2022/6 Zorgvuldig

X / I. Jager en de hoofdredacteur van AD Utrechts Nieuwsblad

Samenvatting

I. Jager en AD Utrechts Nieuwsblad hebben bericht over de beschieting van de woning van klaagster en de gevolgen daarvan. In het artikel is aanvankelijk de voornaam van klaagster vermeld. Daarmee heeft het AD in eerste instantie geen zorgvuldige afweging gemaakt ten aanzien van de vermelding van de voornaam van klaagster. Het is voorstelbaar dat klaagster, in deze voor haar gevoelige kwestie, meer op het artikel is aangesproken dan het geval zou zijn geweest als haar voornaam niet was vermeld. Daarbij komt dat het weglaten van de voornaam geen afbreuk doet  aan de inhoud en nieuwswaarde van de berichtgeving. Het AD heeft dit echter adequaat hersteld door binnen vier uur na publicatie de voornaam van klaagster alsnog te verwijderen. Dit leidt tot de slotsom dat Jager en het AD uiteindelijk journalistiek zorgvuldig hebben gehandeld.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

X
 
tegen

I. Jager en de hoofdredacteur van AD Utrechts Nieuwsblad
 
Mevrouw mr. S.G.H. van de Kamp, advocaat te ’s-Hertogenbosch, heeft op 11 november 2021 namens mevrouw X (klaagster) een klacht ingediend tegen mevrouw I. Jager en de hoofdredacteur van AD Utrechts Nieuwsblad (hierna gezamenlijk: het AD-UN). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie betrokken van de heer mr. L. Tordoir, legal counsel DPG Media, van 7 december 2021.

De klacht is behandeld op de digitale zitting van de Raad van 17 december 2021. Klaagster was daar aanwezig vergezeld door mr. Van de Kamp. Namens het AD zijn Jager, P. van den Bosch (hoofdredacteur) en mr. Tordoir verschenen.

DE FEITEN

Op 4 november 2021 om 16:00 uur is op de website van het AD-UN een artikel van de hand van Jager verschenen met de titel “[voornaam X] blijft op geheime locatie, maar wil terug naar haar beschoten huis: ‘Voel me júist heel veilig’”. De intro van het artikel luidt:
“De bewoonster van een beschoten woning aan de [straatnaam] in [woonplaats] wil naar huis. Ze zegt meer kosten te maken sinds ze op last van de burgemeester op een geheime locatie verblijft. De vrouw wil terug naar haar vertrouwde omgeving. ,,Het is overleven”, zegt ze.”

Diezelfde dag om 18:42 uur heeft klaagster haar bezwaren tegen de berichtgeving kenbaar gemaakt aan de nieuwschef van het AD-UN. Deze heeft daarop op dezelfde dag om 20:02 uur gereageerd, waarbij hij aan klaagster heeft meegedeeld dat de voornaam van klaagster en een passage over de school van haar zoon zijn verwijderd.

Het artikel is aangepast op 4 november 2021 om 19:49 uur. De kop luidt vanaf dat moment: “Bewoonster verblijft op geheime locatie, maar wil terug naar haar beschoten huis in [woonplaats].”
 
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klaagster stelt – samengevat – het volgende. Aan het eind van de zitting in de rechtszaak is expliciet aan de aanwezige media gevraagd terughoudend over de zaak te berichten, om te voorkomen dat zij nadeel zou ondervinden van een publicatie. Zij was dan ook erg verrast door het artikel van het AD-UN.
Hoewel klaagster meent dat de beschieting niet persoonsgericht is, kan zij nooit uitsluiten dat er in het geheel geen gevaar is voor haar en haar zoon. De woorden ‘ik voel me juist heel veilig’, zoals die aanvankelijk in de kop stonden, zijn ook uit hun context gehaald. Daarbij komt dat beschieting van een woning een ernstig misdrijf is. In zo’n geval moeten de details, zoals de specifieke plek of aanwijzingen om achter de identiteit van het slachtoffer te komen, worden weggelaten.
Door het publiceren van haar voornaam in combinatie met het adres waar de beschieting heeft plaatsgevonden en het benoemen van specifieke uitlatingen omtrent de school van haar zoon, is informatie gepubliceerd die direct naar haar is te herleiden. Voor de omgeving, buurtbewoners maar ook voor klasgenootjes van haar zoon en de ouders, is het niet heel moeilijk om een link met klaagster te leggen. Op de zitting voegt klaagster hieraan toe dat haar werkgever naar aanleiding van de berichtgeving vragen aan haar heeft gesteld en dat het onzeker is of zij haar baan kan behouden. Weliswaar is het artikel aangepast, maar de impact van de eerste publicatie – die ongeveer vier uur online heeft gestaan – is heel groot geweest en latere wijzigingen worden niet door iedereen gezien.

Het AD-UN stelt hier – eveneens samengevat – het volgende tegenover. Kort na elkaar zijn in dezelfde straat twee woningen beschoten en over beide gebeurtenissen is bericht. Als regionale uitgave heeft het AD-UN daarbij meer gespecificeerd de straatnaam vermeld. Dergelijke incidenten hebben grote invloed op het veiligheidsgevoel van de bewoners in de woonplaats. Het is de taak van het AD-UN om verslag te doen over de nasleep van de incidenten alsmede de bewoners en de omgeving te informeren over de voortgang van de kwestie. Daarbij zijn geen onverkwikkelijke details vermeld.
De privacy van klaagster is niet verder aangetast dan noodzakelijk was. De achternaam van klaagster en haar huisnummer zijn niet vermeld. Verder is de woning niet herleidbaar in beeld gebracht. Voor het algemene publiek is klaagster dan ook niet herkenbaar. Dat dit wel het geval zal zijn voor personen uit haar eigen omgeving is niet het gevolg van de berichtgeving, maar van de schietpartij. In de originele versie van het artikel was wel de voornaam van klaagster vermeld, maar dat is binnen vier uur na publicatie rechtgezet door de voornaam te vervangen door ‘bewoonster’. Op de zitting legt Jager uit dat het vermelden van de voornaam gebruikelijk is. Bovendien gaat het om een veelvoorkomende naam en was het incident in de buurt bekend. Tordoir benadrukt dat ook met vermelding van de voornaam klaagster niet direct herkenbaar was en dat de aanpassing is gedaan om klaagster tegemoet te komen.
Het AD-UN begrijpt dat de gebeurtenissen heel ingrijpend zijn voor klaagster, maar meent dat voldoende rekening is gehouden met haar privacybelangen en dat zorgvuldig is gehandeld.

BEOORDELING VAN DE KLACHT
 
De Raad stelt voorop dat de journalist en zijn redactie vrij zijn in de selectie van nieuws. Het is aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht.

Het voorgaande neemt echter niet weg dat de journalist in het algemeen een afweging moet maken tussen het belang dat met een publicatie is gediend en de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad. Verder geldt dat in een publicatie de privacy van personen niet verder mag worden aangetast dan in het kader van de berichtgeving redelijkerwijs noodzakelijk is.
Een inbreuk op de privacy is onzorgvuldig wanneer deze niet in redelijke verhouding staat tot het maatschappelijk belang van de publicatie. Ook in dit opzicht dient dus een belangenafweging plaats te vinden.

De Raad onderkent dat het in berichtgeving als de onderhavige met name voor een regionaal medium journalistiek relevant is om meer gedetailleerd verslag te doen en daarbij bijvoorbeeld een straatnaam te vermelden. Echter, de vermelding van de voornaam van klaagster – in combinatie met de overige vermelde gegevens – heeft geleid tot een onnodige vergroting van de herleidbaarheid in de kring tussen het grote publiek en de directe omgeving van klaagster. Het is voorstelbaar dat klaagster daardoor, in deze voor haar gevoelige kwestie, meer op het artikel is aangesproken dan het geval zou zijn geweest als haar voornaam niet was vermeld. Daarbij komt dat het weglaten van de voornaam geen afbreuk doet aan de inhoud en nieuwswaarde van de berichtgeving.
De Raad is daarom van oordeel dat, gelet op alle omstandigheden van dit specifieke geval, het AD-UN in eerste instantie geen zorgvuldige afweging heeft gemaakt ten aanzien van de vermelding van de voornaam van klaagster. Het AD-UN heeft dit echter adequaat hersteld door binnen vier uur na publicatie de voornaam van klaagster te verwijderen.

Een en ander leidt tot de conclusie dat het AD-UN uiteindelijk journalistiek zorgvuldig heeft gehandeld.

Relevante punten uit de Leidraad: A. en C.1.
Relevante eerdere conclusies: RvdJ 2018/50, RvdJ 2017/29 en RvdJ 2010/17

CONCLUSIE

I. Jager en AD Utrechts Nieuwsblad hebben journalistiek zorgvuldig gehandeld.
 
Zo vastgesteld door de Raad op 7 februari 2022 door mw. mr. A.E. van Montfrans, voorzitter, dr. H.P. Groenhart, S. Kuijper, mw. drs. E.M.H. Lemaier en mw. A. Pruis, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G. Kamminga, plaatsvervangend secretaris.