Samenvatting
D. Meijs en Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael (hierna gezamenlijk: Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael) hebben in het artikel “ActieKomité buurtbewoners wakker geschud” aandacht besteed aan de eigen visie van het AktieKomité over onder meer een conflict met de gemeente waarbij vof Hesta (klaagster) als derde partij is betrokken. Het zou Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael hebben gesierd als zij klaagster vooraf in de gelegenheid had gesteld om haar visie te geven op de kwestie, maar dat was niet verplicht, omdat klaagster niet wordt gediskwalificeerd. In zoverre was de handelwijze van Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael zorgvuldig. Klaagster heeft echter ook gemotiveerd gesteld dat het artikel een aantal (door het AktieKomité aangevoerde) onjuiste feiten bevat. Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael heeft dit niet betwist en heeft ook niet aangevoerd dat zij heeft onderzocht of de feiten juist zijn, bijvoorbeeld door deze te verifiëren bij klaagster. Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael heeft op dit punt journalistiek onzorgvuldig gehandeld. De Raad voor de Journalistiek doet de aanbeveling aan Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael om deze conclusie ruimhartig te publiceren.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van
Vof Hesta
tegen
D. Meijs en de hoofdredacteur van de Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael
De heer D.R. van Hemert Stakenburg, vennoot bij vof Hesta, heeft op 16 augustus 2021 namens vof Hesta te Amsterdam (klaagster) een klacht ingediend tegen mevrouw D. Meijs en de hoofdredacteur van Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael (hierna gezamenlijk: Wijkkrant Jordaan). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van klager en Wijkkrant Jordaan betrokken van 24 augustus 2021, 27 september 2021, 7 oktober 2021 en 2 en 5 november 2021.
De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 12 november 2021 in aanwezigheid van Van Hemert Stakenburg, die werd vergezeld door zijn zoon. Wijkkrant Jordaan is niet verschenen.
DE FEITEN
Op 1 juli 2021 is op de website en in de papieren editie van de Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael een artikel van de hand van Meijs verschenen met de titel “ActieKomité buurtbewoners wakker geschud” (waarbij de c in ‘actie’ een kennelijke verschrijving is). De intro van het artikel luidt:
“Het AktieKomité Westelijke eilanden leidde al enige tijd een sluimerend bestaan. Er was weinig om over te klagen. Het kwam alleen in actie wanneer het nodig was. En dat is nu weer het geval.”
Het artikel bevat verder onder meer de volgende passage:
“Er zijn twee conflicten met de gemeente. Het eerste betreft de vergunningverlening aan scheepstimmer- en bouwbedrijf Hesta voor het plaatsen van een dekschuit aan de Bickersgracht. De dekschuit zou aanvankelijk dienen voor het in- en uitstappen van huurders van boten, maar de vergunning is nu alleen verleend voor opslag. De druk op de ruimte is al heel groot, en de bewoners vinden dit ‘een jammerlijk voorbeeld van de moeite die de Gemeente heeft met het bewaken van de grens tussen ruimte voor bewoners en die van ondernemers’.
Stadsgezicht
Het is een verstoring van een beschermd stadsgezicht. Die ruimte zou bijvoorbeeld beter gebruikt kunnen worden als speelgelegenheid voor kinderen, vinden de bewoners. Op andere plaatsen is best opslagruimte voor de firma Hesta te vinden, dichter bij de plek waar bijvoorbeeld zwemvesten worden gebruikt. Er zou ook nog steigermateriaal en materiaal voor het onderhoud van boten op de schuit worden opgeslagen. Dat is een van de redenen waardoor de dekschuit volgens de actiegroep niet voldoet aan de regels voor vergunningverlening van ligplaatsen. Er is geen inspraakprocedure geweest, en die had er volgens de bewoners moeten zijn. Met het ingediende bezwaarschrift, waar het antwoord nog op moet komen, is ook bij de rechter om een voorlopige voorziening gevraagd. Als die wordt toegekend kan er in die tussentijd geen schuit op die plek komen.”
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klaagster voert – kort samengevat – het volgende aan. Er is een foutieve en eenzijdige voorstelling van zaken gegeven over de kwestie waarbij zij is betrokken. Daardoor voelt zij zich in haar eer aangetast. Zo is het niet waar dat de dekschuit aanvankelijk zou dienen voor het in- en uitstappen van huurders van boten en dat de dekschuit een verstoring van een beschermd stadsgezicht is. Verder is onjuist dat er geen inspraakprocedure is geweest. Tweeëndertig bewoners hebben vóór de afgifte van de vergunning een zienswijze ingediend. Bovendien was bij de verschijning van het artikel al uitspraak gedaan in zowel de voorlopige voorziening als de bodemprocedure. Het AktieKomité was daarvan in ieder geval ook op de hoogte. De onjuiste, eenzijdige berichtgeving had voorkomen kunnen worden door het verrichten van deugdelijk onderzoek of toepassing van wederhoor. De redactie heeft dit echter nagelaten.
Op de zitting heeft klaagster hieraan toegevoegd dat zij niet achteraf haar kant van het verhaal wil doen in Wijkkrant Jordaan, omdat de relatie met de redactie is verstoord.
Wijkkrant Jordaan voert – eveneens kort samengevat – aan dat het artikel ging om de portrettering van het AktieKomité. Die groep bewoners maakt zich druk over meerdere zaken, die zijn opgesomd in het artikel. Het gaat daarbij niet om een aanval op een specifiek persoon, zodat het toepassen van wederhoor niet nodig was. Klaagster ziet dat kennelijk anders en om haar tegemoet te komen biedt Wijkkrant Jordaan aan om haar weerwoord alsnog op te nemen in een volgende editie van de krant.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
De Raad stelt voorop dat de journalist en zijn redactie vrij zijn in de selectie van nieuws. Het is aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht.
Gezien de opzet van het artikel is de bedoeling en de aard van de daarin opgenomen informatie voor de lezer voldoende duidelijk: het artikel behelst vooral de eigen visie van het AktieKomité over onder meer een conflict met de gemeente waarbij klaagster als derde partij is betrokken.
De Raad begrijpt dat klaagster door het artikel onaangenaam is getroffen, maar meent dat zij niet wordt gediskwalificeerd. Het zou Wijkkrant Jordaan hebben gesierd als zij klaagster – als derde partij – vooraf in de gelegenheid had gesteld om haar visie te geven op de kwestie, maar dat was niet verplicht. De wijkkrant heeft overigens aangeboden om alsnog het weerwoord van klaagster te publiceren, van welke gelegenheid klaagster geen gebruik heeft gemaakt.
In het artikel is echter ook een aantal (door het AktieKomité gestelde) zaken als feit gepresenteerd, zoals dat de dekschuit aanvankelijk zou dienen voor het in- en uitstappen van huurders van boten en dat er geen inspraakprocedure is geweest.
Klaagster heeft gemotiveerd gesteld dat die feiten niet juist zijn. Wijkkrant Jordaan heeft dit niet betwist en heeft ook niet aangevoerd dat zij heeft onderzocht of de feiten juist zijn, bijvoorbeeld door deze te verifiëren bij klaagster. Op dit punt heeft Wijkkrant Jordaan dan ook journalistiek onzorgvuldig gehandeld.
Relevante punten uit de Leidraad: A. en B.3.
Relevante eerdere conclusies: RvdJ 2018/11 en RvdJ 2018/4
CONCLUSIE
Voor zover de klacht betrekking heeft op het controleren van de feiten hebben Meijs en Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael journalistiek onzorgvuldig gehandeld. Verder was hun handelwijze zorgvuldig.
De Raad doet de aanbeveling aan Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael om deze conclusie integraal of in samenvatting te publiceren.
Zo vastgesteld door de Raad op 18 januari 2022 door mw. mr. J.W. Bockwinkel, voorzitter, L.A.M.M. Donders, dr. H.P. Groenhart, M. Keppels en H.P.M.J. Schneider, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G. Kamminga, plaatsvervangend secretaris.
Publicatie in Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael d.d. 21-02-2022
