2024/6 Niet inhoudelijk behandeld

G.P. Sanen / de hoofdredacteur van Radar (AVROTROS)

Samenvatting

Omdat Radar (AVROTROS) niet meedoet aan de procedure van de Raad voor de Journalistiek, heeft de Raad de klacht van G.P. Sanen tegen Radar niet inhoudelijk behandeld. De Raad gaat in deze situatie alleen tot behandeling van de klacht over in het bijzondere geval dat deze van algemene strekking of principieel belang is. Daarvan is hier niet gebleken.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

G.P. Sanen

tegen

de hoofdredacteur van Radar (AVROTROS)

De heer G.P. Sanen (klager) heeft op 25 oktober 2023 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van Radar (AVROTROS). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van klager betrokken van 7 en 20 november 2023.

De hoofdredacteur van Radar heeft in het verleden herhaaldelijk aan de Raad bericht dat hij niet wenst mee te werken aan de procedure van de Raad. Bij het doorsturen van de klacht is daarom aan de hoofdredacteur meegedeeld dat indien hij niet binnen de termijn van drie weken inhoudelijk heeft geantwoord, dit als een stilzwijgende afwijzing wordt beschouwd. De hoofdredacteur van Radar heeft niet op de klacht gereageerd.

De zaak is besproken op de zitting van de Raad van 1 december 2023 op basis van de schriftelijke stukken.

DE FEITEN

Op 8 mei 2023 is in een uitzending van het televisieprogramma Radar aandacht besteed aan thermografie. Het begeleidende artikel op de website van Radar heeft de titel “Afwijkende resultaten in onderzoek met verborgen camera naar thermografie”. In de uitzending zijn beelden gebruikt uit een eerdere uitzending van 29 februari 2016 over thermografie, die met een verborgen camera zijn gemaakt. Klager is medisch thermograaf en komt voor in de uitzending van 2016.

HET STANDPUNT VAN KLAGER

Klager stelt – samengevat – het volgende. Radar heeft in de uitzending van 8 mei 2023 zijn rechten en privacy geschonden door ten tweede male onterecht en zonder noodzaak gebruik te maken van de beelden die Radar voor de uitzending uit 2016 heimelijk heeft verkregen. Springend punt is dat Radar voor de recente uitzending kennis had van een brief van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd uit 2018, waarin klager volledig is vrijgesproken van de vermeende en veronderstelde feiten die Radar in de uitzending uit 2016 heeft gepresenteerd. Meerdere klanten hebben hem herkend in de uitzending van 8 mei 2023, ondanks dat hij door Radar onherkenbaar zou zijn gemaakt. Bovendien heeft Radar voor die uitzending geen wederhoor aan hem gevraagd. Verder heeft Radar nagelaten om te controleren of de informatie van de artsen wel klopt en of die artsen wel onafhankelijk zijn.

BEOORDELING VAN DE KLACHT
 
In artikel 9 lid 7 van het Reglement voor de werkwijze van de Raad is het volgende bepaald:
“Indien de klacht is ingediend tegen een medium dat of een journalist die zich uit beginsel niet verweert, ziet de Raad af van behandeling, tenzij de klacht volgens de Raad van algemene strekking of principieel belang is.”

Radar heeft niet op de klacht gereageerd en wenst blijkbaar (nog steeds) niet mee te werken aan de procedure bij de Raad. De Raad zal dan slechts tot behandeling van de klacht overgaan in het bijzondere geval dat deze van algemene strekking of van principieel belang is. Daarvan is hier niet gebleken.

Klager maakt bezwaar tegen berichtgeving over hem, waaronder begrepen het gebruik van beelden van hem. De Raad vindt niet dat de strekking van de klacht het belang van klager in zodanige mate overstijgt, dat er sprake is van een algemene strekking. Dat een inhoudelijk oordeel van de Raad mogelijk ook anderen ten goede komt, is daartoe onvoldoende.

Ook ziet de Raad geen aanknopingspunten voor de conclusie dat de klacht betrekking heeft op elementen van het journalistieke proces waarover de Raad zich niet eerder heeft uitgelaten, en daarmee van principieel belang is. De klacht gaat over onjuiste berichtgeving, het gebruik van een verborgen camera, het hergebruik van beelden, het schenden van privacy, het toepassen van wederhoor en de onafhankelijkheid van de gebruikte bronnen. De Raad heeft hierover in zijn Leidraad algemene uitgangspunten geformuleerd die in diverse conclusies zijn uitgewerkt. Gesteld noch gebleken is dat de door de Raad gehanteerde criteria onvoldoende duidelijk zijn. Dat Radar niet volgens deze criteria zou hebben gehandeld, maakt op zichzelf de klacht nog niet van principieel belang.

De Raad ziet dan ook geen aanleiding de klacht inhoudelijk te behandelen.

Relevante punten uit de Leidraad: B.1, B.3, C. en C.1.
Relevante eerdere conclusies (onder meer): RvdJ 2023/32 en RvdJ 2017/18
Relevant artikel uit het Reglement voor de werkwijze van de Raad: 9 lid 7

CONCLUSIE

De klacht is niet van algemene strekking of principieel belang en wordt daarom niet inhoudelijk behandeld.

Zo vastgesteld door de Raad op 1 februari 2024 door mr. M.V. Ulrici, voorzitter, S.A. Agterberg, J. Hoogenberg, M.J.P.H. Josten en M. ten Katen, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G. Kamminga, plaatsvervangend secretaris.