2020/36 Zorgvuldig

Stichting Schreeuw om Leven / de hoofdredacteur van NOS op 3

Samenvatting

NOS op 3 heeft in de video met de titel “Waarom de discussie over abortus weer oplaait” op journalistiek zorgvuldige wijze aandacht besteed aan abortus. Volgens Stichting Schreeuw om Leven (klaagster) is sprake van onjuiste en suggestieve berichtgeving, maar de Raad deelt dit standpunt niet. Het siert NOS op 3 dat zij naar aanleiding van de bezwaren van klaagster de video heeft voorzien van een aanvulling.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

Stichting Schreeuw om Leven

tegen

de hoofdredacteur van NOS op 3

De heer K. van Helden, directeur, heeft op 10 februari 2020 namens Stichting Schreeuw om Leven te Hilversum (klaagster) een klacht ingediend tegen NOS Nieuws. Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie betrokken van klaagster en de heer M. Gelauff, hoofdredacteur, van 25 februari 2020, 30 april 2020, 18 mei 2020 en 24 juni 2020.

De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 11 september 2020. Aan de zijde van klaagster waren de heer C. Develing, communicatiemedewerker, de heer mr. M. Vermeij, advocaat te Den Haag, en mevrouw E. Meekhof, stagiaire, aanwezig. Namens NOS Nieuws waren mevrouw A. Vleugels, redacteur, de heer M. Linnemann, hoofd Juridische Zaken, en de heer Gelauff aanwezig. Mr. Vermeij heeft het standpunt van klaagster toegelicht aan de hand van een notitie.

DE FEITEN

Op 15 november 2020 verscheen op het YouTube-kanaal NOS op 3 een video met de titel “Waarom de discussie over abortus weer oplaait”. De bij de video vermelde tekst luidt:
“Abortus. Die discussie leek begraven, maar we hebben het er nu toch weer over. Hoe dat zit? Wij leggen het je uit.”

De video wordt door de presentatrice als volgt ingeleid:
“Het is weer die tijd van de maand. Maar je ongesteldheid, of die van je vriendin, laat op zich wachten. En een baby is op dit moment, om wat voor reden dan ook, echt nog niet gewenst. Wat doe je dan als je echt zwanger blijkt te zijn? Je hebt een paar opties: het kind houden, adoptie, pleegzorg of abortus. Maar het lijkt erop dat die laatste optie steeds meer tegenstanders heeft.”

Verder bevat de uitzending de volgende – voor deze zaak relevante – fragmenten:

Fragment 1
“Er zijn drie verschillende soorten abortus. En welke je kiest, dat hangt af van hoelang je zwanger bent. Zo kun je ervoor kiezen om je zwangerschap af te breken met medicijnen: de abortuspil. Dat is een combinatie van vijf pillen waarvan je er één oraal en vier vaginaal inneemt. Iets heel anders dan de morning-afterpil, die je tot 72 uur na de seks kunt innemen.  Ben je langer dan acht weken zwanger, dan kun je kiezen voor een zuigcurettage. Je baarmoeder wordt dan met een slangetje leeggezogen. En stel nou dat het daar te laat voor is, dan is er nog de instrumentele abortus. De zwangerschap wordt dan onder plaatselijke of gehele verdoving verwijderd met operatie-instrumenten. Dat kan in principe tot 24 weken, maar dat gebeurt alleen bij hoge uitzondering. Bijvoorbeeld als er iets mis blijkt te zijn met het kindje. Dat komt dus heel weinig voor. De meeste abortussen vinden überhaupt veel eerder plaats, namelijk in de eerste zeven weken.
En dan nog een disclaimer, omdat er toch nog wat misverstanden over bestaan. Uit onderzoeken blijkt dat een abortus niet de kans vergroot op een miskraam, niet de kans vergroot op borstkanker en dat je niet meer kans hebt op psychische problemen dan wanneer je het kindje houdt.”

Fragment 2
“Abortus is in Nederland al ruim dertig jaar een vrouwenrecht en daar is hard voor gestreden.”

Fragment 3
“Jaarlijks maken hier zo’n dertigduizend vrouwen gebruik van hun recht op abortus. Dat is zo’n acht per duizend inwoners.”

Fragment 4
“De tegenstanders van de Wafz [Wet afbreking zwangerschap, RvdJ] laten dus meer van zich horen. Maar ook de pro-choice-beweging zit niet stil. Ze organiseren tegendemonstraties, schrijven zich in als abortusbuddy’s en ontwerpen brievenbusstickers tegen de pro-life-folders.”

Fragment 5
“Ook de politiek bemoeit zich ermee. CDA-minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge pleit bijvoorbeeld voor bufferzones bij abortusklinieken.”

Nadat klaagster haar bezwaren tegen de video aan NOS op 3 had kenbaar gemaakt, heeft NOS op 3 onder de video de volgende aanvulling geplaatst:
“Op 01:32 vertellen we over een zuigcurettage. Ter verduidelijking: deze procedure kan plaatsvinden tot 12 weken in de zwangerschap. Verder staat op 04:04 een grafiek met een foutief aantal stipjes, er staan per abuis 1200 stipjes in plaats van 1000. Het gaat daarbij om vrouwen in de leeftijdscategorie 15-44 jaar.”

DE STANDPUNTEN VAN DE PARTIJEN

Klaagster stelt – samengevat – het volgende. De video wekt de schijn dat daarin neutrale en accurate informatie wordt gedeeld over het abortusdebat. Het filmpje is echter eenzijdig en bevat diverse feitelijke onjuistheden over onder meer de volgende onderwerpen: zuigcurettage, de relatie tussen abortus en borstkanker c.q. psychische klachten, abortus als vrouwenrecht, de abortusstatistieken en de zogeheten ‘bufferzones’. Op de zitting benadrukt klaagster dat de eenzijdigheid van de video des te kwalijker is, omdat sprake is van een onderwerp waarbij de volksgezondheid in het geding is. Op basis van de feitelijk onjuiste en partijdige voorlichting van NOS op 3 zou de doelgroep keuzes kunnen maken, die mogelijk tot (vermijdbare) gezondheidsschade leiden. Ter onderbouwing van haar standpunten verwijst klaagster naar verschillende (wetenschappelijke) bronnen.
Ten aanzien van haar belang bij de klacht wijst klaagster erop dat zij als enige pro-life-organisatie in de video wordt genoemd en daarmee als ‘kop van Jut’ fungeert voor alle pro-life-organisaties; meerdere malen is een onjuiste suggestie gewekt die in werkelijkheid betrekking heeft op andere organisaties of individuen. Daarbij komt dat de eerste uitzending plaatsvond op de ochtend van de Mars voor het Leven, die door klaagster is georganiseerd. De video opent met beelden van die mars en verderop in de video is de directeur van klaagster geïnterviewd. Verder wordt de jaarrekening van klaagster doorgenomen waarbij wordt opgemerkt dat het aantal donaties toeneemt, zonder dat daar tegenover wordt gezet dat ook pro-choice organisaties veel donaties krijgen. Hierdoor ontstaat op dit punt een eenzijdig beeld. Daarnaast is overigens sprake van een collectief belang dat klaagster behartigt.
Klaagster merkt op dat zij voornemens is om vaker dergelijke commentaren (klachten) op materiaal van andersdenkenden naar buiten te brengen.

NOS op 3 stelt daar – eveneens samengevat – het volgende tegenover. De redactie heeft zich vooraf terdege geïnformeerd over de polarisatie rondom dit gevoelige onderwerp. De video is een product van gedegen onderzoek en geeft een genuanceerd beeld van de stand van zaken rond het abortusdebat. Er is een juiste balans aangebracht in beeld en aandacht tussen voor- en tegenstanders van abortus. Bovendien hebben drie in abortus gespecialiseerde artsen meegelezen met de medische uitleg. Overigens bestaan er tal van uiteenlopende en elkaar tegensprekende publicaties en onderzoeken over abortus, die vaak door ideologische en religieuze visies zijn gekleurd. De redactie heeft nagevraagd welke inzichten op dit moment onderdeel zijn van de medische richtlijnen voor artsenorganisaties. Er bestaat dan ook voldoende grondslag voor de in de video gestelde feiten. Daarbij komt dat geen sprake is van een wetenschappelijke, maar een journalistieke publicatie. In de video zijn termen gebruikt die het beste kunnen worden gehanteerd om de materie begrijpelijk en feitelijk voor het brede publiek – en specifiek de jonge doelgroep van de video – te presenteren. Het is logisch dat klaagster, die zich aan een uiteinde van het spectrum van meningen bevindt, zich niet kan vinden in (delen van) de inhoud van de video, maar daarmee is de video nog niet onzorgvuldig. Voor het rechtzetten van andere punten dan die waarvoor dat al in de aanvulling is gedaan, bestaat geen aanleiding.
Overigens vraagt NOS op 3 zich af of klaagster ten aanzien van alle onderdelen van de klacht als ‘rechtstreeks belanghebbende’ kan worden aangemerkt. Alleen het onderdeel van de ‘bufferzones’ heeft min of meer specifiek betrekking op klaagster. Klaagster wordt in de publicatie echter op geen enkele wijze unfair behandeld noch in een kwaad daglicht gesteld. NOS op 3 heeft de indruk dat klaagster deze klachtprocedure heeft aangewend om haar mening te ventileren. Het lijkt klaagster niet zozeer te gaan om de door haar gestelde feitelijke onjuistheden, maar om het ten toon spreiden van haar onwelgevallige opvattingen. Volgens NOS op 3 moet worden voorkomen dat het klachtrecht bij de Raad op deze wijze wordt misbruikt, ter voorkoming van een ‘chilling effect’ op de journalistiek.

BEOORDELING VAN DE ONTVANKELIJKHEID                                                   

Volgens artikel 2 lid 1 van het Reglement voor de werkwijze van de Raad moet een klacht worden ingediend door een ‘rechtstreeks belanghebbende’. Een klager kan als zodanig worden aangemerkt, indien zijn belang bij de gewraakte publicatie direct betrokken is en hij door die publicatie persoonlijk in zijn belang is geraakt. Als rechtstreeks belanghebbende wordt tevens beschouwd een organisatie die door doelstelling en feitelijk handelen opkomt voor het in geding zijnde belang.

De Raad stelt vast dat klaagster in de video is genoemd en – onder meer via een fragment van een interview met haar directeur – een aantal keren in de video voorkomt. De berichtgeving heeft derhalve (deels) betrekking op haar, zodat zij als rechtstreeks belanghebbende kan worden beschouwd in de hiervoor bedoelde zin.

De Raad acht het opportuun om in dit geval – gegeven de hiervoor weergegeven omstandigheden – de volledige klacht inhoudelijk te behandelen. Wel merkt de Raad op dat het klachtrecht geen middel is en mag zijn om (nog eens) de eigen opvattingen over een maatschappelijk onderwerp voor het voetlicht te brengen en/of te voorkomen – door een mogelijk ‘chilling effect’ van de klachtprocedure – dat (andere) media in de toekomst aan een klager onwelgevallige opvattingen aandacht besteden.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

De Raad stelt voorop dat journalisten vrij zijn in de selectie van wat zij publiceren. Dat brengt ook mee dat het aan de redactie is om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Er bestaat geen journalistieke norm die meebrengt dat een redactie bij een publicatie over een bepaald maatschappelijk onderwerp (alle) voor- en tegenstanders aan het woord dient te laten.

Gezien de opzet van de video zijn de bedoeling en de aard daarvan voor de kijker voldoende duidelijk: in een kort tijdsbestek wordt aan een brede doelgroep – met name jongeren – uitleg gegeven over abortus. Daarbij is met de taal, toon en vormgeving van de boodschap aansluiting gezocht bij die doelgroep.

NOS op 3 heeft aannemelijk gemaakt dat zij deugdelijk onderzoek heeft verricht en dat voor de berichtgeving voldoende grondslag bestaat. Binnen de context van de berichtgeving mocht NOS op 3 ook aandacht besteden aan (de rol van) klaagster op de wijze zoals zij heeft gedaan. Er bestaat geen grond voor de conclusie dat daarmee journalistiek onzorgvuldig is gehandeld. Het siert NOS op 3 dat zij naar aanleiding van de bezwaren van klaagster de video heeft voorzien van een aanvulling.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat NOS op 3 journalistiek zorgvuldig heeft gehandeld.

Relevante punten uit de Leidraad van de Raad: A. en D.
Relevante eerdere conclusies van de Raad: RvdJ 2020/15, RvdJ 2017/20 en RvdJ 2011/47

CONCLUSIE

NOS op 3 heeft zorgvuldig gehandeld.

Zo vastgesteld door de Raad op 9 november 2020 door prof. mr. B.E.P. Myjer, voorzitter, S.A. Agterberg, L.C. Hauben, mw. A. Karadarevic en mw. L.M. van de Langenberg MSc, leden in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. N. Tibold, plaatsvervangend secretaris.