2021/8 Niet inhoudelijk behandeld

J.R. Camera / W. Groeneveld, hoofdredacteur van Sikkom.nl

Samenvatting

Omdat Sikkom.nl niet meedoet aan de procedure van de Raad voor de Journalistiek, heeft de Raad een klacht over de artikelen “Groninger verhuurder Joshua C. zit vast op verdenking van fraude” en “Column | Peter R. de Vries strijdt in media tegen criminelen, zijn zoon strijdt namens Joshua C. tegen ons” niet inhoudelijk behandeld. De Raad gaat in deze situatie alleen tot behandeling van de klacht over in het bijzondere geval dat deze van algemene strekking of principieel belang is. Daarvan is hier niet gebleken.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake klacht van

J.R. Camera

tegen

W. Groeneveld, hoofdredacteur van Sikkom.nl

De heer mr. R.P. de Vries, advocaat te Amsterdam, heeft op 15 oktober 2020 namens J.R. Camera (klager) een klacht ingediend tegen de heer W. Groeneveld, hoofdredacteur van Sikkom.nl (hierna Sikkom.nl).
Op 6 november 2020 heeft de heer E. van Dijk, algemeen hoofdredacteur NDC mediagroep, aan de Raad bericht dat Sikkom.nl niet (langer) wenst mee te werken aan de procedure van de Raad. In aanvulling daarop heeft mr. J. Gevers, advocaat, op 11 november 2020 nog verwezen naar artikel 9 lid 5 van het Reglement voor de werkwijze van de Raad.

De zaak is besproken op de zitting van de Raad van 18 december 2020 op basis van de schriftelijke stukken.

FEITEN

Op 21 augustus 2020 verscheen op de website van Sikkom.nl een artikel van de hand van Groeneveld met de kop “Groninger verhuurder Joshua C. zit vast op verdenking van fraude”. De intro van het artikel luidt:
 Meerdere politieauto’s stonden afgelopen zondag voor de villa van Joshua C. in Haren. Daar wilde de woordvoerder van de politie niet te veel over kwijt. Maar inmiddels weten we waarom de sterke arm daar was: Joshua C. is opgepakt omdat hij hoofdpersoon is in een omvangrijk fraudeonderzoek”.

Vervolgens verscheen op 24 augustus 2020 op de website van Sikkom.nl een artikel, eveneens van de hand van Groeneveld, met de kop “Column | Peter R. de Vries strijdt in media tegen criminelen, zijn zoon strijdt namens Joshua C. tegen ons”. De intro van dit artikel luidt:
 “De juridische belangen van vastgoedmagnaat Joshua C., over wie wij met enige regelmaat pennen, worden door een (vaak wisselend) keur aan advocaten behartigd. Voor mediazaken zit Joshua tegenwoordig bij advocaat Royce de Vries. Jawel, de zoon van.”

HET STANDPUNT VAN KLAGER

Klager stelt – kort samengevat – het volgende. Er is sprake van onjuiste en tendentieuze berichtgeving. In de publicaties worden ernstige beschuldigingen aan zijn adres geuit, waarvoor geen feitelijke basis bestaat. Daarnaast bevatten de artikelen een groot aantal andere onjuistheden en onzorgvuldigheden.
Bovendien is onvoldoende wederhoor toegepast. Ten aanzien van het artikel van 21 augustus 2020 is slechts op diezelfde dag een e-mail aan klager gestuurd met een summiere vraag die alleen betrekking had op de beweerdelijke arrestatie van klager; er is geen vraag gesteld over de beweerdelijke oplichting en misleiding van huurders. Blijkens het artikel stond Groeneveld kennelijk al op 16 augustus 2020 bij klager voor de deur. Dit betekent dat hij vijf dagen de tijd heeft gehad om vragen te stellen. Overigens heeft hij feitelijk al sinds de eerste publicaties over klager, drie jaar geleden, de tijd gehad om wederhoor toe te passen, maar hij heeft dit al die tijd nagelaten.
Ten slotte stelt klager dat zijn privacy op onaanvaardbare wijze is aangetast. In de berichtgeving is zijn naam weliswaar afgekort tot zijn voornaam en de initiaal van zijn achternaam, maar in de artikelen die daaronder zijn weergegeven is zijn volledige naam zichtbaar. Bovendien bevatten de publicaties andere privégegevens van klager, zoals foto’s van zijn woning. Klager kon dan ook eenvoudig worden geïdentificeerd.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

In artikel 9 lid 5 van het Reglement voor de werkwijze van de Raad is het volgende bepaald:
“Indien de klacht is ingediend tegen een medium dat of een journalist die zich uit beginsel niet verweert, ziet de Raad af van behandeling, tenzij de klacht volgens de Raad van algemene strekking of principieel belang is.”

Sikkom.nl heeft zich op principiële gronden niet verweerd. De Raad zal dan ook slechts tot behandeling van de klacht overgaan in het bijzondere geval dat deze van algemene strekking of van principieel belang is. Daarvan is hier niet gebleken.

Het artikel bevat specifieke opmerkingen over klager, waartegen zijn klacht is gericht. De Raad vindt niet dat de strekking van de klacht het belang van klager in zodanige mate overstijgt, dat er sprake zou zijn van een algemene strekking. Dat een inhoudelijk oordeel van de Raad mogelijk ook anderen ten goede komt, is daartoe onvoldoende.

Ook ziet de Raad geen aanknopingspunten voor de conclusie dat de klacht betrekking heeft op elementen van het journalistieke proces waarover de Raad zich niet eerder heeft uitgelaten, en daarmee van principieel belang is. De klacht gaat over niet-waarheidsgetrouwe dan wel tendentieuze berichtgeving, het publiceren van beschuldigingen, de toepassing van wederhoor en de aantasting van privacy. De Raad heeft hierover in zijn Leidraad algemene uitgangspunten geformuleerd die in diverse conclusies zijn uitgewerkt. Gesteld noch gebleken is dat de door de Raad gehanteerde criteria onvoldoende duidelijk zijn. Dat Sikkom.nl niet volgens deze criteria zou hebben gehandeld, maakt op zichzelf de klacht nog niet van principieel belang.

De Raad ziet dan ook geen aanleiding de klacht inhoudelijk te behandelen.

Relevante punten uit de Leidraad van de Raad: A., B.3, C. en C.1
Relevante eerdere conclusie van de Raad: RvdJ 2020/43
Relevant artikel uit het Reglement voor de werkwijze van de Raad: 9 lid 5

CONCLUSIE

De klacht is niet van algemene strekking of principieel belang en wordt daarom niet inhoudelijk behandeld.

Zo is vastgesteld door de Raad op 1 februari 2021 door mr. J.J. van Eck, L.A.M.M. Donders, mw. mr. N.A.M. van Herten, M. Keppels en mw. M. Thie, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. J.E.H.J. Vollaers, plaatsvervangend secretaris.