Samenvatting
Omdat De Telegraaf niet meedoet aan de procedure
van de Raad voor de Journalistiek, heeft de Raad de klacht van de heer J.M.H.
Palmen (klager) niet inhoudelijk behandeld. De Raad gaat in deze situatie
alleen tot behandeling van de klacht over in het bijzondere geval dat deze van
algemene strekking of principieel belang is. Daarvan is hier niet gebleken.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake klacht van
J.M.H. Palmen
tegen
de hoofdredacteur van De Telegraaf
De heer J.M.H. Palmen te Brunssum (klager) heeft op 19 maart 2020 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van De Telegraaf. Bij de bespreking van de klacht is verder correspondentie van klager betrokken van 2 april 2020.
De hoofdredacteur van De Telegraaf heeft in het verleden herhaaldelijk aan de Raad bericht dat hij niet wenst mee te werken aan de procedure van de Raad. Bij het doorsturen van de klacht is daarom aan de hoofdredacteur meegedeeld dat indien hij niet binnen de termijn van drie weken inhoudelijk heeft geantwoord, dit als een stilzwijgende afwijzing wordt beschouwd. De hoofdredacteur van De Telegraaf heeft niet op de klacht gereageerd.
De zaak is besproken op de zitting van de Raad van 15 mei 2020 op basis van de schriftelijke stukken. Een van de leden van de Raad heeft zich verschoond, waarna de zaak is besproken door de voorzitter en overige leden.
FEITEN
Op 10 december 2019 verscheen op de website van De Telegraaf een artikel met de kop “Palmen treedt terug als wethouder Brunssum”. De intro van het artikel luidt:
“De omstreden Brunssumse wethouder Jo Palmen trekt zich per 25 december terug. Dat heeft Palmen dinsdag laten weten in een brief aan de gemeenteraad.”
Verder bevat het artikel onder meer de volgende passages:
“Palmen werd vorig jaar benoemd tot wethouder, hoewel zijn functioneren omstreden was. Een integriteitsrapport liet zich negatief over hem uit, maar een meerderheid van de raad steunde zijn wethouderschap. Voor toenmalig burgemeester Luc Winants was dat reden om op te stappen.”
en
“De ruzies in de raad draaiden om een stuk grond van Palmen. Een deel van de raad nam hem kwalijk dat hij daarover jarenlang procedeerde met de gemeente. De ruzies liepen zo hoog op dat Winants vertrok. Hij kreeg bijval van minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken, die zelfs dreigde met ingrijpen. Daar is het echter niet van gekomen.”
HET STANDPUNT VAN KLAGER
Klager stelt – samengevat – het volgende. Het artikel bevat onjuiste informatie, waardoor hij ten onrechte in een kwaad daglicht wordt gesteld. De Telegraaf heeft de berichtgeving overgenomen van andere media zonder zelf onderzoek te verrichten naar de gebeurtenissen of naar de juistheid van de berichtgeving. De in het artikel verwerkte informatie is verstrekt door politieke tegenstanders van klager. Deze informatie was bovendien aangemerkt als vertrouwelijk en is desondanks aan de media gelekt met als doel hem willens en wetens af te branden.
Volgens klager mag persvrijheid geen vrijbrief zijn om smaad en laster te verspreiden. Dit klemt te meer omdat de media wisten dat er sprake was van een groots opgezette liquidatiecampagne die was gebaseerd op onjuiste feiten en valselijk opgemaakte stukken. Bovendien was De Telegraaf op de hoogte van de juiste feiten. Desondanks heeft de krant een onjuist, tendentieus artikel gepubliceerd.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
In artikel 9 lid 5 van het Reglement voor de werkwijze van de Raad is het volgende bepaald:
“Indien de klacht is ingediend tegen een medium dat of een journalist die zich uit beginsel niet verweert, ziet de Raad af van behandeling, tenzij de klacht volgens de Raad van algemene strekking of principieel belang is.”
De hoofdredacteur van De Telegraaf wenst blijkbaar (nog steeds) uit beginsel geen medewerking te verlenen aan de procedure bij de Raad en heeft zich ook in deze zaak niet verweerd. De Raad zal dan ook slechts tot behandeling van de klacht overgaan in het bijzondere geval dat deze van algemene strekking of principieel belang is. Daarvan is hier niet gebleken.
Het artikel bevat specifieke opmerkingen over klager, waartegen diens klacht is gericht. De Raad vindt niet dat de strekking van de klacht het belang van klager in zodanige mate overstijgt, dat er sprake is van een algemene strekking. Dat een inhoudelijk oordeel van de Raad mogelijk ook anderen ten goede komt, is daartoe onvoldoende.
Ook ziet de Raad geen aanknopingspunten voor de conclusie dat de klacht betrekking heeft op elementen van het journalistieke proces waarover de Raad zich niet eerder heeft uitgelaten, en daarmee van principieel belang is. De klacht gaat in hoofdzaak over niet-waarheidsgetrouwe dan wel tendentieuze berichtgeving. De Raad heeft hierover in zijn Leidraad algemene uitgangspunten geformuleerd die in diverse conclusies zijn uitgewerkt. Gesteld noch gebleken is dat de door de Raad gehanteerde criteria onvoldoende duidelijk zijn. Dat De Telegraaf deze criteria niet zou hebben nageleefd, maakt op zichzelf de klacht nog niet van principieel belang.
De Raad ziet dan ook geen aanleiding de klacht inhoudelijk te behandelen.
Relevant punt uit de Leidraad van de Raad: A.
Relevante eerdere conclusie van de Raad: RvdJ 2019/41
Relevant artikel uit het Reglement voor de werkwijze van de Raad: 9 lid 5
CONCLUSIE
De klacht is niet van algemene strekking of principieel belang en wordt daarom niet inhoudelijk behandeld.
Zo is vastgesteld door de Raad op 9 juni 2020 door mw. mr. J.W. Bockwinkel, voorzitter, S.A. Agterberg, mw. A. Karadarevic en M. Keppels, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. J.E.H.J. Vollaers, plaatsvervangend secretaris.