2025/32 Ongegrond

Ingenieursbureau Land / T. van der Poel en de hoofdredacteur van Omroep Gelderland

Samenvatting

T. van der Poel en Omroep Gelderland hebben in het artikel “Nieuwbouw in Lienden stuit op protest: ‘Dit gebied is totaal ongeschikt’” bericht over een geschil tussen buurtbewoners en de gemeente naar aanleiding van plannen voor de bouw van woningen. Omdat een rapport over het oppervlaktewater van Ingenieursbureau Land (klaagster) deel uitmaakt van het dossier en door een deskundige wordt gebruikt om uitspraken te doen over het grondwater, mocht het bureau met naam worden genoemd. Voor zover al sprake is van een diskwalificatie, heeft Omroep Gelderland voldoende wederhoor toegepast door de gemeente als opdrachtgever te benaderen. Er bestond geen aanleiding te rectificeren. De klacht is daarom ongegrond.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

Ingenieursbureau Land

tegen

T. van der Poel en de hoofdredacteur van Omroep Gelderland

De heer J.A. van der Horst, directeur, heeft op 7 augustus 2025 namens Ingenieursbureau Land B.V. (klaagster) een klacht ingediend tegen de heer T. van der Poel en de hoofdredacteur van Omroep Gelderland (hierna gezamenlijk: Omroep Gelderland). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van partijen betrokken van 18 augustus 2025 en 11 september 2025.

De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 19 september 2025. Namens klaagster was voornoemde Van der Horst aanwezig. Aan de zijde van Omroep Gelderland zijn de heer M. Fussel, waarnemend hoofdredacteur, en mevrouw mr. L. Broers, advocaat te Amsterdam, verschenen.

DE FEITEN

Op 19 juli 2025 heeft Omroep Gelderland op haar website een artikel van de hand van Van der Poel gepubliceerd met de kop “Nieuwbouw in Lienden stuit op protest: ‘Dit gebied is totaal ongeschikt’”. De intro van het artikel luidt:
“Waar bouw je huizen om de oververhitte woningmarkt te ontlasten? Die vraag bezorgt veel Gelderse gemeenten kopzorgen. Want is iedere plek wel geschikt om te bouwen? In Lienden zijn serieuze plannen voor een nieuwbouwproject van ruim negentig woningen. Maar omwonenden verzetten zich fel. Want naast verkeersoverlast vrezen zij natte kruipruimtes, overstromende rioolputten én opborrelende schadelijke stoffen uit het grondwater. Volgens een expert bodemsanering zijn hun zorgen wat betreft de schadelijke stoffen niet ongegrond.”

Het artikel bevat onder meer de volgende passage:
“Bij de aanleg van het bassin wordt door de aannemer een ‘bijzondere kleur en geur waargenomen’. Ingenieursbureau Land neemt in opdracht van de gemeente monsters en onderzoekt deze in een laboratorium. De uitkomst: er zitten verhoogde concentraties zware metalen in het oppervlaktewater zoals koper, nikkel, cadmium, barium en lood. Volgens de onderzoekers is niet bekend waar deze verhoogde concentraties door zijn veroorzaakt, maar “verwacht wordt dat deze een natuurlijke oorsprong hebben”.
‘Bijzondere conclusie’
“Maar die conclusie is ‘nogal bijzonder’ aldus Marco Hollander, senior adviseur bodemsanering bij architecten- en ingenieursbureau Sweco. “Lood kan helemaal geen natuurlijke oorsprong hebben. Het is waarschijnlijker dat dit komt door gekleurde dakpannen die daar in het verleden zijn afgebakken. Wat betreft de gezondheid adviseer ik omwonenden om niet met het grondwater in aanraking te komen of om je tuin ermee te besproeien.”
In een reactie laat de gemeente weten dat omwonenden zich juist geen zorgen hoeven te maken. “Zowel de ontwikkelaar als de gemeente zelf heeft onafhankelijk onderzoek laten verrichten. De bodemgesteldheid is geschikt voor woningbouw. Er is geen aanleiding om nogmaals aanvullend onderzoek te verrichten. Mocht er onverhoopt toch nog een verontreiniging gevonden worden dan dient de ontwikkelaar dit op te ruimen en de vervuilde grond af te voeren.”

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klaagster stelt – kort samengevat – het volgende. In het artikel heeft Hollander op basis van een rapport van klaagster uit 2024 over oppervlaktewater ten onrechte de conclusie getrokken dat het grondwater niet gebruikt kan worden.
In 2022 heeft klaagster een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd, waarbij in het grondwater – behoudens voor de stof barium – geen concentraties boven de streefwaarde zijn aangetoond. Vervolgens is klaagster in 2024 benaderd vanwege stagnatie van water in een bouwput. Zij heeft toen een specifiek onderzoek verricht naar de samenstelling van het oppervlaktewater. Daarbij is de drijflaag met verkleuring ongefilterd onderzocht en behandeld als afvalwater. In dergelijke drijflagen gelden andere chemische processen waardoor zware metalen reageren met ijzeroxiden, zuurstof of zwavelhoudende bestanddelen. De uitgevoerde analyse en de interpretatie van dat onderzoek, kunnen dus niet worden gebruikt om een uitspraak te doen over het grondwater.
Volgens klaagster had wederhoor bij haar moeten plaatsvinden, omdat zij met naam is genoemd, maar dat is niet gebeurd. Bovendien is de omroep ten onrechte niet ingegaan op het verzoek om in een rectificatie te verduidelijken dat het rapport uit 2024 niet kan worden gebruikt om een uitspraak te doen over het grondwater. Desgevraagd heeft klaagster op de zitting bevestigd dat zij geen bezwaar heeft tegen de zin waarin Hollander een conclusie in het rapport uit 2024 ‘nogal bijzonder’ noemt.

Omroep Gelderland heeft hier – eveneens samengevat – het volgende tegenover gesteld. Klaagster wordt enkel genoemd, omdat haar rapport deel uitmaakt van het dossier. De omroep heeft zelf geen oordeel gegeven over de kwaliteit van dat rapport. Zij heeft voldoende wederhoor toegepast en wel bij de gemeente, als opdrachtgever voor de onderzoeken. De reactie van de gemeente, op de aan haar gestelde vragen, is opgenomen in het artikel. Voor de lezer is duidelijk dat de gemeente zich achter de conclusies van haar deskundigen schaart. Het stond de omroep vrij om een deskundige aan het woord te laten die een andere mening is toegedaan. Het rectificatieverzoek is gemotiveerd afgewezen, omdat de publicatie geen feitelijke onjuistheden bevat.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

Journalisten berichten waarheidsgetrouw, controleerbaar en zo volledig mogelijk, en vermelden in beginsel de bronnen. Omdat het rapport van klaagster deel uitmaakt van het geschil waarover wordt bericht en door Hollander wordt gebruikt om omwonenden te adviseren het grondwater niet te gebruiken, kon zij in de publicatie met naam worden genoemd.

Voor zover klaagster al wordt gediskwalificeerd omdat – zoals zij stelt – op basis van het rapport uit 2024 door Hollander een onjuiste conclusie wordt getrokken, heeft Omroep Gelderland voldoende wederhoor toegepast door de gemeente te benaderen en haar standpunt in de publicatie op te nemen. De gemeente was immers de opdrachtgever voor de onderzoeken in 2022 en 2024, en is ook verantwoordelijk voor de woningbouwplannen waarover het in de publicatie beschreven geschil bestaat.

Wanneer blijkt dat een publicatie onjuistheden bevat dan wel verwijtbaar onvolledig is, moeten journalisten op passende wijze en zo snel mogelijk rectificeren. Omroep Gelderland is ingegaan op het rectificatieverzoek en heeft dit gemotiveerd afgewezen. Aangezien niet is gebleken dat de publicatie feitelijke onjuistheden bevat of – gelet op het wederhoor bij de gemeente – verwijtbaar onvolledig is, heeft Omroep Gelderland terecht geen aanleiding gezien het artikel te rectificeren.

Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht ongegrond is.

Relevante punten uit de Leidraad: A., B.2, B.3 en D.
Relevante eerdere conclusie van de Raad (onder meer): RvdJ 2019/49

CONCLUSIE

De klacht is ongegrond.

Zo vastgesteld door de Raad op 17 november 2025 door mr. S. Djebali, voorzitter, dr. H.P. Groenhart, L.C. Hauben, J. Hoogenberg en M. Thie, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G.A. van de Sluis, plaatsvervangend secretaris.