2025/36 Ongegrond

X / T. Koopen en de hoofdredacteur van het Noordhollands Dagblad

Samenvatting

T. Koopen en het Noordhollands Dagblad (hierna gezamenlijk: Noordhollands Dagblad) hebben zowel online als in de papieren editie aandacht besteed aan (vermeende) buurtterreur, waarin klager en zijn familie een rol zouden spelen. Voor het Noordhollands Dagblad bestond voldoende aanleiding om over de kwestie te berichten, zoals is gedaan. Van het doelbewust zwart maken van klager en zijn familie, die niet met naam in het artikel zijn genoemd, is niet gebleken. Verder heeft Koopen wederhoor willen toepassen bij klager, die haar heeft doorverwezen naar zijn advocaat. Diens reactie is uitgebreid weergegeven in het artikel. Er bestaat geen aanleiding voor de conclusie dat eenzijdig en niet-waarheidsgetrouw over de kwestie is bericht. De klacht is ongegrond.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

X

tegen

T. Koopen en de hoofdredacteur van het Noordhollands Dagblad

De heer X (klager) heeft op 27 maart 2025 een klacht ingediend tegen mevrouw T. Koopen en de hoofdredacteur van het Noordhollands Dagblad (hierna gezamenlijk: Noordhollands Dagblad).

Omdat klager in zijn klacht niet heeft uitgesloten tevens juridische procedure stappen te nemen, hebben een van de vice-voorzitters en de secretaris van de Raad in een conclusie van 6 juni 2025 (VS 2025/9, niet gepubliceerd) beslist dat klager evident niet-ontvankelijk is in zijn klacht.

Klager heeft op 12 juni 2025 beroep aangetekend tegen de hiervoor bedoelde conclusie. In vervolgcorrespondentie met de secretaris van de Raad heeft hij desgevraagd expliciet laten weten dat hij toch afziet van juridische maatregelen.

De Raad heeft op 21 augustus 2025 geoordeeld dat het beroep van klager gegrond is. Hij heeft daartoe het volgende overwogen:
“Zoals de Raad heeft overwogen in zijn conclusie RvdJ 2025/13 beoogt artikel 2 lid 2 van het Reglement niet om klagers uit te sluiten die na het dreigen met of aankondigen van juridische procedures, daarvan terugkomen en (alsnog) uitdrukkelijk en zonder voorbehoud kiezen voor een gang naar de Raad met uitsluiting van verdere juridische stappen. Een andere uitleg zou een onnodige drempel opwerpen voor de klachtprocedure van de Raad.”

Vervolgens is de klacht alsnog volgens de normale procedure in behandeling genomen.

Op 16 september 2025 heeft de heer J. ’t Hart, destijds adjunct-hoofdredacteur, op de klacht gereageerd. Bij de beoordeling van de klacht is verder nog correspondentie van klager betrokken van 21 oktober 2025.

De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 31 oktober 2025. Klager is daar verschenen. Namens het Noordhollands Dagblad waren mevrouw Koopen en de heer ’t Hart aanwezig, die hun standpunt hebben toegelicht aan de hand van een notitie.

DE FEITEN

Op 22 november 2024 is op de website van het Noordhollands Dagblad een artikel van de hand van Koopen geplaatst met de kop “Voor Inge en Romano is de grens bereikt nu zoon Noah (11) op weg naar voetbal werd klemgereden. Wie stopt de buurtterreur in de […]straat in [plaatsnaam]?”. Een dag later is een gelijkluidend artikel verschenen in de papieren versie van het Noordhollands Dagblad onder de kop “Wie stopt de buurtterreur in de […]straat?”. Klager en zijn familie zijn bij de (vermeende) buurtterreur betrokken. Het artikel bevat onder meer de volgende passages:
“[…] Het lijkt het vooralsnog trieste hoogtepunt van een langslepend conflict in de […]straat en omgeving, door betrokken buurtbewoners inmiddels aangeduid als pure buurtterreur. Volgens meerdere buurtbewoners is sprake van een buurtbewoner met volwassen kinderen, die zelf ook weer kinderen hebben. Zij lijken zich te ergeren aan spelende kinderen, wat uitmondt in bedreiging, intimidatie, uitlokking, vernedering maar ook racisme.”
en:
“Dat gevoel heeft Marcel Schooneman ook. De dochter van zijn Surinaamse vriendin, die in het weekend bij hem woont, werd volgens hem geslagen door de zoon van de buurtbewoonster. Hij ging verhaal halen. ,,Ik wilde ze erop aanspreken, maar de deur bleef dicht. Toen ging die ineens open en werd ik in elkaar geslagen.”
Hij zat, net als de andere betrokkene, een nacht vast. Over en weer werd aangifte gedaan, maar voor de rechtbank werd hij vrijgesproken. ,,Het is gewoon heel lastig om ze aan te spreken, ze hebben hun eigen waarheid en ze zorgen er wel voor dat ze net op de grens blijven.”
Joe Jay de Haas ziet het anders. Hij is de advocaat van de buurtbewoners die worden gezien als de bron van het kwaad. Voor dit artikel is telefonisch contact gezocht met de beschuldigde familie via de zoon. Hij verwijst door naar advocaat De Haas, die optreedt als de woordvoerder van de familie. De advocaat erkent dat over en weer sprake is van incidenten. ,,Waar twee vechten hebben twee schuld, maar mijn cliënt woont al jaren in die straat en het lijkt erop dat, sinds er twee gezinnen zijn komen wonen, de bonje is ontstaan. Kinderen die niet tot de orde worden geroepen, stenen gooien naar het huis van mijn cliënt, doen wat ze willen.
Hij wijst op eerdere gebiedsverboden voor deze gezinnen rond de woning van zijn cliënte. Ook heeft hij het incident met de auto nagetrokken. Inge zegt dat ze met eigen ogen heeft gezien dat de zoon in de auto stapte met zijn zus, maar de advocaat heeft het anders begrepen. ,,Mijn client was aan het werk op het moment van de klemrijding op 16 november. Hij kan dit zonodig onderbouwen met getuigen. Hij is al eerder van een dergelijk incident beschuldigd en werd ook genoemd bij een incident bij school. In die gevallen konden wij toen ook aantonen dat hij helemaal niet in [plaatsnaam] was.
Hij is op de hoogte van het incident, waarbij een buurman verhaal kwam halen. ,,Het lijkt een samenspel, erop gericht om mijn client de buurt uit te pesten. Daarom wordt steeds aangifte gedaan, wellicht deels uit frustratie. Ik besef dat mijn cliënten een kort lontje hebben, maar de frustratie zit bij hen heel diep, omdat ze het idee hebben dat klachten voor waar worden aangenomen door de politie en dat totaal niet naar hen wordt geluisterd.”

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klager stelt – kort samengevat – het volgende. In het artikel worden hij en zijn familie doelbewust zwart gemaakt zonder onderbouwing of bewijsmateriaal. Het stuk is eenzijdig en niet-waarheidsgetrouw. Bovendien heeft er geen wederhoor plaatsgevonden, hoewel dit was beloofd door Koopen. Als gevolg van de publicatie heeft klager reputatieschade opgelopen.
Op de zitting voegt klager hieraan toe dat hij geen toestemming heeft gegeven voor publicatie. Verder merkt hij op dat een paar zaken niet zijn vermeld, zoals dat in het conflict met Schooneman sprake was van zelfverdediging. Desgevraagd laat klager weten dat hij het wel eens is met de weergegeven reactie van zijn advocaat.

Het Noordhollands Dagblad stelt daar – eveneens samengevat – het volgende tegenover. Van het doelbewust zwart maken van klager en zijn familie is geen sprake. Eerder is een paginagroot interview met klager geplaatst over zijn werk als hovenier voor de gemeente Hoorn, met niets dan lof.
In het gewraakte artikel is een verhaal gemaakt over een buurtconflict waarbij klager en zijn familie zijn betrokken. Naar aanleiding van een oproep op Facebook, waarin een buurtbewoonster op zoek was naar getuigen van een specifiek voorval, heeft Koopen grondig onderzoek verricht. Zoals uit het artikel blijkt, heeft zij alle betrokken partijen gesproken – waaronder ook de woningcorporatie, politie en justitie, en de gemeente – en diverse relevante documenten ingezien. Koopen heeft klager herhaaldelijk gelegenheid tot wederhoor geboden, maar dat heeft hij afgeslagen. Daarom heeft zij de uitgebreide reactie van de advocaat van klager in het artikel verwerkt. Met de advocaat is ook afgesproken om de familienaam van klager niet te vermelden.
Het Noordhollands Dagblad wijst er verder op dat in het artikel uitgebreid wordt ingegaan op de feiten en concludeert dat is voldaan aan de vereisten voor zorgvuldige journalistiek.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

De Raad stelt voorop dat de journalist vrij is in de selectie van nieuws. Hij hoeft geen toestemming voor of instemming met een publicatie te hebben van degene over wie hij publiceert. Dit brengt ook mee dat het aan de redactie is om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Dit neemt niet weg dat de journalist het belang dat met een publicatie is gediend dient af te wegen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad.

Het Noordhollands Dagblad heeft aannemelijk gemaakt dat Koopen deugdelijk onderzoek heeft verricht en dat voldoende aanleiding bestond om over de kwestie te berichten zoals is gedaan. Niet is gebleken dat Koopen vooringenomen is geweest of klager heeft willen zwartmaken. Daarbij neemt de Raad mede in aanmerking dat de (familie)naam van klager niet in het artikel is vermeld. Bovendien is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen feiten, beweringen en meningen.

Verder staat niet ter discussie dat Koopen wederhoor bij klager heeft willen toepassen en dat klager haar daarvoor naar zijn advocaat heeft verwezen. In het artikel is de reactie van klagers advocaat uitgebreid weergegeven en klager heeft op de zitting laten weten het met de weergave van die reactie eens te zijn. Er bestaat geen aanleiding voor de conclusie dat eenzijdig of niet-waarheidsgetrouw over de kwestie is bericht. Dat klager graag had gezien dat meer aandacht was besteed aan zijn kant van het verhaal, maakt dit – mede gelet op de hiervoor beschreven vrijheid van selectie – niet anders.

Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht ongegrond is.

Relevante punten uit de Leidraad: A., B.3 en C.
Relevante eerdere conclusies (onder meer): RvdJ 2025/3 en RvdJ 2021/45

CONCLUSIE

De klacht is ongegrond.

Zo vastgesteld door de Raad op 22 december 2025 door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. drs. W.L. Boersema, drs. R. Duiven, drs. E.M.H. Lemaier en E.M.E. de Kort, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris.