2021/3 Niet inhoudelijk behandeld / Zorgvuldig

X / 1. J. Olde Kalter, Y. Tieleman en de hoofdredacteur van het AD en 2. P. Vugts en de hoofdredacteur van Het Parool

Samenvatting

J. Olde Kalter, Y. Tieleman en het AD hebben in de artikelen “OM: ‘Organisatie van Taghi kreeg geheime informatie van advocaten’” en “Advocaten in strafrecht zwaar onder vuur door OM-document” op journalistiek zorgvuldige wijze over klager (een van de bedoelde advocaten) bericht. Voor de berichtgeving bestond voldoende grondslag. Bovendien heeft het AD de bevindingen voor rekening van het Openbaar Ministerie gelaten en deze met terughoudendheid weergegeven. Klager heeft binnen de gestelde termijn uitvoerig gereageerd en die reactie is integraal gepubliceerd. Er is voldoende wederhoor toegepast.
Omdat Het Parool niet meedoet aan de procedures van de Raad voor de Journalistiek, heeft de Raad een vergelijkbare klacht van klager over het artikel “OM: ‘Organisatie van Taghi kreeg voortdurend geheime informatie van advocaten’” niet inhoudelijk behandeld. De Raad gaat in deze situatie alleen tot behandeling van een klacht over in het bijzondere geval dat deze van algemene strekking of principieel belang is. Daarvan is hier niet gebleken.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

X

tegen

1. J. Olde Kalter, Y. Tieleman en de hoofdredacteur van het AD
2. P. Vugts en de hoofdredacteur van Het Parool

De heer X te […] (klager) heeft op 2 september 2020 een klacht ingediend tegen 1) de heren J. Olde Kalter en Y. Tieleman en de hoofdredacteur van het AD (gezamenlijk: het AD) en 2) de heer P. Vugts en de hoofdredacteur van Het Parool (gezamenlijk: Het Parool). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van klager en de heer mr. O. Trojan, raadsman van het AD, betrokken van 4 september 2020, 6 en 22 oktober 2020 en 6 november 2020.

De hoofdredacteur van Het Parool heeft in het verleden herhaaldelijk aan de Raad bericht dat hij uit beginsel niet wenst mee te werken aan de procedures van de Raad. Bij het doorsturen van de klacht is daarom aan de hoofdredacteur meegedeeld dat indien hij niet binnen de termijn van drie weken inhoudelijk heeft geantwoord, dit als een stilzwijgende afwijzing wordt beschouwd. Vugts en de hoofdredacteur van Het Parool hebben niet op de klacht gereageerd.

De zaak is met toestemming van partijen buiten hun aanwezigheid behandeld op de zitting van de Raad van 27 november 2020.

DE FEITEN

Op 9 en 10 augustus 2020 verscheen op de website respectievelijk in de papieren versie van het AD een artikel van de hand van Olde Kalter en Tieleman met de kop: “OM: ‘Organisatie Taghi kreeg geheime informatie van advocaten’”. De intro van het artikel luidt:
“Het OM brengt bekende strafrechtadvocaten in verband met het lekken van geheime onderzoeksinformatie. Ook zou er sprake zijn van contante betalingen van duizenden euro’s door de groep Ridouan Taghi. Dat blijkt uit een onlangs verstrekt dossierstuk in het bezit van deze nieuwssite.”

Verder bevat het artikel onder meer de volgende passages:
“De advocaten worden prominent genoemd in een proces-verbaal dat afgelopen donderdag is gevoegd in het Marengo-proces, dat draait om een reeks liquidaties die wordt toegeschreven aan de bende van Ridouan Taghi. Het document heeft als doel verklaringen die kroongetuige Nabil B. heeft afgelegd te verifiëren. Die heeft onder meer verklaard dat advocaten informatie doorspeelden ten tijde van het 26Koper-onderzoek. Dat onderzoek gaat over een wapenvondst in Nieuwegein en is het startpunt geweest van een groter onderzoek naar Taghi, die tijdens Koper voor politie en justitie nog een onbekende was.
In het onderzoek worden gekraakte chatberichten, verstuurd met versleutelde telefoons, gekoppeld aan onderzoeksbevindingen. Het OM heeft die beschuldiging nu ook publiekelijk geuit ten overstaan van de procesdeelnemers, middels een proces-verbaal”
en:
“Aan het document, opgesteld door de Landelijke Recherche, zijn ook talloze passages toegevoegd waaruit volgens het OM opgemaakt kan worden dat advocaten grote geldbedragen van de organisatie van Taghi zouden hebben aangenomen.”
en:
“De [plaatsnaam]se advocaat [X] komt ook nadrukkelijk in het document voor. Een neef van Taghi stuurt het volgende bericht: „Woow die hebben top advo’s en die van largo is duurder??? Wat een gek zeg.” Even later stuurt hij hem opnieuw een bericht: „(…) als een top advo 4duzu is en een prodeo 5duzu (…) is wel heel vreemd.” De advocaat in kwestie is [X] en hij verdedigt de belangen van een verdachte die de bijnaam ‘largo’ heeft. Het OM in het document: „De kosten van advocaat […] worden kennelijk nog steeds betaald door de organisatie van Taghi.””
Onder het artikel is de reactie van klager integraal geplaatst.

Verder verscheen op 10 augustus 2020 op de website van het AD een artikel, eveneens van de hand van Olde Kalter en Tieleman, met de kop: “Advocaten in strafrecht zwaar onder vuur door OM-document”. De intro van het artikel luidt:
“LEKKEN NAAR GROEP TAGHI | Het OM brengt bekende strafrechtadvocaten in verband met het lekken van geheime onderzoeksinformatie. Ook zou er sprake zijn van contante betalingen van duizenden euro’s door de groep van Ridouan Taghi. Het vorige week door het Openbaar Ministerie opgestelde proces-verbaal schetst geen fraai beeld van de strafrechtadvocatuur.”
Dit artikel bevat onder meer de volgende passages:
“Volgens kroongetuige Nabil B. boekt hij daarbij al vrij snel succes. Hij vertelt de recherche dat Taghi destijds precies wist hoe het Koper-onderzoek verliep, met dank aan advocaten die hem informatie doorspeelden. Ter verificatie van die beweringen voegde justitie afgelopen week een nieuw en gedetailleerd proces-verbaal van 67 pagina’s, opgesteld door de Dienst Landelijke Recherche, aan het Marengo-dossier toe. Hieruit zou blijken hoe meerdere advocaten als doorgeefluik voor de beruchte topgangster fungeerden.”
en:
“De advocaat in kwestie is de [plaatsnaam]se raadsman [X] die de belangen verdedigt van een verdachte met de bijnaam ‘Largo’. „De kosten van advocaat mr. [X] worden kennelijk nog steeds betaald door de organisatie van Taghi”, is de conclusie in dit document.”

Op 9 augustus 2020 verscheen op de website van Het Parool een artikel van de hand van Vugts met de kop “OM: ‘Organisatie van Taghi kreeg voortdurend geheime informatie van advocaten’”. De intro van dit artikel luidt:
“Onder druk van sleutelspelers uit de vermoede criminele organisatie van Ridouan Taghi hebben advocaten voortdurend gevoelige informatie verspreid uit strafdossiers terwijl die nog geheim moesten blijven.”
Onder dit artikel is een reactie van klager geplaatst.

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klager stelt – samengevat – het volgende. De berichtgeving bevat ernstige beschuldigingen aan zijn adres, te weten dat hij informatie heeft gelekt en/of heeft doorgespeeld aan de criminele organisatie van Taghi en hij als het ware als boodschappenjongen fungeert. De betrokken media hebben aan de kwestie ruchtbaarheid gegeven zonder zelfstandig onderzoek te verrichten, waarbij aannames ten onrechte als feiten zijn gepresenteerd. Justitie heeft deze beschuldigingen niet zo geuit en de citaten in de koppen zijn ook niet de woorden van het Openbaar Ministerie. Er is geen onderscheid gemaakt tussen feiten, beweringen en/of meningen zoals weergegeven in het proces-verbaal van bevindingen waarnaar in de berichtgeving is verwezen. Aan de beschuldigingen wordt ten onrechte groot gezag toegekend door te beweren dat politie en justitie overtuigd zijn van de juistheid ervan.
Daarbij komt dat hem onvoldoende gelegenheid tot wederhoor is geboden. Hij ontving namelijk op zondag 9 augustus 2020 om 11:28 uur een e-mail van Tieleman waarin hij de tijd kreeg om die dag tot 17:00 uur te reageren. Dat is onvoldoende om goed te kunnen reageren op dergelijke beschuldigingen. Daarbij wijst klager erop dat het weekend was en hij die dag weg was en geen computer tot zijn beschikking had. Bovendien was het proces-verbaal pas de donderdag ervoor verstrekt aan de advocaten in het Marengo-onderzoek en had hij nog geen tijd gehad om daarvan inhoudelijk kennis te nemen. Klager heeft vervolgens in grote haast een reactie opgesteld, waarin hij de beschuldigingen van de hand heeft gewezen.
Ten aanzien van Het Parool voert klager aan dat hij in het geheel niet is benaderd voor wederhoor. Met de geplaatste reactie wordt de indruk gewekt dat klager deze aan Vugts heeft doen toekomen, terwijl dat niet het geval is.
Klager meent dat op grove wijze de aanval is geopend op zijn integriteit en goede naam. Die aanval is ongefundeerd en uitermate onzorgvuldig, en is verwoestend voor zijn carrière als strafrechtadvocaat. Hij heeft zijn klacht uitvoerig toegelicht en daarbij gewezen op diverse bepalingen van de Leidraad van de Raad. Daarin staat dat journalisten waarheidsgetrouw, controleerbaar en zo volledig mogelijk berichten, en eenzijdige en tendentieuze berichtgeving vermijden. Bovendien worden beschuldigingen alleen gepubliceerd wanneer is onderzocht of hiervoor een deugdelijke grondslag bestaat en dienen journalisten wederhoor toe te passen bij personen die door een publicatie worden gediskwalificeerd. Volgens klager is in strijd gehandeld met al deze bepalingen.

Het AD stelt daar – eveneens samengevat – het volgende tegenover. Er is een groot publiek belang mee gemoeid dat de samenleving wordt geïnformeerd over mogelijke misstanden zoals verwoord in de gewraakte artikelen. De artikelen bevatten voornamelijk een correcte feitelijke weergave van de inhoud van het proces-verbaal dat het Openbaar Ministerie aan het Marengo-strafdossier heeft toegevoegd en de toelichting daarop. Uit het proces-verbaal blijkt dat de Dienst Landelijke Recherche – op basis van versleutelde PGP-berichten in combinatie met andere onderzoeksbevindingen – concludeert dat een aantal met naam genoemde advocaten, onder wie klager, vertrouwelijke informatie uit het 26Koper-dossier met derden heeft gedeeld. In de toelichting van het Openbaar Ministerie wordt de naam van klager verschillende keren in verband gebracht met het lekken van vertrouwelijke informatie uit dit dossier. Verder blijkt uit het proces-verbaal dat klager in verband wordt gebracht met contante betalingen.
Het AD heeft de beschuldigingen voor rekening van het Openbaar Ministerie gelaten. Bovendien heeft de redactie verder onderzoek verricht door navraag te doen bij verschillende bronnen binnen politie en justitie, die de bevindingen hebben onderschreven.
Gezien de actualiteitswaarde en het belang van het onderwerp was de termijn voor wederhoor niet onredelijk kort. Klager heeft bovendien binnen de gestelde termijn adequaat gereageerd en later geen aanleiding gezien zijn weerwoord aan te vullen of te wijzigen.
Het AD concludeert dat de publicaties voldoen aan alle vereisten die vanuit het oogpunt van zorgvuldige journalistiek daaraan gesteld kunnen worden.

BEOORDELING VAN DE KLACHT voor zover deze is gericht tegen Olde Kalter, Tieleman en het AD

De Raad stelt voorop dat media een belangrijke taak hebben om misstanden in de samenleving aan de kaak te stellen. Het is dan ook maatschappelijk relevant en journalistiek geboden om onderzoek te verrichten naar en/of te berichten over mogelijk ontoelaatbaar handelen van klager als strafrechtadvocaat.
Daarbij zijn journalisten vrij in de selectie van nieuws. Het is aan de journalisten om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Dat neemt niet weg dat de journalist het belang dat met een publicatie is gediend dient af te wegen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad.

Het AD heeft gemotiveerd uiteengezet op welke stukken de artikelen zijn gebaseerd. Ook is duidelijk gemaakt dat langdurig en grondig onderzoek heeft plaatsgevonden voorafgaand aan de publicaties. Daarbij heeft het AD niet alleen het genoemde proces-verbaal aan de artikelen ten grondslag gelegd, maar ook navraag gedaan bij verschillende bronnen binnen politie en justitie. Uit de stukken blijkt dat er voldoende grondslag is voor de in de gewraakte berichtgeving weergegeven feiten. In de artikelen is voldoende duidelijk gemaakt wanneer het gaat om bevindingen van het Openbaar Ministerie. Die bevindingen zijn bovendien terughoudend – met bewoordingen als ‘zou sprake zijn van’, ‘zou blijken hoe’ en ‘kennelijk’ – en niet als vaststaande feiten gepresenteerd.

Gezien de inhoud van de uitvoerige reactie van klager, die integraal is gepubliceerd, wordt klager geacht voldoende in staat te zijn geweest om binnen de gegeven termijn adequaat te reageren. Dit geldt temeer nu niet gebleken is dat klager zijn reactie nadien heeft willen aanvullen of wijzigen. Van onzorgvuldige toepassing van wederhoor is geen sprake.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Olde Kalter, Tieleman en het AD zorgvuldig hebben gehandeld.

BEOORDELING VAN DE KLACHT voor zover deze is gericht tegen Vugts en Het Parool

In artikel 9 lid 5 van het Reglement voor de werkwijze van de Raad is het volgende bepaald:
“Indien de klacht is ingediend tegen een medium dat of een journalist die zich uit beginsel niet verweert, ziet de Raad af van behandeling, tenzij de klacht volgens de Raad van algemene strekking of principieel belang is.”

Vugts en de hoofdredacteur van Het Parool wensen blijkbaar (nog steeds) uit beginsel geen medewerking te verlenen aan de procedures bij de Raad en hebben zich ook in deze zaak niet verweerd. De Raad zal dan ook slechts tot behandeling van de klacht overgaan in het bijzondere geval dat deze van algemene strekking of principieel belang is. Daarvan is hier niet gebleken.

Het artikel bevat specifieke opmerkingen over klager, waartegen zijn klacht is gericht. De Raad vindt niet dat de strekking van de klacht het belang van klager in zodanige mate overstijgt, dat er sprake is van een algemene strekking. Dat een inhoudelijk oordeel van de Raad mogelijk ook anderen ten goede komt, is daartoe onvoldoende.

Ook ziet de Raad geen aanknopingspunten voor de conclusie dat de klacht betrekking heeft op elementen van het journalistieke proces waarover de Raad zich niet eerder heeft uitgelaten, en daarmee van principieel belang is. De klacht gaat in hoofdzaak over niet-waarheidsgetrouwe dan wel tendentieuze berichtgeving en toepassing van wederhoor. De Raad heeft hierover in zijn Leidraad algemene uitgangspunten geformuleerd die in diverse conclusies zijn uitgewerkt. Gesteld noch gebleken is dat de door de Raad gehanteerde criteria onvoldoende duidelijk zijn.

Dat Vugts en Het Parool niet volgens deze criteria zouden hebben gehandeld, maakt op zichzelf de klacht nog niet van principieel belang.

De Raad ziet dan ook geen aanleiding de klacht gericht tegen Het Parool inhoudelijk te behandelen.

Relevante punten uit de Leidraad van de Raad: A., B.3 en C.
Relevante eerdere conclusies van de Raad: RvdJ 2020/19 en RvdJ 2020/18
Relevant artikel uit het Reglement voor de werkwijze van de Raad: 9 lid 5

CONCLUSIE

J. Olde Kalter, Y. Tieleman en het AD hebben journalistiek zorgvuldig gehandeld.
De klacht tegen P. Vugts en Het Parool is niet van algemene strekking of principieel belang en wordt daarom niet inhoudelijk behandeld.

Zo vastgesteld door de Raad op 25 januari 2021 door mw. mr. J.W. Bockwinkel, voorzitter, L.A.M.M. Donders, mw. L.M. van de Langenberg MSc, H.P.M.J. Scheider en mw. M. Stenneke, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. N. Tibold, plaatsvervangend secretaris.