Samenvatting
T. Schouten en AD Delft (hierna gezamenlijk: AD Delft) hebben in het artikel “Delftse joden boos om verzoek pro-Palestinaclub aan TU: ‘Dit komt dicht bij het plakken van gele sterren'” aandacht besteed aan het Wob-verzoek van The Rights Forum en haar directeur G. Jonkman (klagers) aan de Technische Universiteit Delft. In beginsel hoeft geen wederhoor te worden toegepast bij publicaties die kennelijk een persoonlijke mening bevatten. Niettemin kan een publicatie iemands belang zodanig raken dat het toepassen van wederhoor toch op zijn plaats is. Gezien de gevoeligheid van het onderwerp en gelet op de belangen van klagers, had in dit specifieke geval wederhoor moeten worden toegepast en dat is ten onrechte nagelaten. Verder is met de vermelding van de naam van Jonkman een disproportionele inbreuk gemaakt op diens privacy. AD Delft heeft hiermee journalistiek onzorgvuldig gehandeld. De Raad voor de Journalistiek doet de aanbeveling aan AD Delft om deze conclusie ruimhartig te publiceren.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van
G. Jonkman en The Rights Forum
tegen
T. Schouten en de hoofdredacteur van AD Delft
De heer G. Jonkman, directeur, heeft op 7 maart 2022 mede namens Stichting The Rights Forum te Amsterdam (hierna gezamenlijk: klagers) een klacht ingediend tegen mevrouw T. Schouten en de hoofdredacteur van AD Delft (hierna gezamenlijk: AD Delft). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van partijen betrokken van 9 maart 2022, 13 en 25 april 2022 en 1 juni 2022.
De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 17 juni 2022 in aanwezigheid van Jonkman. AD Delft is daar niet verschenen.
DE FEITEN
Op 16 februari 2022 is op de website van AD Delft een artikel van de hand van Schouten verschenen met de kop “Delftse joden boos om verzoek pro-Palestinaclub aan TU: ‘Dit komt dicht bij het plakken van gele sterren’”. De intro van het artikel luidt:
“De TU Delft moet alle informatie over contact met Joodse organisaties openbaar maken, vindt de pro-Palestijnse organisatie The Rights Forum. Dat is tegen het zere been van Delftse joden. ,,Dit komt wel heel dicht bij het plakken van gele sterren.””
Het artikel bevat verder onder meer de volgende passage:
“Alsof de geschiedenis zich herhaalt, zo voelt het voor [X], voorzitter van de Open Joodse Gemeente Klal Yisrael. ,,Het is pijnlijk en schokkend dat dit verzoek is ingediend. Steeds meer joden voelen zich onveilig door dit soort acties”, zegt hij.
Het pro-Palestijnse The Rights Forum diende eind januari een verzoek in tot openbaarmaking van alle contacten die medewerkers van universiteiten hebben gehad met Israëlische universiteiten, bedrijven en organisaties die steun voor de staat Israël propageren. Daarnaast vraagt The Rights Forum in het verzoek ook expliciet naar informatie over contacten van medewerkers met het Centraal Joods Overleg en de Nationaal Coördinator Antisemitisme Bestrijding. In het verzoek beroept The Rights Forum-directeur Gerard Jonkman zich op de Wet openbaarheid van bestuur, die bedoeld is om overheidsorganisaties en publiekrechtelijke instellingen te controleren. Universiteiten vallen daar ook onder.
Illegale kolonisering
De organisatie, die ooit is opgericht door oud-premier Dries van Agt, wil alle ‘directe of indirecte betrokkenheid’ van universiteiten bij ‘Israëls illegale kolonisering van bezet Palestijns gebied en de Israëlische wapenindustrie’ proberen te achterhalen, schrijft ze op haar website.
Met het Wob-verzoek gaat The Rights Forum veel te ver, vindt [X]. ,,Het gaat hier om het nadrukkelijk onthullen van joodse contacten. Als gehoor wordt gegeven aan dit verzoek, dan maakt de TU Delft dit soort acties van organisaties met een anti-Israël agenda salonfähig. Het werkt populisme in de hand.”
Sommige universiteiten hebben naar aanleiding van het verzoek van The Rights Forum direct aan medewerkers gevraagd of ze mails met joodse organisaties kunnen overleggen, weet [X]. ,,Zomaar, klakkeloos zonder erover na te denken hoe dat dan moet voelen voor medewerkers die joods zijn. Zo worden joden in Nederland gestigmatiseerd.”
[X] vindt vooral het gebrek aan verbijstering bij Nederlanders wrang. ,,We zien de laatste tijd dingen terugkomen die jarenlang niet normaal werden gevonden, waar niemand zich nu over lijkt te verbazen”, legt hij uit. Vorige week ontstond bijvoorbeeld ook al onrust binnen de joodse gemeenschap. ,,Een man in Haaksbergen had een spandoek met een kwetsende karikatuur van The Happy Merchant aan zijn balkon gehangen. Overal is bekend dat het hier gaat om smerige antisemitische drek. Maar de burgemeester, die nota bene zelf historicus is, ziet niet hoe dit juridisch gezien niet door de beugel kan.”
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klagers stellen – kort samengevat – het volgende. De uitlatingen van X bevatten zeer kwalijke aantijgingen aan het adres van klagers. Bovendien is gesuggereerd dat X namens de Delftse joden spreekt, maar dat wordt niet onderbouwd en is onjuist. De joodse gemeenschap is pluriform en er wordt binnen die gemeenschap verschillend over allerlei zaken – waaronder de Palestina-kwestie – gedacht. Bij de indieners van het Wob-verzoek en bij het team van The Rights Forum zijn ook verschillende personen met een joodse achtergrond. Voor deze groep en voor klagers zijn de associaties met antisemitisme en de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog kwetsend en lasterlijk. De geïnterviewde mag die associaties hebben, maar het is onzorgvuldig dat geen wederhoor bij klagers is toegepast. AD Delft kan zich in dit geval niet verschuilen achter de woorden van X. Op de zitting heeft Jonkman toegelicht dat het Wob-verzoek was gericht op institutionele banden en niet op individuen.
Verder stellen klagers dat de naam van Jonkman is vermeld, terwijl zijn naam – als indiener van het Wob-verzoek – in strijd met privacywetgeving is gelekt. AD Delft weet dat of zou dat moeten weten. Het zou daarom zorgvuldig zijn geweest als zijn naam niet genoemd zou zijn, althans niet zonder contact met hem op te nemen om een en ander te checken.
Klagers zijn door de publicatie zeer gegriefd. Jonkman is humanitair medewerker en The Rights Forum is een mensenrechtenorganisatie. Hun goede naam is ten onrechte besmeurd. Na het indienen van de klacht heeft AD Delft excuses gemaakt en aangeboden een interview met klagers te plaatsen, maar daarover zijn nog geen concrete afspraken gemaakt. Vanwege hun ervaringen met AD Delft handhaven klagers daarom hun klacht.
AD Delft meent dat klager een punt heeft. Zowel in het artikel als bij de behandeling van de klacht is niet voldaan aan de norm die van de redactie mag worden verwacht. Daarom is de hoofdredacteur alsnog met klagers in gesprek gegaan. Om die reden voert AD Delft geen inhoudelijk verweer en is zij niet op de zitting aanwezig.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
De Raad stelt voorop dat een journalist en zijn redactie vrij zijn in de selectie van nieuws. Dit brengt ook mee dat het aan de redactie is om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht.
Het stond AD Delft daarom vrij om X aan het woord te laten, die zijn eigen visie heeft op het Wob-verzoek van klagers.
In beginsel hoeft geen wederhoor te worden toegepast bij publicaties die kennelijk een persoonlijke mening bevatten. Niettemin kan een publicatie iemands belang zodanig raken dat het toepassen van wederhoor toch op zijn plaats is.
Door de uitlatingen van X zijn klagers geassocieerd met antisemitisme en de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. Dit zijn zeer ernstige insinuaties aan het adres van klagers. Gezien de gevoeligheid van het onderwerp en gelet op de belangen van klagers, had daarom in dit specifieke geval wederhoor moeten worden toegepast. Dit is ten onrechte nagelaten.
Verder mag in een publicatie de privacy van personen niet verder worden aangetast dan in het kader van de berichtgeving redelijkerwijs noodzakelijk is. Een inbreuk op de privacy is onzorgvuldig wanneer deze niet in redelijke verhouding staat tot het maatschappelijk belang van de publicatie.
In dit geval was het vermelden van de naam van Jonkman niet nodig. AD Delft had kunnen volstaan met het benoemen van de naam van de organisatie.
Mede in aanmerking genomen hetgeen de Raad hiervoor ten aanzien van de inhoud van het artikel heeft overwogen, is met de vermelding van de naam van Jonkman een disproportionele inbreuk gemaakt op diens privacy.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Schouten en AD Delft journalistiek onzorgvuldig hebben gehandeld.
Overigens betreurt de Raad het dat AD Delft niet naar de zitting is gekomen om haar handelwijze toe te lichten.
Relevante punten uit de Leidraad: B.3 en C.1
Relevante eerdere conclusies: RvdJ 2021/19 en RvdJ 2021/10
CONCLUSIE
T. Schouten en AD Delft hebben journalistiek onzorgvuldig gehandeld.
De Raad doet de aanbeveling aan AD Delft om deze conclusie integraal of in samenvatting te publiceren.
Zo vastgesteld door de Raad op 2 augustus 2022 door mw. mr. A.E. van Montfrans, voorzitter, dr. H.P. Groenhart, J. Hoogenberg, mw. M. ten Katen en E.J. Schievink, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. G. Kamminga, plaatsvervangend secretaris.