitleg komen.””
Het artikel bevat verder onder meer de volgende passages:
“Dat gemeentebesturen in plaatsen als Delft, Leidschendam-Voorburg, Zoetermeer, Rotterdam, Ede en Veenendaal in het geheim de islamitische gemeenschap hebben laten doorlichten, kwam voor moslims al als een mokerslag. Maar na die eerste keiharde klap eind oktober, blijft er een etterende wond achter voor leden van de voornamelijk Marokkaanse gemeenschappen. ,,We voelen ons weggezet als minderwaardige burgers”, vertelt Abdelmonim Maanaoui van Stichting Al Ansaar in Delft.
Dat het Delftse stadsbestuur in het geheim het bestuur van de stichting en haar leden heeft laten onderzoeken door onderzoeksbureau [X], zit ze nog steeds niet lekker. Het is om diezelfde reden ook al weken onrustig binnen de Marokkaanse gemeenschap in de stad. Van jong tot oud, de gemoederen lopen steeds weer hoog op in en rondom het gebedshuis aan de Vulcanusweg. Wie waren die mannen die stiekem gesprekken afluisterden? Wat hebben ze opgeschreven in het rapport? En klopt het eigenlijk wel wat er dan in staat?
Het vertrouwen in de gemeente Delft is er bij de meeste mensen nog nauwelijks
,,Iedereen verdenkt elkaar”, weet Maanaoui. ,,Het vertrouwen in de gemeente Delft is er bij de meeste mensen nog nauwelijks”, vertelt hij. ,,We hebben het gevoel dat de gemeente de zaak klein probeert te houden, maar ze zijn door [X] in te huren bewust een drempel overgegaan”, vervolgt Maanaoui. Dat het flink mis is gegaan, heeft hij pas nog in Arnhem gezien. Oud-imam Youssef Arkhouch, trof daar vorige week na een juridische strijd van 2,5 jaar nog een schikking met NCTV. ,,Hij werd door de NCTV onterecht aangemerkt als extremist en is zonder zich te kunnen verweren op een lijst gezet. De NCTV baseerde zich op informatie van [X]. Dit is een bedrijf dat gewoon snel geld heeft willen verdienen. Het zijn cowboys op de markt.”
en:
“Net als bij andere moslimgemeenschappen in onder meer Zoetermeer en Leidschendam-Voorburg, is ook het bestuur van Stichting Al Ansaar ‘puzzelstukjes aan het leggen’. ,,We zijn zelf begonnen met een intern onderzoek”, gaat Maanaoui verder. ,,We hebben sterke aanwijzingen dat [X] hier binnen is geweest in 2017.”
Handtekening
Een document dat [X]-onderzoekers per ongeluk hebben laten slingeren in het kantoortje op de tweede verdieping in het gebouw van de stichting, is één van die aanwijzingen. Maanaoui laat het papiertje, dat geheim had moeten zijn, met namen van [X]-onderzoekers en namen van ambtenaren van de gemeente Delft zien. ,,We hebben geen vertrouwen in de onderzoeksmethoden van [X].”
Het onderzoeksbureau zegt interviews af te nemen op basis van non informed consent. Wat die methode precies behelst, zegt [X] niet. Het bureau laat de gemeente Delft de woordvoering doen over het uitgevoerde onderzoek. Delft geeft ook geen duidelijkheid over de methode. Wel is de term informed consent (geïnformeerde toestemming in het Nederlands) een bekende in bijvoorbeeld het medische veld. Zo leggen artsen hun patiënten altijd de voor- en nadelen van een behandeling uit, zodat ze voordat ze daaraan beginnen goed geïnformeerd zijn. Patiënten weten dan waarop ze ja zeggen.
,,Dit is het bewijs voor ons dat de methodiek niet klopt.” Maanaoui legt het [X]-papiertje op tafel. ,,Er staan hier handtekeningen van mensen die niet eens door de onderzoeker zijn geïnterviewd. Deze ‘geïnterviewden’ hebben het blad niet gelezen en als vriendendienst een handtekening gezet voor iemand die zich voordeed als gemeenschapslid, omdat hij daar om vroeg. Dan kun je er ook niet vanuit gaan dat wat er in het rapport staat overeen komt met de werkelijkheid.”
Onder het online-artikel is op 4 februari 2022 hetzelfde naschrift geplaatst als onder het eerste artikel.
Het derde artikel
Op 28 november 2021 is op de website en in de papieren editie van het AD een artikel van de hand van Schouten verschenen met de kop “Burgemeester op de pijnbank om geheim onderzoek moslims: ‘Het zat niet meer tussen mijn oren’”. De intro van het artikel luidt:
“Het lijkt de eerste smet op haar blazoen. Delftse politici hebben burgemeester Marja van Bijsterveldt op de pijnbank gelegd vanwege een in het geheim uitgevoerde analyse naar honderden Delftenaren. Als klap op de vuurpijl gaf ze ook toe dat de uitkomsten van het onderzoek ‘per ongeluk’ naar terrorismebestrijder Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) zijn gestuurd. ,,Het was een banale mailfout.””
Het artikel bevat verder onder meer de volgende passage:
“Het stadsbestuur liet in 2017 op aanraden van de NCTV een analyse uitvoeren door onderzoeksbureau X ([afkorting]). Die organisatie houdt er met het uitvoeren van ‘participerende observaties’ een opmerkelijke onderzoekmethode op na. Zo zouden de [X]-onderzoekers zich voor hebben gedaan als moskeebezoekers, maar tegelijk andere moskeegangers hebben geobserveerd en afgeluisterd. Dat terwijl het wettelijk verboden is om mensen zonder concrete verdenkingen te volgen of af te luisteren. Alleen de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst mag dat bij hoge uitzondering doen in Nederland.”
Onder het online-artikel is op 4 februari 2022 hetzelfde naschrift geplaatst als onder het eerste artikel.
Het vierde artikel
Op 2 februari 2022 is op de website en in de papieren editie van het AD een artikel van de hand van Schouten en de heer R. van Zuijlen verschenen met de kop “Stiekem moskeegangers observeren kon absoluut niet, Zoetermeer gaat door het stof”. De intro van het artikel luidt:
“Het observeren van moskeebezoekers in Zoetermeer in 2017 kon niet door de beugel. Het stadsbestuur biedt daarom de islamitische gemeenschap in de stad excuses aan voor de gang van zaken.”
Het artikel bevat verder onder meer de volgende passage:
“Burgemeester Michel Bezuijen en de wethouders gaan diep door het stof nu de uitkomsten van een onafhankelijk onderzoek door advocatenkantoor Van der Feltz uit Den Haag bekend zijn. Dat kreeg de opdracht om uit te zoeken of Zoetermeer inderdaad in het geniep moskeeën zou hebben laten onderzoeken. In oktober vorig jaar schreef NRC Handelsblad dat bureau [X] op discutabele wijze in onder meer Zoetermeer undercoveronderzoek zou hebben gedaan naar moslimgemeenschappen. Ook in Delft en Leidschendam-Voorburg voerde [X] soortgelijke onderzoeken uit.”
Het vijfde artikel
Op 4 februari 2022 is op de website en in de papieren editie van het AD een artikel van de hand van Schouten verschenen met de kop “Delftse ‘onderzochte’ moslims voelen zich in de steek gelaten: ‘Past niet eens in een bananenrepubliek’”. De intro van het artikel luidt:
“Het was mogelijk discriminerend, illegaal en heeft enorme schade aangericht. Juristen maken gehakt van de werkwijze rondom een geheim onderzoek dat Delft en Zoetermeer in 2017 naar hun eigen inwoners hebben laten doen. ,,Dit past niet eens in een bananenrepubliek.””
Het artikel bevat verder onder meer de volgende passages:
“Het stadsbestuur van Zoetermeer ging eerder deze week door het stof toen de conclusies van een ingehuurd onafhankelijk advocatenkantoor naar buiten werden gebracht. Veldwerkers van het bureau X ([afkorting]) observeerden daar in 2017 in het geheim moslims. ‘Het had niet op deze wijze, zonder wettelijke basis én zonder medeweten van betrokkenen mogen plaatsvinden’, was de snoeiharde conclusie van het Zoetermeerse stadsbestuur. Zoetermeer kwam op aanraden van de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) uit bij [X]. De terrorismebestrijder betaalde ook voor het [X]-onderzoek.
Maar, in Delft heeft een soortgelijk onderzoek op kosten van de NCTV, met dezelfde omstreden werkwijze plaatsgevonden, concluderen de juristen die Zoetermeer inhuurde ook. Burgemeester Marja van Bijsterveldt, die over veiligheid in de stad gaat, gaf [X]-onderzoekers opdracht om Delftse moslims te observeren. De methode die [X] gebruikte is omstreden. Zo gingen twee zogenaamde veldwerkers bij moskeeën langs om te zien wat daar speelde. Ze deden zich mogelijk voor als moskeebezoekers om te zien wat er speelde zonder dat ze bij iedereen vooraf kenbaar maakten dat ze informatie verzamelden voor de gemeente.
Dat is wettelijk verboden. Alleen medewerkers van inlichtingendiensten mogen bij hoge uitzondering zonder zich vooraf kenbaar te maken in het belang van de veiligheid heimelijk onderzoek doen naar mensen.”
en:
“[X] ontkent dat de veldwerkers zonder zichzelf kenbaar te maken in moskeeën zijn geweest voor onderzoek.”
Onder het artikel is het volgende kader geplaatst:
“Reactie van onderzoeksbureau [X]
[X] heeft met belangstelling kennisgenomen van het rapport over de krachtenveldanalyse in Zoetermeer. [X] constateert dat het advocatenkantoor concludeert dat er geen aanwijzingen zijn voor ‘undercover-activiteiten’. Dit sluit aan bij de conclusies die in de andere gemeenten zijn getrokken waar krachtenveldanalyses zijn uitgevoerd en na de berichtgeving zijn onderzocht.
[X] heeft moskeeën in het geheel niet bezocht of – daar waar dit wel gebeurde – met uitdrukkelijke toestemming van een rechthebbende. Het advocatenkantoor stelt dat andere aanwezigen geobserveerd konden worden. [X] wil benadrukken dat dit niet het doel was van het bezoek en in de praktijk in het kader van het onderzoek dan ook niet is gebeurd. Het bezoek aan een moskee vond bijvoorbeeld plaats in het kader van een gesprek met respondenten die wisten wie de onderzoeker en opdrachtgever was.
Het advocatenkantoor concludeert dat er voor de gemeente Zoetermeer geen wettelijke grondslag was om in dit geval het onderzoek uit te besteden. Wij constateren dat juristen van mening verschillen als het gaat om de wettelijke grondslag voor gemeenten voor dit soort onderzoek.
[X] betreurt de onrust die is ontstaan in de islamitische gemeenschap. We hebben als [X] de afgelopen maanden veel werk verricht om de rust te laten terugkeren. We ondersteunen dan ook de inspanningen van burgemeesters, zoals in Zoetermeer, om het vertrouwen tussen de gemeente en de islamitische gemeenschap te herstellen.”
Het zesde artikel
Op 14 februari 2022 is op de website en in de papieren editie van het AD een artikel van de hand van Schouten verschenen met de kop “Gemeente Delft vraagt politici te zwijgen over geheim moslimonderzoek”. De intro van het artikel luidt:
“Delftse raadsleden is met klem gevraagd niet te praten over een bijeenkomst, komende donderdag, waar tekst en uitleg wordt gegeven over een omstreden onderzoek naar moslims in de stad. Die radiostilte is nodig omdat de veiligheid van de betrokken onderzoekers mogelijk in gevaar is.”
Het artikel bevat verder onder meer de volgende passage:
“Het onderzoek naar Delftse moslims dat in 2017 werd gedaan, beheerst de politiek al sinds oktober. Toen kwam naar buiten dat er in verschillende gemeenten moslims in hun moskeeën in het geheim zouden zijn geobserveerd. Met het onderzoek hoopten burgemeesters een beter beeld te krijgen van de islamitische gemeenschap. Ze waren ervan overtuigd dat ze alleen door een geheime operatie uit te voeren mogelijke radicalisering konden opsporen. Behalve in Delft voerden de medewerkers van [X] soortgelijke onderzoeken uit in onder meer Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer.”
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klaagster stelt – samengevat – het volgende. De artikelen bevatten tal van onwaarheden, zijn onvolledig, eenzijdig en tendentieus. Klaagster maakt met name bezwaar tegen de expliciete beschuldigingen ten aanzien van haar onderzoeken in de gemeente Delft, in welk verband twee moskeeën met naam zijn genoemd. Zij is ten onrechte en ongefundeerd ervan beschuldigd zowel in 2017-2018 als in 2019-2020 in de genoemde moskeeën ‘stiekem moslims te hebben gevolgd’ en de gesprekken ‘van nietsvermoedende moslims te hebben afgeluisterd’.
Klaagster licht toe dat zij voor haar onderzoek naar de islamitische infrastructuur in 2017-2018 geen enkele moskee in Delft heeft bezocht. Zij is dus niet in de Al Ansaar moskee geweest en heeft daarin niet geïnfiltreerd. Ook de gemeente Delft heeft deze beschuldiging met klem ontkend. Het in het tweede artikel genoemde document heeft geen betrekking op dit onderzoek en vormt dus geen bewijs voor de stelling dat klaagster in 2017-2018 undercover-onderzoek heeft verricht in de Al Ansaar moskee.
In 2019-2020 heeft klaagster in opdracht van de gemeente Delft nogmaals onderzoek gedaan. Dat onderzoek vond plaats op basis van zogeheten ‘informed consent’, dus in alle openheid en zeker niet in het geheim. Klaagster heeft de bij het onderzoek betrokken personen en organisaties geïnformeerd en verzocht om medewerking te verlenen. Het in het tweede artikel genoemde document betreft het toestemmingsformulier waaruit het ‘informed consent’ blijkt en vormt dus geen bewijs van een undercover-onderzoek waarin klaagster zou infiltreren en moskeebezoekers zou hebben geobserveerd, gevolgd, bespioneerd en afgeluisterd. Het document is ook niet op grond van misleiding ondertekend, zoals in het artikel wordt gesteld. In het kader van het onderzoek in 2019 is klaagster een keer binnen geweest in de Al Ansaar moskee. Dit gebeurde onder begeleiding van sleutelrespondenten die vooraf volledig op de hoogte waren van het doel van het bezoek. Daarbij heeft klaagster toegang verkregen tot de bestuurskamer waar de interviews plaatsvonden. Er zijn geen activiteiten bijgewoond en er is geen enkel contact met moskeebezoekers geweest, anders dan met de sleutelrespondent die is geïnterviewd. Verder wijst klaagster op een brief van het college van b&w van de gemeente Delft van 28 oktober 2021 aan de CDA-fractie, waarin staat: “In de periode 2019-2020 heeft [X] een quickscan gedaan naar het islamitische krachtenveld in de gemeente Delft. (…) Voorafgaand aan dit onderzoek zijn personen en organisaties geïnformeerd en verzocht om medewerking te verlenen.” Klaagster heeft haar rapporten op zorgvuldige en kritische wijze opgesteld. Zij heeft zich niet schuldig gemaakt aan het (doen) beïnvloeden van derden van wie zij medewerking zou verlangen. Bovendien heeft zij zich vergewist van de betrouwbaarheid van haar respondenten en de door hen verstrekte informatie.
Volgens klaagster zijn de beschuldigingen uitsluitend gebaseerd op een rapport van advocatenkantoor Van der Feltz van 24 januari 2022 en de onjuiste aanname dat klaagster overal op dezelfde manier zou werken. Het Van der Feltz-rapport is uitgebracht nadat op verzoek van de gemeente Zoetermeer onderzoek was verricht naar het daar in 2018 door klaagster uitgevoerde onderzoek. In dat rapport is duidelijk vermeld dat het onderzoek van klaagster niet was gericht op verschillende moskeeën of moskeebesturen, maar op de infrastructuur van de islamitische gemeenschap binnen de gemeente. Ook blijkt uit dit rapport dat deze nuance in de mediaberichtgeving over dit onderzoek ontbreekt. Verder is bevestigd dat het onderzoek van klaagster zich heeft beperkt tot ‘participerende observaties’ en dat geen sprake is van een undercoveroperatie. Ook was het onderzoek niet gericht op personen of het observeren daarvan. Het onderzoek in Zoetermeer betrof een zogeheten ‘non-informed’ onderzoek, dat in Delft vond plaats op basis van ‘informed consent’. Verder wijst klaagster erop dat Grapperhaus in de brief van 26 oktober 2021 geen fout heeft erkend en zich heeft onthouden van de vraag of sprake is van onrechtmatige methodieken. In de bewuste nota van de NCTV uit 2017 wordt slechts gesproken van een ‘risico’; dat met het onderzoek van klaagster risico’s bestaan op het gebied van privacybescherming en de regels rond het verwerken van persoonsgegevens, betekent nog niet dat een dergelijk onderzoek illegaal is.
De beschuldigingen die eerst expliciet zijn gedaan ten aanzien van de moskee in Delft, zijn ten onrechte uitgebreid tot moskeeën in Zoetermeer, Leidschendam-Voorburg en Rotterdam. Ook in die gemeenten heeft klaagster geen undercover-onderzoeken uitgevoerd in moskeeën.
Het onjuiste, tendentieuze beeld over klaagster is versterkt doordat het AD kritiekloos stellingen van Maanaoui heeft overgenomen. Maanaoui staat in conflict met klaagster en heeft vanuit zijn positie een duidelijk belang, te weten: voorkomen dat de Delftse moslimgemeenschap zich richt tegen de anonieme respondenten uit zijn eigen organisatie en zich in plaats daarvan richt tegen de gemeente Delft en de onderzoekers van klaagster, die zich van ongeoorloofde onderzoeksmethoden zouden bedienen. Gelet op deze evident gekleurde positie van Maanaoui had het AD meer zorgvuldigheid aan de dag moeten leggen bij het publiceren van zijn uitlatingen. Zijn beweringen dat onderzoekers ‘per ongeluk een document hebben laten slingeren’ dat ‘geheim had moeten zijn’ zijn onjuist en tendentieus. Bovendien zet Maanaoui de onderzoekers van klaagster weg als ‘cowboys’ die snel geld willen verdienen.
Volgens klaagster is zij evident gediskwalificeerd zonder dat op deugdelijke wijze wederhoor is toegepast. Zij is voorafgaand aan het eerste artikel per mail benaderd met algemene vragen over de in de gemeente Delft gehanteerde onderzoeksmethode. Daarop heeft klaagster diezelfde dag laten weten dat de gemeente Delft daarover de communicatie voert. Klaagster is echter niet uitgenodigd om te reageren op de specifieke aantijgingen die zijn gepubliceerd. Het had op de weg van het AD gelegen om op zijn minst de resultaten van het journalistieke onderzoek aan klaagster voor te leggen, zodat zij zelf had kunnen beslissen of er toch aanleiding was te reageren. Hetzelfde bezwaar geldt voor de daarop volgende publicaties en met name voor het tweede artikel, dat een eenzijdig verhaal van Maanaoui bevat over (de inhoud van) het onderzoek van klaagster.
Klaagster concludeert dat het AD onzorgvuldig heeft gehandeld.
Het AD stelt hier – eveneens samengevat – het volgende tegenover. NRC heeft in oktober 2021 twee artikelen gepubliceerd over de onderzoeken van klaagster voor diverse gemeenten en de onderzoeksmethoden die klaagster daarbij hanteert. Naar aanleiding daarvan is Schouten een onderzoek gestart naar de werkwijze van klaagster in met name Delft. In de berichtgeving ligt de focus dan ook op de onderzoeken en de onderzoeksmethode in de gemeente Delft in 2017 en 2020.
Het beschikbare feitenmateriaal biedt voldoende steun om te mogen aannemen dat klaagster in 2017 – in lijn met haar onderzoek in Zoetermeer – medewerkers ‘als ware zij moskeebezoekers’ onderzoek heeft laten doen in de Al Ansaar moskee in Delft. Klaagster heeft krachtenveldanalyses uitgevoerd voor meerdere gemeenten en heeft daarbij steeds dezelfde onderzoeksmethode gebruikt. Dat blijkt onder andere uit de diverse offertes die het AD in handen heeft, waarin is opgenomen dat klaagster ook ‘veldwerk’ verricht. Schouten heeft verder inzicht gekregen in de door klaagster – niet geopenbaarde – uitgevoerde krachtenveldanalyse in een niet bij naam te noemen gemeente. Daaruit volgt dat klaagster zichzelf toegang heeft verschaft tot de moskee in die gemeente door middel van het rekruteren van moskeegangers of leden uit de eigen gemeenschap. Verder verwijst het AD naar het rapport van advocatenkantoor Van der Feltz. Daaruit blijkt dat de onderzoeksmethode van klaagster in 2017 onder meer bestond uit zogeheten ‘participerende observaties’, waarbij onderzoekers onder meer deelnemen aan reguliere bijeenkomsten en zo verdere contacten leggen. Blijkens het rapport houdt deze onderzoeksmethode volgens een aantal betrokkenen in dat vooraf niet kenbaar wordt gemaakt dat onderzoek wordt uitgevoerd. Verder volgt uit het rapport dat de gemeente Zoetermeer en de gemeente Delft na gezamenlijk overleg met de NCTV aan klaagster opdracht hebben gegeven voor eenzelfde onderzoek. Ook volgt uit een e-mail van de gemeente Delft van 18 oktober 2021 dat klaagster opdracht heeft gekregen om een krachtenveldanalyse te maken naar islamitische gemeenschappen door middel van veldwerk op basis van ‘non-informed consent’, waarbij het onderzoek niet vooraf bekend wordt gemaakt.
Hoewel de advocaten van der Feltz in het rapport niet kunnen vaststellen dat sprake is geweest van ‘undercover-activiteiten’ staat het het AD vrij om de werkwijze van klaagster als zodanig te kwalificeren. Het is journalistiek niet ontoelaatbaar dat zij deze term gebruikt zonder dat in straf- en/of civielrechtelijke zin is vastgesteld dat sprake is van een ‘undercoveractie’. Voor de gemiddelde lezer zal de werkwijze van klaagster, waarbij derden (toch) worden geobserveerd zonder dat hen dit duidelijk is, kwalificeren als een ‘undercoveractie’. Verder meldt het AD in de artikelen niet dat klaagster haar medewerkers ‘als ware zij moskeebezoekers’ in 2019/2020 undercover onderzoek heeft laten doen in de Al Ansaar moskee in Delft.
Ook bestaat voldoende steun in de feiten voor de stelling dat de krachtenveldanalyse van klaagster betrekking heeft op honderden Delftenaren. Doel van het onderzoek was om een regionaal beeld te krijgen van de islamitische infrastructuur waarbij netwerkanalyses zouden worden verricht op het niveau van organisaties en locaties, niet op niveau van personen.
Verder volgt uit het Van der Feltz-rapport en uit de aandacht die Grapperhaus heeft besteed aan de rechtmatigheid van de onderzoeken, dat er voldoende steun in de feiten bestaat om te concluderen dat klaagster zich in de diverse steden (waar telkens op dezelfde wijze onderzoek is verricht) schuldig heeft gemaakt aan illegaal onderzoek. Daarnaast verwijst het AD naar een verklaring van Maanaoui van 8 april 2022, die de berichtgeving ondersteunt.
Ten aanzien van de gepubliceerde uitlatingen van Maanaoui voert het AD verder het volgende aan. Diens beschuldigingen zijn niet tot die van het AD gemaakt. Daarbij komt dat de beschuldiging van Maanaoui over de onderzoeksmethoden van X niet op zichzelf staat. Het AD heeft notulen van een bestuursvergadering van de Al Ansaar moskee ingezien, waarin een verklaring van een moskeeganger is opgenomen die de uitspraak van Maanaoui bevestigt. Verder hebben in meerdere gemeenten raadsleden vragen gesteld over de gehanteerde onderzoeksmethoden. De specifieke beschuldiging van Maanaoui daarover is dus niet zonder nader onderzoek van het AD gepubliceerd.
Ten slotte meent het AD dat op juiste wijze wederhoor is toegepast. Het AD heeft klaagster voorafgaand aan het eerste artikel benaderd voor een reactie, maar toen heeft klaagster het AD doorverwezen naar de gemeente Delft. Indien klaagster daadwerkelijk wederhoor had willen geven, dan had het op haar weg gelegen om spoedig na publicatie van het eerste artikel contact op te nemen met de redactie, maar dat heeft zij niet gedaan. Pas op 27 januari 2022, twee maanden na publicatie van het derde artikel, volgt uit het niets een sommatie van klaagster aan het adres van het AD waarin zij onder meer stelt dat geen wederhoor is gepleegd. Toen heeft het AD een naschrift opgenomen onder de eerste drie artikelen. Op de zitting licht het AD nog toe dat is gekozen voor een naschrift en niet voor een apart artikel, omdat het wederhoor op die artikelen betrekking heeft.
Het AD meent dat in eerste instantie journalistiek zorgvuldig is gehandeld dan wel dat een eventuele onzorgvuldigheid is hersteld met de toevoeging van het naschrift van 4 februari 2022.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
De Raad stelt vast dat in de berichtgeving de focus ligt op de onderzoeken van klaagster en de daarbij gehanteerde onderzoeksmethode in de gemeente Delft.
Blijkens het klaagschrift en de toelichting op de zitting richt de kern van de klacht zich op de berichtgeving over vermeende bezoeken van klaagster in de twee met naam genoemde moskeeën in Delft. Volgens klaagster bevat die berichtgeving feitelijke onjuistheden en ongefundeerde specifieke beschuldigingen aan haar adres. Daarbij zijn de uitlatingen van een met klaagster in conflict zijnde bron kritiekloos overgenomen en is onvoldoende wederhoor toegepast.
De Raad zal zich tot deze kern beperken, waarbij hij de klacht zal bezien in de context van de gehele berichtgeving als opgesomd onder ‘De Feiten’ en de berichtgeving in onderlinge samenhang zal beoordelen.
Media hebben een belangrijke taak om misstanden in de samenleving aan de kaak te stellen. Het is dan ook maatschappelijk relevant en journalistiek geboden om – zoals het AD heeft gedaan – met een kritisch oog te kijken naar de handelwijze van de gemeente Delft bij onderzoeken naar moskeeën en in dat verband ook aandacht te besteden aan de rol van klaagster.
Daarbij zijn de journalist en zijn redactie vrij in de selectie van nieuws. Het is aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Dit neemt niet weg dat de journalist het belang dat met een publicatie is gediend dient af te wegen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad.
De berichtgeving bevat specifieke beweringen over de onderzoeken van klaagster, te weten: dat medewerkers van klaagster deden alsof ze moskeebezoekers waren van de Sultan Ahmet Moskee en Al-Ansaar Moskee in Delft, dat haar onderzoekers in het geheim moslims hebben gevolgd in (naar de Raad begrijpt) die moskeeën en nietsvermoedende moskeebezoekers afluisterden, en dat dit illegaal is.
Dat klaagster in de twee genoemde moskeeën undercoveronderzoek heeft uitgevoerd blijkt echter onvoldoende uit de door het AD genoemde bronnen. Uit de diverse offertes valt niet op te maken dat klaagster in deze moskeeën undercoveronderzoeken heeft uitgevoerd. Dit volgt evenmin uit de brief van Grapperhaus, het rapport van advocatenkantoor Van der Feltz (dat gaat over Zoetermeer) en de e-mail van de gemeente Delft van 18 oktober 2021. Ook met de enkele verklaring van Maanaoui van 8 april 2022 zijn de beweringen niet alsnog deugdelijk toegelicht.
Verder heeft Maanaoui zich negatief en tendentieus over klaagster uitgelaten, door te beweren dat medewerkers “per ongeluk [een document] hebben laten slingeren” dat “geheim had moeten zijn” en dat dit voor hem bewijst dat de methodiek van klaagster niet klopt; klaagster aan te duiden als een bedrijf “dat gewoon snel geld heeft willen verdienen” en haar onderzoekers als “cowboys op de markt”. Daarbij heeft hij gesuggereerd dat onderzoekers van klaagster in 2017 wel degelijk in de moskee zijn geweest.
Klaagster wordt duidelijk gediskwalificeerd door de publicaties en de daarin door Maanaoui geuite beschuldigingen. Dit brengt mee dat het AD wederhoor bij klaagster had moeten toepassen.
Vaststaat dat het AD voorafgaand aan het eerste artikel klaagster heeft benaderd voor wederhoor. Hierbij is het volgende aan klaagster voorgelegd:
“Graag zou ik van jullie horen of er door [X] een onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Delft. In navolging van de berichtgeving via NRC laat Delft weten dat er niet op dezelfde manier onderzoek is gedaan als in onder meer Rotterdam, Ede, Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer. Kunnen jullie aangeven of dat klopt? Of het inderdaad om een andere onderzoeksmethode zou gaan?”
Klaagster heeft de journalist voor de beantwoording van de vragen doorverwezen naar de gemeente Delft en heeft verder gewezen op de informatie op haar website.
De vraag is of het AD vervolgens kon volstaan met dit eerste verzoek om wederhoor en ervan mocht uitgaan dat klaagster niet bereid was (verder) commentaar te geven.
Eerder heeft de Raad overwogen dat er grenzen zijn aan de inspanningen die een journalist zich moet getroosten om bij een voorgenomen publicatie in contact te komen met een beschuldigde aan wie de gelegenheid tot wederhoor moet worden geboden. Als een beschuldigde niet reageert op herhaalde en reële pogingen tot contact, komt er een moment dat die grens is bereikt. Daar komt bij dat sprake kan zijn van een zodanige actuele gebeurtenis, dat de voorgenomen publicatie niet te lang kan worden uitgesteld. Dit neemt niet weg dat naarmate de geuite beschuldigingen in de voorgenomen publicatie in ernst of belastering toenemen, van een journalist kan worden gevraagd zich meer in te spannen om de beschuldigde te bereiken. Dat geldt helemaal als de noodzaak van onmiddellijke publicatie minder lijkt te tellen.
Gezien de ernst van de gepubliceerde beschuldigingen kan niet worden geconcludeerd dat het AD aan de verplichting tot toepassing van wederhoor heeft voldaan door te volstaan met de vragen die voorafgaand aan het eerste artikel aan klaagster zijn voorgelegd. Daarbij zijn immers de specifieke aantijgingen aan het adres van klaagster, te weten: de concrete beschuldigingen over de vermeende bezoeken aan de twee met naam genoemde moskeeën en de uitlatingen van Maanaoui, niet aan haar voorgelegd.
In de gegeven omstandigheden had het AD meer pogingen moeten ondernemen om een inhoudelijke reactie van klaagster te verkrijgen op de specifieke aantijgingen. Het naschrift dat ruim drie maanden later onder de eerste drie artikelen is geplaatst, heeft de nadelen die klaagster van de berichtgeving heeft ondervonden, onvoldoende kunnen herstellen.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat T. Schouten en het AD journalistiek onzorgvuldig hebben gehandeld.
Relevante punten uit de Leidraad: A, B.3, en C.
Relevante eerdere conclusies: RvdJ 2022/12, RvdJ 2021/50, RvdJ 2018/43 en RvdJ 2014/39
CONCLUSIE
T. Schouten en het AD hebben journalistiek onzorgvuldig gehandeld.
De Raad doet de aanbeveling aan het AD om deze conclusie integraal of in samenvatting te publiceren.
Zo vastgesteld door de Raad op 8 juli 2022 door mw. mr. J.W. Bockwinkel, voorzitter, L.C. Hauben, mw. dr. J. Luttikhold, mw. drs. S.S. Sitalsing en mw. M. Stenneke, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G. Kamminga, plaatsvervangend secretaris.
Publicatie online en in print in diverse edities van het AD d.d. 24 juli 2022
