2025/31 Ongegrond

A. Siam / de hoofdredacteur van RTV Utrecht

Samenvatting

RTV Utrecht heeft bij het artikel met de kop “Raadsvergadering loopt uit de hand, burgemeester Dijksma belaagd door pro-Palestina demonstranten” een foto geplaatst waarop onder meer de heer A. Siam (klager) is te zien. Het is journalistiek en maatschappelijk relevant om over de protestactie te berichten en de privacybelangen van klager zijn hierdoor niet disproportioneel geschaad. De foto is genomen in een openbare ruimte tijdens de protestactie die in de publicatie wordt beschreven. Met het deelnemen aan die protestactie had klager ermee rekening kunnen en moeten houden dat media daaraan aandacht zouden besteden en dat hij op illustratief beeldmateriaal zou zijn te zien. Hij wordt verder niet met naam genoemd en zowel uit het onderschrift als het geheel van de publicatie blijkt dat bij het maken van de foto nog geen sprake was van belaging. De klacht is daarom ongegrond.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

A. Siam

tegen

de hoofdredacteur van RTV Utrecht  

De heer A. Siam te Utrecht (klager) heeft op 8 augustus 2025 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van RTV Utrecht. RTV Utrecht heeft in eerste instantie op de klacht gereageerd op 4 september 2025 en vervolgens na verzoek van de secretaris diezelfde dag het verweerschrift ingekort ingediend.

De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 19 september 2025. Klager is daar verschenen  en heeft zijn  standpunt  toegelicht aan de hand  van een  notitie, waarbij  hij een e-mail van de NOS heeft overgelegd. Namens RTV Utrecht waren de heren M. van Rossum du Chattel, verslaggever, en R. Hoving, eindredacteur, aanwezig.

DE FEITEN

Op 17 juli 2025 heeft RTV Utrecht op haar website een artikel gepubliceerd van de hand van Van Rossum du Chattel, onder de kop “Raadsvergadering loopt uit de hand, burgemeester Dijksma belaagd door pro-Palestina demonstranten”.  De intro van het artikel luidt:
“De laatste vergadering van de Utrechtse gemeenteraad voor het zomerreces is uit de hand gelopen. Pro-Palestinademonstranten vertrokken na een weggestemde motie. Een deel van de betogers bleef luid zingend in de raadszaal achter en weigerde te vertrekken. Daarna liep het verder uit de hand.”

Het artikel bevat onder meer de volgende passage:
“Nadat ze [burgemeester Dijksma, RvdJ] de vergadering had geschorst, verzocht ze de demonstranten om de tribune te verlaten. Toen dit niet gebeurde besloot ze om zelf de meute in beweging te krijgen. Met enig fysiek contact nam Dijksma de groep mee naar buiten.

Sfeer grimmig
Toen de sfeer buiten grimmig werd, werd Dijksma door het veiligheidspersoneel meegenomen in een auto. Via een achteringang kon de burgmeester de raadszaal weer ingaan, omdat de demonstranten de reguliere ingang blokkeerden.

Tussen de kop en intro is een foto geplaatst waarop burgemeester Dijksma, binnen in het gebouw, tussen een groep mannen – onder wie klager – staat. Het onderschrift luidt:
“Dijksma besluit de demonstranten zelf naar buiten te helpen.”

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klager stelt – kort samengevat – het volgende. Hij is een van de mannen die op de foto zijn te zien. Daardoor ontstaat de misleidende, onzorgvuldige en schadelijke indruk dat hij betrokken is geweest bij de belaging van Dijksma, waarover in de kop en het artikel wordt bericht. Klager was ten tijde van dat incident – dat buiten plaatsvond – echter niet meer aanwezig, althans hij heeft de belaging in ieder geval niet waargenomen.
Volgens klager heeft RTV Utrecht geen juiste afweging gemaakt tussen zijn belang en het journalistieke belang van de foto. Bovendien is de plaatsing in strijd met zijn portretrecht en de AVG. Door de publicatie van de foto heeft hij schade ondervonden. Zo is hij op zijn werk op de publicatie aangesproken omdat hij boos op de foto staat en is hem gevraagd wat hij met de burgemeester heeft gedaan. Ook werd een week later bij een ander protest gevraagd of hij een interview wilde geven. Hij wordt dus geassocieerd met de belaging en dat is niet terecht.
Klager wil dat RTV Utrecht overgaat tot verwijdering of het anonimiseren van de foto, dan wel een rectificatie of toelichting plaatst waarin duidelijk wordt gemaakt dat hij niet betrokken was bij het incident.
Op de zitting heeft klager er nog op gewezen dat de NOS in de kop van haar berichtgeving ‘belaging’ heeft gewijzigd in ‘het ontzetten van de burgemeester’. Bovendien heeft de NOS naar aanleiding van zijn klacht uit coulance een foto bij een vervolgartikel, over de aangifte van de burgemeester, verwijderd.
Klager meent dat door de tekst van het artikel het incident groter is geworden en ten onrechte het beeld is gecreëerd dat de personen op de foto, onder wie hijzelf, agressief zijn.

RTV Utrecht stelt daar – eveneens samengevat – het volgende tegenover. Het artikel gaat niet alleen over de belaging van burgemeester Dijksma buiten het stadhuis, maar ook over de gebeurtenissen in het gebouw. Dit blijkt ook uit de tweeledige kop. In dat verband wijst RTV Utrecht erop dat het artikel vrij toegankelijk is. Iedereen kan lezen dat de belaging op een ander moment plaatsvond dan dat waarop de foto is gemaakt, die duidelijk binnen in het stadhuis is genomen. Door deel te nemen aan een protestactie in een openbaar toegankelijk gebouw heeft klager het risico geaccepteerd te worden vastgelegd op foto of video.
RTV Utrecht heeft de personen op de foto niet willen criminaliseren en hen daarom niet onherkenbaar gemaakt; dit gebeurt alleen als iemand betrokken is bij een strafbaar feit, wat hier niet het geval is. Verder is klager niet met naam genoemd en staat de foto alleen bij dit artikel, niet bij het vervolgartikel over de aangifte van de burgemeester.
Verder heeft RTV Utrecht toegelicht dat klager ook op beelden buiten het stadhuis te zien is en dat hij deel heeft uitmaakte van de groep die voor commotie heeft gezorgd. Met ‘belagen’ is het ‘hinderen, lastig vallen en tegenhouden’ van de burgemeester bedoeld. Er is dus niet beoogd om aan de term de strafrechtelijke betekenis te geven.
RTV Utrecht concludeert dat het belang van publieke en feitelijke verslaggeving in dit geval zwaarder weegt dan het individuele belang van klager; diens privacy is niet ongerechtvaardigd geschonden.

BEOORDELING VAN DE ONTVANKELIJKHEID VAN KLAGER gelet op het bepaalde in artikel 2 lid 2 van het Reglement voor de werkwijze van de Raad

Sinds 1 januari 2024 is in artikel 2 lid 2 van het Reglement voor de werkwijze van de Raad het volgende bepaald:

“De Raad neemt klachten die ook onderwerp zijn van een juridische procedure niet (verder) in behandeling. Met het indienen van een klacht bij de Raad, accepteert klager dat hij afziet van het tevens nemen van rechtsmaatregelen omtrent dezelfde publicatie(s) en/of journalistieke gedraging(en).”

Zoals is toegelicht in het persbericht van de Raad van 21 november 2023 bij de totstandkoming van het huidige artikel 2 lid 2 van het Reglement, kunnen klagers een voor hen gunstige uitspraak van de Raad gebruiken om druk uit te oefenen op redacties door te dreigen met juridische vervolgstappen en daarmee kostbare juridische procedures. Dat is strijdig met aard en opzet van de klachtbehandeling door de Raad, waarbij het juist gaat om zelfregulering en laagdrempeligheid. Met artikel 2 lid 2 van het Reglement is daarom beoogd een klager te dwingen tot een duidelijke keuze: of hij kiest voor zelfregulering door de Raad of hij maakt gebruik van juridische mogelijkheden.

Op de zitting heeft klager onvoorwaardelijk medegedeeld dat hij ervoor heeft gekozen om geen juridische procedure – bijvoorbeeld via een klacht bij Autoriteit Persoonsgegevens – te starten. De Raad zal de klacht daarom inhoudelijk behandelen.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

De Raad stelt voorop dat hij journalistieke uitingen niet toetst aan wettelijke regels zoals de AVG. De Raad zal wat klager daarover heeft aangevoerd begrijpen als klacht dat RTV Utrecht ten aanzien van zijn privacy in strijd heeft gehandeld met de Leidraad.

Kern van de klacht is dat klager door plaatsing van de foto ten onrechte wordt geassocieerd met de in de kop genoemde belaging van burgemeester Dijksma en dat zijn privacy daardoor ongerechtvaardigd wordt geschonden.

In een publicatie mag de privacy van personen niet verder worden aangetast dan in het kader van de berichtgeving redelijkerwijs noodzakelijk is. Een inbreuk op de privacy is onzorgvuldig wanneer deze niet in redelijke verhouding staat tot het maatschappelijk belang van de publicatie.

Het is journalistiek en maatschappelijk relevant om over de protestactie te berichten. Met het deelnemen aan die protestactie, die plaatsvond in een openbare ruimte, had klager ermee rekening kunnen en moeten houden dat media daaraan aandacht zouden besteden en dat hij op illustratief beeldmateriaal zou zijn te zien. Het onderschrift maakt duidelijk dat op het moment dat de foto werd genomen, nog geen sprake was van de belaging die – zoals volgt uit het geheel van de publicatie – later buiten het stadhuis heeft plaatsgevonden. Bovendien is de naam van klager niet in het artikel vermeld.
Daarbij komt dat een artikel in een kop scherp(er) mag worden aangezet. Daarmee worden de grenzen van journalistieke zorgvuldigheid alleen overschreden als de kop geen grond vindt in het artikel. Daarvan is hier geen sprake, het artikel is feitelijk juist.

Al deze omstandigheden in aanmerking genomen, vindt de Raad dat de (privacy)belangen van klager niet disproportioneel zijn geschaad.

Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht ongegrond is.

Relevant punt uit de Leidraad: C.1
Relevante eerdere conclusies van de Raad (onder meer): RvdJ 2025/13, RvdJ 2024/33, RvdJ 2024/12 en RvdJ 2021/16
Relevant artikel uit het Reglement voor de werkwijze van de Raad: 2 lid 2

CONCLUSIE

De klacht is ongegrond.

Zo vastgesteld door de Raad op 14 november 2025 door mr. S. Djebali, voorzitter, dr. H.P. Groenhart, L.C. Hauben, J. Hoogenberg en M. Thie, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G.A. van de Sluis, plaatsvervangend secretaris.