2024/3 Niet inhoudelijk behandeld

P.L.M. Brandjes / de hoofdredacteur van Quote

Samenvatting

Quote heeft in een aantal artikelen aandacht besteed aan de vermeende bemoeienis van klager en een aantal andere vastgoedbezitters met de Noordwijkse gemeentepolitiek. Voor zover klager bezwaar maakt tegen het artikel van 13 februari 2023 is de klacht niet tijdig ingediend en daarom niet inhoudelijk behandeld. Voor zover de klacht is gericht tegen de artikelen van 14 juni 2023 en juli 2023 is de klacht niet inhoudelijk behandeld, omdat Quote niet meer meedoet aan de procedure van de Raad voor de Journalistiek. De Raad gaat in deze situatie alleen tot behandeling van de klacht over in het bijzondere geval dat deze van algemene strekking of principieel belang is. Daarvan is hier niet gebleken.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

P.L.M. Brandjes

tegen

de hoofdredacteur van Quote

De heer P.L.M. Brandjes heeft op 30 augustus 2023 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van Quote. Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van klager betrokken van 12 september 2023 en 30 oktober 2023.

De hoofdredacteur van Quote heeft eerder aan de Raad bericht dat hij uit beginsel niet langer wenst mee te werken aan de procedures van de Raad. Bij het doorsturen van de klacht is daarom aan de hoofdredacteur meegedeeld dat indien hij niet binnen de termijn van drie weken inhoudelijk heeft geantwoord, dit als een stilzwijgende afwijzing wordt beschouwd. De hoofdredacteur heeft niet op de klacht gereageerd.

De zaak is besproken op de zitting van de Raad van 3 november 2023 op basis van de schriftelijke stukken.

DE FEITEN

Op 13 februari 2023 is op de website van Quote een artikel verschenen met de kop “Laat Noordwijk ex-bestuurders in vastgoedsoap als baksteen vallen?”.
Verder is op 14 juni 2023 op de website van Quote een artikel verschenen met de kop “Oorlog in Noordwijk: hoe zakenman Paul Brandjes op ramkoers ligt met de lokale politiek”. Vervolgens is in de papieren editie van Quote van juli 2023 een artikel verschenen met de kop “Waar rook is, is Brandjes”.

De artikelen gaan over de vermeende bemoeienis van klager en een aantal andere vastgoedbezitters met de Noordwijkse gemeentepolitiek.

HET STANDPUNT VAN KLAGER

Klager stelt – samengevat – het volgende. Quote heeft met het artikel van 13 februari 2023 het voornaamste uitgangspunt van de journalistieke gedragscode geschonden. Het artikel is namelijk niet waarheidsgetrouw, maar eenzijdig en tendentieus. Ook is de schijn van belangenverstrengeling gewekt door de rol van de huisadvocaat van Quote, die ook de advocaat is van de partijen waarmee klager een juridisch conflict heeft. Daarbij neemt Quote de standpunten van deze partijen kritiekloos over, terwijl daar juist extra terughoudendheid en zorgvuldigheid waren geboden.
Verder bevatten de artikelen van 14 juni 2023 en juli 2023 een aaneenschakeling van fouten, onbewezen beschuldigingen, eenzijdige en tendentieuze berichtgeving. Ook geven deze artikelen een onvolledig beeld doordat essentiële informatie niet is vermeld. Ook hier speelt de schijn van belangenverstrengeling door de dubbelrol van de huisadvocaat van Quote. Verder heeft Quote geen deugdelijk wederhoor geboden.
Volgens klager is de klacht van algemene strekking of principieel belang. Dat is erin gelegen dat de uitgever en redactie van een journalistiek medium terughoudendheid en zorgvuldigheid in acht dienen te nemen wanneer zij informatie ten behoeve van een publicatie krijgen aangeleverd van een advocaat die bij een juridisch geschil is betrokken en publiciteit zoekt ten faveure van zijn cliënt. Dit geldt temeer wanneer deze advocaat ook de huisadvocaat van het medium is.

BEOORDELING VAN DE TIJDIGHEID VAN DE INDIENING VAN DE KLACHT
voor zover deze is gericht tegen het artikel van 13 februari 2023

Volgens artikel 2a van het Reglement moet een klager zijn bezwaren over een publicatie eerst voorleggen aan het betrokken medium, voordat hij zijn klacht bij de Raad kan indienen. Dit dient te gebeuren binnen drie maanden na het plaatsvinden van de journalistieke gedraging waartegen klager bezwaar heeft. Daarna heeft het medium maximaal één maand de gelegenheid om de klacht af te handelen.
Vervolgens kan de klager zijn klacht indienen bij de Raad en wel uiterlijk binnen zes maanden na de gewraakte publicatie. Indien een klacht niet tijdig is ingediend wordt deze niet inhoudelijk behandeld maar wordt volstaan met de constatering van de niet tijdige indiening van de klacht. Deze constatering blijft achterwege indien redelijkerwijs moet worden geconcludeerd dat de niet tijdige indiening van de klacht niet voor rekening van de klager behoort te komen.

Klager heeft zich niet binnen de hiervoor gestelde termijn van zes maanden na het artikel 13 februari 2023 tot de Raad gewend. Hij heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die de termijnoverschrijding verontschuldigbaar maken. De klacht over dit artikel wordt daarom niet inhoudelijk behandeld.

BEOORDELING VAN DE KLACHT
voor zover deze is gericht tegen de artikelen van 14 juni 2023 en juli 2023
 
In artikel 9 lid 7 van het Reglement voor de werkwijze van de Raad is het volgende bepaald:
“Indien de klacht is ingediend tegen een medium dat of een journalist die zich uit beginsel niet verweert, ziet de Raad af van behandeling, tenzij de klacht volgens de Raad van algemene strekking of principieel belang is.”

Quote heeft zich uit beginsel niet verweerd. De Raad zal dan slechts tot behandeling van de klacht overgaan in het bijzondere geval dat deze van algemene strekking of van principieel belang is. Daarvan is hier niet gebleken.

De artikelen gaan specifiek over klager. De Raad vindt niet dat de strekking van de klacht het belang van klager in zodanige mate overstijgt, dat er sprake is van een algemene strekking. Dat een inhoudelijk oordeel van de Raad mogelijk ook anderen ten goede komt, is daartoe onvoldoende.

Ook ziet de Raad geen aanknopingspunten voor de conclusie dat de klacht betrekking heeft op elementen van het journalistieke proces waarover de Raad zich niet eerder heeft uitgelaten, en daarmee van principieel belang is. De klacht gaat over onjuiste, eenzijdige en tendentieuze berichtgeving, het toepassen van wederhoor, onafhankelijkheid en (schijn van) belangenverstrengeling. De Raad heeft hierover in zijn Leidraad algemene uitgangspunten geformuleerd die in diverse conclusies zijn uitgewerkt. Gesteld noch gebleken is dat de door de Raad gehanteerde criteria onvoldoende duidelijk zijn. Dat Quote niet volgens deze criteria zou hebben gehandeld, maakt op zichzelf de klacht nog niet van principieel belang.

De Raad ziet dan ook geen aanleiding de klacht inhoudelijk te behandelen.

Relevante punten uit de Leidraad: A., B.3, en C.
Relevante eerdere conclusies: RvdJ 2023/26, RvdJ 2023/14, RvdJ 2023/8 en RvdJ 2021/8
Relevante artikelen uit het Reglement voor de werkwijze van de Raad: 2a en 9 lid 7

CONCLUSIE

De klacht tegen het artikel van 13 februari 2023 is niet tijdig ingediend en is daarom niet inhoudelijk behandeld.
De klacht over de artikelen van 14 juni 2023 en juli 2023 is niet van algemene strekking of principieel belang en is daarom niet inhoudelijk behandeld.

Zo vastgesteld door de Raad op 10 januari 2024 door mr. J.J. van Eck, voorzitter, L.C. Hauben, mr. N.A.M. van Herten, dr. J. Luttikhold en M. Thie, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G. Kamminga, plaatsvervangend secretaris.