Samenvatting
S. Rood en het Eindhovens Dagblad (hierna gezamenlijk: het ED) hebben in de artikelen “’Buren maken elkaar én gemeente het leven zuur’” (print versie) en “Burgemeester Nuenen klaar met burenruzies en bezwaarprocedures, ‘ambtenaren werken zich compleet de tandjes’” (online versie) aandacht besteed aan bestuursrechtelijke procedures waarbij de heren H.R.R.E. Jager en R. Kuijpers (klagers) zijn betrokken. Klagers zijn voor een breder publiek herleidbaar en worden in het artikel gediskwalificeerd. Dit brengt mee dat wederhoor had moeten worden toegepast en dat is ten onrechte nagelaten. De klacht is daarom gegrond. De Raad doet de aanbeveling aan het ED om deze conclusie ruimhartig te publiceren.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klachten van
H.R.R.E. Jager en R. Kuijpers
tegen
S. Rood en de hoofdredacteur van het Eindhovens Dagblad
De heren H.R.R.E. Jager en R. Kuijpers (hierna gezamenlijk: klagers) hebben afzonderlijk op 21 juni 2025 vergelijkbare klachten ingediend tegen de heer S. Rood en de hoofdredacteur van het Eindhovens Dagblad (hierna gezamenlijk: het ED). Vervolgens hebben klagers – na een verzoek van de secretaris – op 9 juli 2025 hun klachten ingekort ingediend. Het ED heeft op 16 juli 2025 op beide klachten gereageerd.
De klachten zijn gezamenlijk behandeld op de zitting van de Raad van 29 augustus 2025. Jager was daar mede als vertegenwoordiger van Kuijpers aanwezig en heeft de standpunten van klagers toegelicht aan de hand van een notitie. Aan de zijde van het ED zijn Rood, de heer J. Roes (hoofdredacteur) en mevrouw S. Boots (senior jurist DPG Media) verschenen.
Een van de leden van de Raad was verhinderd. Partijen hebben desgevraagd gezegd geen bezwaar te hebben tegen behandeling van de zaken door de voorzitter en de overige drie leden.
DE FEITEN
Op 28 mei 2025 is in de papieren editie van het ED een artikel van de hand van Rood gepubliceerd met de kop “’Buren maken elkaar én gemeente het leven zuur’”. De intro van het artikel luidt:
“In Nuenen houden enkele inwoners veel ambtenaren aan het werk omdat die voortdurend klachten, bezwaren en andere verzoeken indienen. Burgemeester Madeleine van Toorenburg wil de tijd liever besteden aan andere inwoners.”
Het artikel bevat verder onder meer de volgende passages:
“„Nuenen is niet uniek”, zei ze [burgemeester Van Toorenburg, RvdJ] tegen de gemeenteraad. „Maar er is een aantal inwoners dat een behoorlijke last vormt op de post bezwaar en beroep. Onze ambtenaren op die afdeling werken zich compleet de tandjes.”
Volgens de burgemeester komt dat niet doordat de gemeente belabberd omspringt met vergunningen. „Het is buitengewoon moeilijk om buiten procedures te blijven die inwoners tegen elkaar voeren, maar af en toe worden we erin meegezogen.”
Voor de buitenstaander mag dit cryptisch klinken, maar wie Nuenen een beetje kent, hoort: mensen, vooral in de wijk Eeneind, hou op met elkaar én de gemeente het leven zuur te maken. Dat scheelt tijd en energie aan burenruzies en duurbetaalde uren van ambtenaren.
Concrete voorbeelden noemde de burgemeester van Nuenen niet, maar het is geen geheim dat een handvol inwoners van Eeneind al jaren verwikkeld is in bezwaarprocedures en zelfs rechtszaken tegen elkaar en de gemeente.
Daarbij gaat het voor diezelfde buitenstaander om onbeduidende zaken. Iemand is boos dat zijn buurman een hek heeft op zijn perceel, al is dat nooit dicht en kan de bezwaarmaker altijd met zijn auto de straat uit. Een ander hekelt dat voor speeltoestellen veiligheidscertificaten ontbreken, al gaat amper iets mis.
(…)
Iedereen heeft het volste recht om te procederen en informatieverzoeken in te dienen, voegde burgemeester Van Toorenburg toe aan haar hartenkreet. „Maar soms is het wel jammer dat zoveel middelen daarheen gaan, die kunnen ook elders worden besteed.”
Dat geld kan ook naar een speeltuintje, suggereerde de ontstemde burgemeester. „Dat heb ik liever dan honderd keer hetzelfde beroep en bezwaar en beklag, maar het is niet anders. De samenleving juridiseert en daarin moeten we helaas mee.””
en:
“Wat denken die procederende burgers zelf? Wie met ze spreekt, hoort een diepe overtuiging dat volop misstanden leven in de lokale samenleving. Zij noemen de gemeente Nuenen ‘door en door verrot’ of ‘corrupt’ en zeggen ‘te strijden tegen onrecht’.”
Een nagenoeg gelijkluidend artikel is dezelfde dag onder de kop “Burgemeester Nuenen klaar met burenruzies en bezwaarprocedures, ‘ambtenaren werken zich compleet de tandjes’” gepubliceerd op de website van het ED.
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klagers, twee van de bedoelde kritische bewoners, stellen – samengevat – het volgende. Zij zijn herkenbaar neergezet als ruziemakers en overlastgevers, die de gemeente, wijkraad en buren ‘het leven zuur maken’. Vanwege de ernstige aantijgingen aan hun adres had wederhoor moeten worden toegepast en dat is niet gebeurd. In het artikel wordt gesuggereerd dat klagers zijn gehoord, maar het enige contactmoment van Jager met de journalist vond plaats op 20 mei 2025, na afloop van een hoorzitting van de bezwaarschriftencommissie, en betrof uitsluitend het op die avond behandelde bezwaar. De uitlatingen van de burgemeester, die pas op 22 mei tijdens de raadsvergadering zijn gedaan en waarop het artikel is gebaseerd, zijn niet voor wederhoor voorgelegd. Kuijpers is in het geheel niet door de journalist benaderd.
Volgens klagers zijn zij in het artikel duidelijk te herkennen voor lezers en dorpsgenoten, ook al zijn hun namen niet vermeld. De genoemde voorbeelden over het hek en de speeltoestellen verwijzen direct naar zaken waarbij zij zijn betrokken. Daarbij komt dat hun dorpskern Eeneind slechts 730 inwoners telt. Bovendien zijn zij in eerdere artikelen wel genoemd of zijn die voorzien van foto’s van hun woonhuizen en directe omgeving.
Verder zijn de casussen en juridische procedures uit hun feitelijke context gepresenteerd. De werkelijke inzet van de procedure over het hek draaide om bereikbaarheid, aanzicht en herkenbaarheid van omliggende bedrijven. En de procedure over de speeltoestellen was gestart vanwege het ontbreken van geldige veiligheidscertificaten nadat de gemeente zelf aanpassingen aan toestellen had verricht, wat heeft geleid tot ingrijpen door de NVWA. De journalist was hiervan op de hoogte, maar heeft ervoor gekozen om het bestuurlijke frame over te nemen en de procedures – die niet gaan over futiliteiten, maar serieuze kwesties betreffen – op een onjuiste, suggestieve wijze te reduceren tot burenruzies en overdreven geklaag.
Met name voor Kuijpers is de persoonlijke impact van de stigmatiserende framing groot: hij en zijn gezin zijn herhaaldelijk geconfronteerd met sociale uitsluiting en vooroordelen. Boven ondermijnt deze onjuiste framing het publieke vertrouwen in rechtsmiddelen als bezwaar en beroep, aldus klagers.
Het ED stelt hier – eveneens samengevat – het volgende tegenover. Rood heeft het artikel geschreven na het bijwonen van een vergadering van de gemeenteraad van Nuenen. Daarin vroegen partijen waarom extra geld nodig is voor de afdeling handhaving en daarop heeft de burgemeester geantwoord zoals in het artikel is weergegeven. De burgemeester heeft haar uitlatingen in het openbaar gedaan en Rood was daarom vrij haar te citeren. Hoewel de burgemeester geen voorbeelden noemde, wist Rood op welke mensen en procedures zij onder meer doelde, omdat hij al jaren in Nuenen rondloopt als verslaggever en veel juridische zittingen heeft bijgewoond. Op de zitting heeft Rood daaraan desgevraagd nog toegevoegd dat hij diverse andere personen heeft gesproken en dat hij begreep wie wat bedoelde. Om aan de lezer context te geven, zijn daarom – zonder naam en toenaam – enkele zaken vermeld die eerder in de gemeente hebben gespeeld; zonder die voorbeelden zou het bericht te vaag zijn gebleven.
Het ED betwist dat wederhoor bij klagers had moeten worden toegepast, van ernstige aantijgingen is geen sprake. Voor zover in het artikel kwesties worden genoemd waarbij klagers betrokken zouden zijn, kende Rood bovendien de bijbehorende standpunten al. Rood heeft tot kort voor de publicatie regelmatig intensief contact met Jager gehad en over diens kijk op het handelen van de gemeente hebben zij nog een gesprek gevoerd op 20 mei 2025. Naar de inhoud van dat gesprek en vele gesprekken met andere betrokkenen bij bezwaarprocedures in Nuenen, wordt in het artikel ook verwezen. Op de zitting laat Rood desgevraagd weten dat hij Jager niet recent heeft gesproken, omdat hun contact verstoord is geraakt, maar dat hij Jager wel heeft aangehoord bij de bezwaarcommissie.
Op de zitting heeft Roes hieraan nog toegevoegd dat het de vraag is of de lezer weet over wie het artikel gaat. Daarnaast heeft Boots erop gewezen dat het artikel niet gaat over specifieke gevallen.
Volgens het ED is niet suggestief, stigmatiserend, misleidend en uit de context bericht over de kwesties die in het verleden onderwerp zijn geweest van bezwaarprocedures. Op beknopte wijze is naar enkele kwesties – waaronder die over een hek en speeltuintje – verwezen, maar dat maakt de omschrijvingen niet minder feitelijk juist. Vanwege de leesbaarheid van het artikel was het ondoenlijk om de kwesties opnieuw volledig te beschrijven en het benoemen van de kern volstond.
Op de zitting heeft Rood desgevraagd nog meegedeeld dat zijn lijst van bronnen zeer lang is. Hij heeft van anderen gehoord dat sprake is van (min of meer) ‘onbeduidende’ kwesties en kan dat bovendien op basis van zijn ervaringen voor eigen rekening nemen. Hij schrijft vaak over Nuenen en veronderstelt een zekere (voor)kennis bij de lezer. Op een gegeven moment heeft hij dan ook autoriteit om over bepaalde zaken te schijven. Het gaat er ook niet om welke partij gelijk heeft, hij heeft de verschillende visies gesignaleerd en weergegeven wat de goegemeente van de kwesties vindt.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
Kern van de klachten is dat klagers herleidbaar worden neergezet als ruziemakers en overlastgevers waarbij ten onrechte is nagelaten wederhoor toe te passen. De Raad zal zich bij de beoordeling tot deze kern beperken.
Voorop staat dat de journalist en zijn redactie vrij zijn in de selectie van nieuws. Het is aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Dat neemt niet weg dat het belang dat met een publicatie is gediend, moet worden afgewogen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad. Daarbij geldt ook dat bij personen die door een publicatie worden gediskwalificeerd, wederhoor moet worden toegepast.
De Raad stelt vast dat Rood er bewust voor heeft gekozen om enkele voorbeelden van kwesties op te sommen waarop – naar zijn zeggen – de uitlatingen van de burgemeester betrekking hebben. Door de berichtgeving, waarbij Rood voor eigen rekening die kwesties als ‘onbeduidend’ heeft bestempeld, zijn de kritische bewoners – onder wie klagers – neergezet als querulanten die met het voeren van bestuursrechtelijke procedures de gemeente onnodig tijd en geld kosten.
Het is aannemelijk dat klagers, door de weergave in het artikel van de voorbeelden in combinatie met de vermelding van de dorpskern, voor een breder publiek – in het bijzonder de inwoners van de wijk Eeneind – herleidbaar zijn. Zij zijn daarmee niet alleen subjectief door Rood – die wist dat klagers bij twee van de kwesties zijn betrokken – maar ook objectief door de berichtgeving gediskwalificeerd.
Het voorgaande brengt mee dat Rood wederhoor bij klagers had moeten toepassen en dat ten onrechte niet heeft gedaan. Hierdoor is de berichtgeving te eenzijdig en niet in balans. Dat Rood op de hoogte is van de standpunten van klagers in de door hen gevoerde juridische procedures, doet hieraan niet af. Het artikel behelst immers geen feitelijke verslaggeving van die procedures, maar bevat meningen en beweringen die klagers in een negatief daglicht zetten. Dat klemt te meer nu aan het slot van het artikel een vermeende reactie van de ‘procederende burgers’ is opgenomen, die door de gekozen formulering bijdraagt aan de negatieve beeldvorming over (onder anderen) klagers.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de klacht gegrond is.
Relevante punten uit de Leidraad: B.3 en C.
Relevante eerdere conclusies (onder meer): RvdJ 2025/21 en RvdJ 2022/36
CONCLUSIE
De klachten zijn gegrond.
De Raad doet de aanbeveling aan het ED om deze conclusie integraal of in samenvatting te publiceren.
Zo vastgesteld door de Raad op 31 oktober 2025 door mr. G.C. Makkink, voorzitter, drs. M.M. Klaassen, E.M.E. de Kort en E. Schievink, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris.