Samenvatting
Omroep Zeeland heeft in een aantal artikelen geschreven over kritiek op het functioneren van de Vlissingse PvdA-fractievoorzitter F. Oreel (klaagster). De klacht tegen de artikelen van 19 juli 2023 en 16 oktober 2023 is ongegrond voor zover deze klacht betrekking heeft op onjuiste berichtgeving, waarbij onvoldoende rekening is gehouden met de positie van klaagster en onvoldoende wederhoor is toegepast. Voor zover de klacht erop ziet dat journalist A. Boxmeer zich intimiderend heeft opgesteld, onthoudt de Raad zich van een oordeel.
Voor zover de klacht zich richt tegen een artikel van 5 oktober 2023 heeft de Raad de klacht niet inhoudelijk behandeld, omdat klaagster haar bezwaren niet eerst aan Omroep Zeeland heeft voorgelegd.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van
F. Oreel
tegen
de hoofdredacteur van Omroep Zeeland
Mevrouw F. Oreel (klaagster) heeft op 19 juli 2023 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van Omroep Zeeland. Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van klaagster en Omroep Zeeland betrokken van 29 augustus 2023, 27 september 2023, 9, 18, 20 en 30 oktober 2023.
De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 3 november 2023. Klaagster was daar aanwezig, vergezeld door mevrouw M. Gomperts. Aan de zijde van Omroep Zeeland zijn de heer A. Boxmeer, journalist, en de heer E. de Kort, hoofdredacteur, verschenen.
DE FEITEN
Op 19 juli 2023 is op de website van Omroep Zeeland een artikel verschenen met de titel “Vlissingse PvdA’ers kritisch over fractievoorzitter Frances Oreel: ‘Wie haar niet zint schuift ze aan de kant’”. De intro van het artikel luidt:
“De Vlissingse PvdA-fractievoorzitter Frances Oreel treedt volstrekt solistisch op binnen haar partijafdeling. Leden die zich daar kritisch over uitlaten, worden geïsoleerd en buitengesloten. Dat zeggen twee PvdA’ers, die dit zou zijn overkomen.”
Het artikel bevat verder de volgende tekst:
“Dit verhaal begint met twee mededelingen en een waarschuwing.
Mededeling 1: de Vlissingse PvdA-fractievoorzitter Frances Oreel heeft een klacht wegens seksueel overschrijdend gedrag ingediend tegen een mannelijke partijgenoot. De landelijke integriteitscommissie van de PvdA buigt zich hierover op dit moment.
Mededeling 2: sinds maart ligt er een intern rapport van de PvdA Zeeland naar klachten over hoe Oreel functioneert binnen de partij. De afgelopen jaren verlieten raadsleden en fractiemedewerkers vanwege ruzie met Oreel de partij om als eenmansfractie door te gaan, naar een andere partij over te stappen of de politiek te verlaten. Het gewestelijk partijbestuur weigert het rapport te publiceren zolang de klacht van Oreel in behandeling is.
Anoniem verhaal
Dan nu de waarschuwing. In elk conflict proberen de ruziënde ‘kampen’ hun eigen standpunt als het enige juiste neer te zetten en de tegenpartij zo veel mogelijk zwart te maken. Journalisten kunnen hierbij als ‘brievenbus’ fungeren. Soms zelfs letterlijk, want een medewerker van Omroep Zeeland ontving een anoniem briefje over de klacht van Frances Oreel. Daarnaast kreeg een andere collega ‘spontaan’ een telefoontje van een Vlissings PvdA-lid, dat op voorwaarde van anonimiteit zijn verhaal wilde vertellen. Dat was een ‘pro-Oreel-verhaal’, maar dat is in een intern conflict uiteraard slechts één kant van de medaille.
Ook ontvingen we anoniem een e-mail die ex-raadslid Koen de Vries naar Oreel stuurde. Hierin gaf hij aan dat hij vanwege haar gedrag afstand deed van zijn raadszetel. De Vries noemde enkele namen van Vlissingse PvdA’ers die hem voorgingen. Daartoe behoorde onder meer Angelique Duijndam. Zij werd in 2018 raadslid, maar ging al na een paar maanden na ruzie met Oreel verder als onafhankelijk raadslid. Uit de mail van De Vries drong zich de volgende conclusie op: het PvdA-partijsymbool, een roos in een vuist, is in Vlissingen verworden tot een bloem waarvan de blaadjes uitvallen, maar waarvan de doornen inmiddels diepe wonden hebben achtergelaten.
‘De partij zit op slot’
Koen de Vries noemde ook het echtpaar Wim Meijer en Monique Doppegieter, wellicht minder bekend, maar nog wel steeds lid van de PvdA. Meijer (72) was van 1988 tot 1994 raadslid en van 2018 tot 2022 afdelingspenningmeester. Doppegieter (65) werd vorig jaar actief. Ze hebben getwijfeld of ze hun verhaal aan de pers moesten vertellen. Want de partij gaat hen aan het hart. Doppegieter: “Uiteindelijk doen we het daarom juist wel. De PvdA Vlissingen zit vanwege de conflicten op dit moment op slot, terwijl we ons voor onze kiezers zouden moeten inzetten.”
Het is eind 2021, enkele maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen. Monique Doppegieter: “De partij had moeite om kandidaten te vinden, dus ik meldde me aan. Ik was verbaasd hoe de verkiezingscampagne verliep. Er zaten enkele nieuwe, enthousiaste mensen in het campagneteam, maar Frances Oreel doorkruiste voortdurend hun initiatieven. Er was niet echt een strategie.”
‘Interne informatie gelekt’
Ervoer Doppegieter dat als merkwaardig, kwalijker vond ze wat erna gebeurde. “Na een lijsttrekkersdebat in het stadhuis insinueerde Frances dat ik interne informatie naar een andere partij had gelekt. Alhoewel ik dit pertinent ontkende, had de beschuldiging direct gevolgen voor me. Frances communiceert via diverse appgroepen met partijleden. Om mensen uit te sluiten gooit ze die niet uit een appgroep, maar start ze een nieuwe groep, waarvoor ik niet werd uitgenodigd. Van de ene op de andere dag was ik buitengesloten. En niet alleen dat, ook de overige partijgenoten lieten niets meer van zich horen.”
(…)
Verkeerde keelgat
Meijer constateerde dat Oreel bij het organiseren van de fractie en steunfractie niet van plan was om normaal overleg te voeren. “Dat schoot mij behoorlijk in het verkeerde keelgat. Ik heb Frances daarover gemaild. Gevolg was dat ik onmiddellijk van alle communicatie werd uitgesloten. Ook verbood ze andere partijgenoten om nog contact met me op te nemen. En dat terwijl ik nog wel penningmeester van de afdeling Vlissingen was. Uiteindelijk ben ik in mei 2022 opgestapt.”
Verbaasd is Meijer dat hij niet is benaderd voor het interne onderzoek naar de problemen in de Vlissingse PvdA. “Ik ben vier jaar bestuurslid geweest in een periode met veel spanningen tussen fractievoorzitter en bestuur. Ik had zeker informatie kunnen geven.
(…)
‘Geen teamplayer’
Het gesprek is bijna ten einde. Meijer en Doppegieter trekken hun conclusies. “Frances Oreel is absoluut geen teamplayer en daarmee niet geschikt als fractievoorzitter. Er is een patroon herkenbaar: wie haar niet zint schuift ze aan de kant. Ze berokkent de partij in Vlissingen veel schade. Helaas is ze niet gevoelig voor kritiek.”
Vanwege alle onverkwikkelijke ervaringen heeft Doppegieter de PvdA laten weten niet meer beschikbaar te zijn als mogelijk raadslid.
‘Absoluut onhoudbaar’
Zijn Meijer en Doppegieter de enige Vlissingse PvdA’ers die willen vertellen over de interne strubbelingen? Een oproep per e-mail levert weinig op. Wel wil de opvolger van Wim Meijer als penningmeester, Herbert Cappon, ‘graag nog een keer een boekje opendoen’. Maar nu niet, want hij moet naar eigen zeggen eerst de leden informeren tijdens een algemene ledenvergadering eind augustus. Wel laat hij weten ‘persoonlijk van mening te zijn dat de positie van de huidige fractievoorzitter absoluut onhoudbaar is’. Waarom? Als we hem bellen, wil hij dit eigenlijk niet toelichten. Maar uiteindelijk zegt hij: “Ik kom tot deze conclusie op basis van mijn ervaringen de afgelopen jaren binnen het PvdA-bestuur. Er is sprake van een onherstelbaar verstoorde verstandhouding tussen het bestuur en de fractievoorzitter.”
Onder het artikel staat in een kader de volgende tekst:
“Reactie Francis Oreel
Uiteraard hebben we Frances Oreel om een reactie gevraagd. Die geeft ze schriftelijk: “Bovenstaand artikel is gebaseerd op meningen van mensen, niet op feiten. De beweringen en aantijgingen passen in het patroon van de ‘zwart-maak-campagne’ die is ingezet sinds ik een klacht inzake grensoverschrijdend gedrag heb ingediend. De beweringen zijn niet waar. Ik kan dat aantonen, maar ik wil de procedure rond mijn klacht niet beïnvloeden. Ik zit als slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag in een hele lastige situatie. Dit wens ik niemand toe. Ik betreur het zeer dat enkele mensen niet het fatsoen hebben de klachtenprocedure haar beloop te laten hebben, maar een uiterst kwetsende mening ventileren over mij. Ik praat niet over de kwestie en niet over de procedure. Dit is het beste voor mij en voor de persoon tegen wie ik een klacht heb ingediend.””
Verder is op 5 oktober 2023 op de website van Omroep Zeeland een artikel verschenen met de titel “Jan Lonink: ‘Uitblijven onderzoek naar problemen PvdA Vlissingen beschadigt mensen’”. De intro van het artikel luidt:
“Oud-burgemeester Jan Lonink van Terneuzen vindt het verontrustend dat het rapport dat hij een half jaar geleden geschreven heeft over de problemen binnen de Vlissingse PvdA nog steeds niet is gepubliceerd.”
Het artikel bevat verder onder meer de volgende passage:
“Lonink en De Koster kregen de opdracht om met zo veel mogelijk mensen te praten binnen de PvdA in Vlissingen die actief waren en zijn sinds de huidige fractievoorzitter aantrad. Namen noemt Lonink niet, maar hij doelt op Frances Oreel, waarvan diverse Vlissingse PvdA’ers vinden dat onder haar leiding de PvdA in onrustig vaarwater is terechtgekomen.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag
Dat het rapport nog niet uit is, komt omdat Oreel begin dit jaar een klacht wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen een Vlissingse partijgenoot indiende bij de landelijke PvdA. Het gewestelijk bestuur besloot daarop het eigen onderzoek pas te publiceren als de klacht van Oreel behandeld is. Lonink: “Het uitblijven van ons rapport, dat we naar eer en geweten hebben gemaakt, zorgt voor veel mist en onrust. Ik denk dat mensen hierdoor worden beschadigd.”
Ook is op 16 oktober 2023 op de website van Omroep Zeeland een artikel verschenen met de titel “PvdA verklaart klacht van Vlissingse fractievoorzitter Frances Oreel wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag ongegrond”. De intro van het artikel luidt:
“De klacht van de Vlissingse PvdA-fractievoorzitter Frances Oreel tegen een partijgenoot wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag is ongegrond verklaard. Dat heeft de klachtencommissie van de partij het beschuldigde PvdA-lid laten weten.”
Het artikel bevat verder onder meer de volgende passages:
“Omroep Zeeland heeft de conclusie van het onderzoek gelezen. Die luidt: ‘De commissie is unaniem van mening dat er geen sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag, intimidatie, pesterijen, stalking of ander grensoverschrijdend gedrag. De klachtencommissie acht de klacht van Frances Oreel over … (naam bij de redactie bekend) inzake (seksueel) grensoverschrijdend gedrag, intimidatie en pesterijen ongegrond.”
en:
“In opdracht van het PvdA-gewest hebben de Zeeuwse PvdA-partijprominenten Jan Lonink (oud-burgemeester van Terneuzen) en Marjan de Koster (oud-Statenlid) onderzoek gedaan naar verstoorde verhoudingen binnen de PvdA Vlissingen, waarbij de naam van Oreel ook wordt genoemd.
Rapport Lonink
Het gewestelijk bestuur wilde het rapport naar aanleiding van dit onderzoek, dat al enige tijd klaar is, niet publiceren voor de PvdA-klachtencommissie over de klacht van Oreel had geoordeeld. Nu dat is gebeurd, weet gewestelijk voorzitter Miermans nog niet wanneer het rapport wordt gepubliceerd en de PvdA-afdeling Vlissingen een ledenvergadering hierover belegt.
Frances Oreel wilde desgevraagd vooralsnog niet reageren op het oordeel van de klachtencommissie.”
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klaagster stelt – samengevat – het volgende. Omroep Zeeland heeft onvoldoende rekening gehouden met haar positie. Zij kon vanwege een lopende klachtprocedure over seksueel grensoverschrijdend gedrag niet reageren. Dat heeft zij ook uitgelegd aan Boxmeer, nadat hij voorafgaand aan de publicatie van 19 juli 2023 contact met haar had opgenomen voor het wederhoor. Het gesprek met Boxmeer is naar verlopen. Hij was zeer intimiderend en geïrriteerd doordat zij niet kon reageren. Bovendien deed hij nogal badinerend over de kwestie. Klaagster voelt zich als slachtoffer beschuldigd door de journalist.
Op de zitting voegt klaagster hieraan toe dat zij ook niet kon reageren vanwege een tweede lopend onderzoek binnen de Vlissingse PvdA. Bij zowel de klachtprocedure over seksueel grensoverschrijdend gedrag als het onderzoek binnen de PvdA was vertrouwelijkheid afgesproken. Het onderzoek richtte zich overigens niet op haar functioneren maar op de relatie tussen het bestuur en de fractie. Als zij op de beweringen van het echtpaar Meijer-Doppegieter zou reageren, dan had zij zich moeten uitlaten over zaken die in het onderzoek aan de orde waren.
Verder vindt klaagster dat Omroep Zeeland de beweringen van de geïnterviewden onvoldoende heeft gecontroleerd op waarheid. Zij heeft uitdrukkelijk verzocht het artikel van 19 juli 2023 niet te publiceren, omdat de beweringen niet klopten. Klaagster zou deze beweringen kunnen weerleggen, maar aan de geïnterviewden had ook gevraagd kunnen worden de beweringen te staven. Boxmeer heeft hen echter laten praten zonder naar bewijzen te vragen. Daarmee geeft Omroep Zeeland ruimte voor pestgedrag, intimidatie en framing van haar als slachtoffer. De raadsleden zijn niet benaderd over de reden waarom zij zijn gestopt bij de PvdA. Met de bronnen is niet gesproken en het verhaal is aangedikt.
Verder wordt informatie die in het voordeel is van klaagster, niet vermeld. Alleen wordt gemeld dat er ook ‘pro-Oreel’ informatie is. De balans in het artikel van 19 juli 2023 is volledig zoek, het is geheel tegen haar gericht. Omroep Zeeland komt daardoor partijdig over. Uiteraard bepaalt een journalist zelf over wie of waarover hij bericht, maar het belangrijkste is dat de feiten moeten kloppen. Daaraan is niet voldaan. De beroepsethische regels over onder meer privacy, hoor- en wederhoor en gebruik van bronnen zijn onvoldoende nageleefd.
Ten slotte stelt klaagster dat ook ten aanzien van de artikelen van 5 en 16 oktober 2023 ten onrechte geen wederhoor is toegepast. Over het artikel van 5 oktober is zij niet benaderd en met betrekking tot het artikel van 16 oktober werd zij pas na plaatsing door Omroep Zeeland gebeld.
Omroep Zeeland stelt hier – eveneens samengevat – het volgende tegenover. De aanleiding om over klaagster te berichten is dat er al langer binnen de Vlissingse PvdA onrust bestaat. Daarover zijn dan ook meerdere artikelen verschenen. Deze berichtgeving voldoet aan de vereiste journalistieke maatstaven. In de serie artikelen zijn de problemen van verschillende kanten belicht en komen diverse meningen aan bod. Verder wijst de omroep erop dat de mogelijkheid tot wederhoor is gegeven en dat de reactie van klaagster steeds adequaat in de berichtgeving is verwerkt. Ook heeft de omroep feitelijk en zorgvuldig bericht.
Op de zitting voegt de omroep hieraan toe dat betrouwbaarheid voorop staat en gaat voor snelheid, zeker in gevoelige kwesties. Verder licht Boxmeer desgevraagd toe dat de beller met het ‘pro-Oreel’-verhaal steeds meer voorwaarden stelde aan het publiceren van diens visie op de kwestie, zodat hij daarover uiteindelijk niets aanvullends heeft opgenomen. Wel heeft hij nog andere personen gesproken, nader onderzoek verricht en zaken geverifieerd. In andere artikelen van de serie is ook positief over Oreel bericht en zijn ‘pro-Oreel’-personen aan het woord gelaten. Boxmeer wist overigens niet dat over het PvdA-onderzoek vertrouwelijkheid was afgesproken.
Volgens de omroep kan het echter niet zo zijn dat de omroep niet kan berichten over de politieke onrust binnen de Vlissingse PvdA omdat er een klacht loopt van klaagster over seksueel grensoverschrijdend gedrag en een intern onderzoek gaande is binnen de PvdA. Omroep Zeeland heeft de klacht en de onrust steeds als twee verschillende feiten gezien.
Ten slotte betwist de omroep dat Boxmeer zich intimiderend heeft opgesteld. Hij heeft klaagster altijd professioneel en journalistiek correct benaderd. Het is juist klaagster die zich in het gesprek met Boxmeer onbetamelijk heeft gedragen.
BEOORDELING VAN DE TIJDIGHEID VAN DE INDIENING VAN DE KLACHT
voor zover deze is gericht tegen het artikel van 5 oktober 2023
Volgens artikel 2a lid 1 van het Reglement voor de werkwijze van de Raad moet een klager zich met zijn bezwaren eerst wenden tot het medium, voordat hij zijn klacht bij de Raad kan indienen. Dit brengt mee dat een klager de klacht die hij door de Raad wil laten beoordelen in (min of meer) dezelfde bewoordingen/strekking eerst aan het medium moet hebben voorgelegd. Achtergrond van deze bepaling is dat – in het kader van een goede zelfregulering door de media – uitgangspunt verdient te zijn dat partijen eerst samen overleg voeren om te bezien of zij tot een minnelijke oplossing van het probleem kunnen komen.
Een klager heeft de hiervoor bedoelde verplichting ook ten aanzien van vervolgberichtgeving. Dat een klager al een klachtprocedure bij de Raad is gestart over een andere publicatie, maakt dit niet anders.
Vaststaat dat klaagster haar bezwaren tegen het artikel van 5 oktober 2023 – in tegenstelling tot die tegen de artikelen van 19 juli 2023 en 16 oktober 2023 – niet eerst heeft voorgelegd aan Omroep Zeeland. De Raad zal daarom de klacht in zoverre niet inhoudelijk behandelen.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
voor zover deze is gericht tegen de artikelen van 19 juli 2023 en 16 oktober 2023
Kern van de klacht is dat de berichtgeving onwaarheden en ongefundeerde beschuldigingen aan het adres van klaagster bevat, waarbij onvoldoende rekening is gehouden met de positie van klaagster en onvoldoende wederhoor is toegepast. Verder heeft klaagster aangevoerd dat Boxmeer zich intimiderend heeft opgesteld in de contacten met haar. De Raad zal zich hiertoe beperken.
Media hebben een belangrijke taak om misstanden in de samenleving aan de kaak te stellen. Het is maatschappelijk en journalistiek relevant om onderzoek te verrichten naar en/of te berichten over onrust binnen een gemeentelijke politieke partij.
Daarbij zijn de journalist en zijn redactie vrij in de selectie van nieuws. Het is aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Dit neemt niet weg dat het belang dat met een publicatie is gediend moet worden afgewogen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad.
Voor Omroep Zeeland bestond voldoende aanleiding om over klaagster te berichten op de wijze zoals is gedaan. Door de kop van het artikel is het voor de gemiddelde lezer duidelijk dat kritische PvdA-leden aan bod komen. Het stond Omroep Zeeland vrij om – binnen de reeks van publicaties – in het artikel van 19 juli 2023 een dergelijke insteek te kiezen.
Er is geen zodanig vertekend beeld of onzorgvuldige weergave van de kwestie gegeven, dat daarmee geen sprake meer is van waarheidsgetrouwe berichtgeving.
De beschuldigingen die zijn geuit door de geïnterviewden zijn voor hun rekening gelaten. Niet is gesteld of gebleken dat zij onjuist zijn geciteerd. Verder heeft Boxmeer voldoende aannemelijk gemaakt dat hij nog andere personen heeft gesproken en nader onderzoek heeft verricht.
Daarbij komt dat klaagster voor nuance in de berichtgeving had kunnen zorgen. Omroep Zeeland heeft haar voldoende de mogelijkheid tot wederhoor geboden. Niet is gebleken dat de reactie van klaagster onjuist is verwerkt. Dat klaagster wellicht niet adequaat heeft gereageerd komt voor haar rekening. Zij heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij – ondanks de afgesproken vertrouwelijkheid – niet verder inhoudelijk kon reageren op de verwijten over haar stijl van besturen. De Raad neemt hierbij in aanmerking dat de berichtgeving niet ging over de klacht van klaagster wegens grensoverschrijdend gedrag en dat naar haar eigen zeggen het interne onderzoek (vooral) betrekking had op de relatie tussen het bestuur en de fractie van de PvdA.
Gelet op het voorgaande bestaat geen aanleiding voor de conclusie dat Omroep Zeeland onvoldoende rekening heeft gehouden met de positie van klaagster. In dat verband is bovendien relevant dat klaagster als publiek figuur zich meer moet laten welgevallen.
De standpunten van partijen over de vraag of Boxmeer zich intimiderend heeft opgesteld, staan lijnrecht tegenover elkaar. De Raad kan niet vaststellen welk standpunt juist is en onthoudt zich daarom op dit punt van een oordeel.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de klacht ten aanzien van de artikelen van 19 juli 2023 en 16 oktober 2023 ongegrond is voor zover deze betrekking heeft op onjuiste berichtgeving, waarbij onvoldoende rekening is gehouden met de positie van klaagster en onvoldoende wederhoor is toegepast. Voor zover deze klacht erop ziet dat Boxmeer zich intimiderend heeft opgesteld, onthoudt de Raad zich van een oordeel.
Relevante punten uit de Leidraad: A., B.1, B.3, en C.
Relevante eerdere conclusies (onder meer): RvdJ 2023/3, RvdJ 2022/32, RvdJ 2022/23 en RvdJ 2020/32
Relevant artikel uit het Reglement voor de werkwijze van de Raad: 2a
CONCLUSIE
De klacht tegen het artikel van 5 oktober 2023 is niet inhoudelijk behandeld.
Voor zover de klacht tegen de artikelen van 19 juli 2023 en 16 oktober 2023 betrekking heeft op onjuiste berichtgeving, waarbij onvoldoende rekening is gehouden met de positie van klaagster en onvoldoende wederhoor is toegepast, is deze ongegrond.
Voor zover de klacht erop ziet dat Boxmeer zich intimiderend heeft opgesteld, onthoudt de Raad zich van een oordeel.
Zo vastgesteld door de Raad op 16 januari 2024 door mr. J.J. van Eck, voorzitter, L.C. Hauben, mr. N.A.M. van Herten, dr. J. Luttikhold en M. Thie, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G. Kamminga, plaatsvervangend secretaris.