2023/32 Niet inhoudelijk behandeld

X / de hoofdredacteur van Privé (Mediahuis Nederland)

Samenvatting

Omdat Privé niet meedoet aan de procedure van de Raad voor de Journalistiek, heeft de Raad een klacht betreffende een artikel over het overlijden van André Hazes en de problemen rond zijn nalatenschap niet inhoudelijk behandeld. De Raad gaat in deze situatie alleen tot behandeling van de klacht over in het bijzondere geval dat deze van algemene strekking of principieel belang is. Daarvan is hier niet gebleken.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

X

tegen

de hoofdredacteur van Privé (Mediahuis Nederland)

De heer X te [woonplaats] (klager) heeft op 9 augustus 2023 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van Privé (Mediahuis Nederland).
Naar aanleiding van e-mailcorrespondentie met het secretariaat van de Raad van 11 september 2023 heeft mevrouw B. Visser, bedrijfsjurist Privacy bij Mediahuis Nederland, op 12 september 2023 bevestigd dat Privé uit beginsel niet wenst mee te werken aan procedures van de Raad. Klager heeft daarop gereageerd op 13 september 2023.

De klacht is besproken op de zitting van de Raad van 22 september 2023 op basis van de schriftelijke stukken.

DE FEITEN

In de editie van Privé met nummer 07/2023 is een artikel gepubliceerd over het overlijden van André Hazes en de problemen rond zijn nalatenschap. In de publicatie is een gedeelte van een brief aan de belastingdienst afgedrukt, waarop de naam van klager is vermeld.

HET STANDPUNT VAN KLAGER

Klager stelt – kort samengevat – het volgende. De brief is gepubliceerd zonder dat zijn naam onleesbaar is gemaakt, terwijl de vermelding van zijn naam geen nieuwswaarde heeft. Door de publicatie is bekend geworden wat voor soort nalatenschappen hij bij de belastingdienst behandelde en dat hij betrokken is geweest bij de afwikkeling van de nalatenschap van André Hazes. Hiermee heeft Privé zijn privacy geschonden en in strijd gehandeld met de AVG, aldus klager.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

In artikel 9 lid 7 van het Reglement voor de werkwijze van de Raad is het volgende bepaald:
“Indien de klacht is ingediend tegen een medium dat of een journalist die zich uit beginsel niet verweert, ziet de Raad af van behandeling, tenzij de klacht volgens de Raad van algemene strekking of principieel belang is.”

De hoofdredacteur van Privé heeft kenbaar gemaakt dat hij uit beginsel geen medewerking verleent aan de procedure bij de Raad en heeft zich daarom niet verweerd. De Raad zal dan slechts tot behandeling van de klacht overgaan in het bijzondere geval dat deze van algemene strekking of van principieel belang is. Daarvan is hier niet gebleken.
Klager maakt bezwaar tegen het afdrukken van een brief waarop zijn naam is vermeld. De Raad vindt niet dat de strekking van de klacht het belang van klager in zodanige mate overstijgt, dat sprake is van een algemene strekking. Dat een inhoudelijk oordeel van de Raad mogelijk ook anderen ten goede komt, is daartoe onvoldoende.

Ook ziet de Raad geen aanknopingspunten voor de conclusie dat de klacht betrekking heeft op elementen van het journalistieke proces waarover de Raad zich niet eerder heeft uitgelaten, en daarmee van principieel belang is. De klacht gaat over schending van privacy. De Raad heeft hierover in zijn Leidraad algemene uitgangspunten geformuleerd die in diverse conclusies zijn uitgewerkt. Gesteld noch gebleken is dat de door de Raad gehanteerde criteria onvoldoende duidelijk zijn. Dat Privé niet volgens deze criteria zou hebben gehandeld, maakt op zichzelf de klacht nog niet van principieel belang.

De Raad ziet dan ook geen aanleiding de klacht inhoudelijk te behandelen.

Ten overvloede merkt de Raad op dat hij journalistieke uitingen niet toetst aan wettelijke regels zoals de AVG.

Relevant punt uit de Leidraad: C.1
Relevante eerdere conclusies: RvdJ 2023/14, RvdJ 2021/38
Relevant artikel uit het Reglement voor de werkwijze van de Raad: 9 lid 7

CONCLUSIE

De klacht is niet van algemene strekking of principieel belang en wordt daarom niet inhoudelijk behandeld.

Zo vastgesteld door de Raad op 8 november 2023 door mr. W.A.M. van Schendel, voorzitter, dr. H.P. Groenhart, J. Hoogenberg, M.J.P.H. Josten en M. Thie, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G.A. van de Sluis, plaatsvervangend secretaris.