Samenvatting
H. Gerritsma en Tubantia (hierna gezamenlijk: Tubantia) hebben in de artikelen “Wonderschool in Goor moet stoppen met de opvang van kwetsbare jongeren in oude kleuterschool” en “Wonderschool in Goor blijft dicht” aandacht besteed aan het sluiten van de betrokken school, een initiatief van klager.
Voor Tubantia bestond voldoende aanleiding om in dat verband te berichten over een vermeend handgemeen met klager. De vermelding van diens naam was journalistiek relevant. Bovendien mocht een foto worden gebruikt, die klager ten behoeve van een eerder – kort ervoor verschenen – artikel over de school had laten maken. In deze opzichten heeft Tubantia zorgvuldig gehandeld.
Echter, de ontkenning van klager dat hij bij een handgemeen betrokken is geweest, is niet in alle publicaties verwerkt. Daarmee heeft Tubantia journalistiek onzorgvuldig gehandeld.
De Raad doet de aanbeveling aan Tubantia om deze conclusie ruimhartig te publiceren.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van
X
tegen
H. Gerritsma en de hoofdredacteur van De Twentsche Courant Tubantia
De heer X te […] (klager) heeft op 6 december 2020 een klacht ingediend tegen H. Gerritsma en de hoofdredacteur van Tubantia (hierna gezamenlijk: Tubantia). Nadat de secretaris klager op 14 december 2020 heeft geïnformeerd over de klachtprocedure, heeft klager op 4 februari 2021 laten weten dat hij de klacht wenst te handhaven. De tussentijdse correspondentie tussen partijen is door hen tevens aan de Raad gestuurd. Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie betrokken van klager en mevrouw M. Riemsma, hoofdredacteur van Tubantia, van 10 en 15 februari 2021 en van 10 en 12 maart 2021.
De zaak is met toestemming van partijen buiten hun aanwezigheid behandeld op de zitting van de Raad van 16 april 2021. Naar aanleiding daarvan heeft de Raad op 19 april 2021 nadere vragen aan partijen gesteld. De daaropvolgende correspondentie van partijen van 19 en 22 april 2021 is bij de beoordeling van de klacht betrokken.
DE FEITEN
Van 12 augustus tot en met 21 oktober 2020 heeft Gerritsma in een reeks artikelen bericht over een zogeheten ‘Wonderschool’ in Goor, een initiatief van klager.
Op 12 augustus is op de website van Tubantia het artikel “Eerste ‘Wonderschool’ in oude Goorse kleuterschool” verschenen. Op 21 augustus verscheen op de website van Tubantia het artikel “Wethouder wil gesprek over eerste Wonderschool in Goor, initiatiefnemer vraagt zich af waarom?”. Bij deze artikelen zijn foto’s van klager geplaatst, die zijn gemaakt in de tuin van de school.
Vervolgens verscheen op 16 oktober 2020 op de website van Tubantia een artikel met de kop “Wonderschool in Goor moet stoppen met de opvang van kwetsbare jongeren in oude kleuterschool”. De intro van dit artikel luidt:
“Burgemeester Ellen Nauta wil dat de zogeheten Wonderschool in Goor voor 30 oktober stopt met het geven van onderwijs en de opvang van kwetsbare jongeren. Dit heeft Nauta vrijdag bekendgemaakt.”
Verder bevat het artikel onder meer de volgende passages:
“Handgemeen
Maandag, na de herfstvakantie, begint volgens Hempel ‘de privéschool’ weer met twee van de drie leerlingen tussen de 14 en 18 jaar die er in september begonnen. Eén leerling keert na een handgemeen met initiatiefnemer [X] van de Wonderschool niet terug.
Dit incident was voor Hempel mede aanleiding om de samenwerking met [X] te verbreken: ,,Die speelt geen rol meer.” [X] huurde de voormalige kleuterschool van Hempel en meldt zelf dat hij door Doenersdreef Zorg ‘tijdelijk op non-actief’ is gezet.”
Het slot van het artikel luidt:
“Melding bij de politie
Nauta verklaart dat zowel de leerling als [X] het handgemeen op de Wonderschool bij de politie hebben gemeld. [X], een uit […] afkomstige ‘lifecoach’, ontkent dat.”
Naar aanleiding van dit artikel heeft klager nog diezelfde dag het volgende aan Gerritsma bericht:
“Inzake [link naar het artikel] verzoek ik u, in verband met een onjuiste voorstelling van zaken, een aantal (hieronder door mij gespecificeerde) wijzigingen door te voeren.
De samenwerking tussen ondergetekende en de heer Hempel (die bij mij hoog in aanzien staat) is, in tegenstelling tot uw berichtgeving, vanwege een aantal verschillen van inzicht tot nader order beëindigd.
De wijze waarop de beëindiging van onze samenwerking wordt verwoord in uw artikel doet geen recht aan de werkelijkheid, berust niet op feiten en is schadelijk voor mij persoonlijk.
Ook een aantal andere door u beschreven zaken zijn feitelijk onjuist. Ik ga er derhalve van uit dat u onderstaande wijzigingen zult doorvoeren;
1. Mijn foto inclusief onderschrift volledig verwijderen. (Ik had u voorafgaand aan publicatie reeds via e-mail gemeld geen toestemming te geven voor gebruik van mijn portret.)
2. Derde alinea kop wijzigen en onderstaand deel tekst verwijderen; “Handgemeen” wijzigen in wat anders.
3. Verwijderen; “Eén leerling keert na een handgemeen met initiatiefnemer [X] van de Wonder School niet terug.
4. Dit incident was voor Hempel mede aanleiding om de samenwerking met [X] te verbreken.”
5. Laatste alinea van het artikel in het geheel verwijderen of als volgt wijzigen;
“POLITIE Nauta verklaarde dat er bij de politie een melding is gedaan over een handgemeen op de Wonderschool”
Ik vertrouw erop dat u deze wijzigingen per direct zult doorvoeren.”
De volgende dag is het artikel in de papieren editie van Tubantia verschenen, met dien verstande dat de slotpassage daarin niet is opgenomen. Bij beide versies is dezelfde foto geplaatst als bij het artikel van 12 augustus.
Vervolgens heeft klager zijn bericht van 16 oktober nogmaals aan Gerritsma – en later ook aan de hoofdredactie – gestuurd op 19, 20 en 21 oktober (om 12:27 uur).
Ten slotte verscheen op 21 oktober 2020 om 16:13 uur op de website van Tubantia een artikel met de kop “Wonderschool in Goor blijft dicht”. De intro van dit artikel luidt:
“Zorgorganisatie Doenersdreef Zorg heeft zich neergelegd bij sluiting van de Wonderschool in de Goorse wijk Heeckeren. Dit heeft burgemeester Ellen Nauta woensdagmiddag bekendgemaakt na een onderhoud met vertegenwoordigers van de instelling.”
Verder bevat dit artikel onder meer de volgende passage:
“De Wonderschool begon in september met drie leerlingen op initiatief van de [plaats]se lifecoach [X] die een samenwerking aanging met Doenersdreef Zorg. De samenwerking is inmiddels verbroken, onder meer na een handgemeen tussen [X] en één van de – toen nog – drie leerlingen.
Deze betrokken leerling werd na het incident overgeplaatst naar een andere locatie van Doenersdreef Zorg.”
De klacht is gericht tegen de artikelen van 16, 17 en 21 oktober 2020.
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klager stelt – kort samengevat – het volgende. Hij is ten onrechte in verband gebracht met een handgemeen, waarmee hij niets te maken heeft gehad; er bestaat ook geen bewijs van een handgemeen. Overigens is hij nooit betrokken geweest bij een incident dat bij de politie is gemeld. Dit heeft hij herhaaldelijk aan Tubantia kenbaar gemaakt. Volgens klager is er een lastercampagne tegen hem gaande. De ware reden voor de sluiting van de school was gelegen in strijdigheid met het bestemmingsplan. De beëindiging van de samenwerking tussen hem en zijn compagnon had met iets heel anders te maken. Verder voert klager aan dat hij geen toestemming heeft gegeven voor (her)publicatie van zijn foto en dat zijn naam niet vermeld had mogen worden.
Klager concludeert dat door de berichtgeving zijn belangen onevenredig worden geschaad.
Tubantia stelt hier – eveneens samengevat – het volgende tegenover. De Wonderschool was een centrum voor levenstraining dat plaats bood aan maximaal drie jongeren tussen de 14 en 18 jaar met een – lichte – beperking die zijn vastgelopen in het jeugdzorgsysteem. Het betrof een samenwerking tussen klager en de heer Hempel, bestuurder van zorgorganisatie Doenersdreef Zorg en eigenaar van het pand waarin de school gevestigd was.
Het is begrijpelijk dat de informatie in de artikelen klager mogelijk hinderen in het ontwikkelen van nieuwe initiatieven. Het is echter relevant de naam van de initiatiefnemer van de school en de mogelijke oorzaken van de sluiting te vermelden. Ouders die hun kinderen toevertrouwen aan een instelling, ook als het gaat om mogelijke nieuwe initiatieven van klager, moeten weten wat er mogelijk in het verleden heeft gespeeld. Tubantia ziet dan ook geen aanleiding om de naam en foto van klager te verwijderen uit de onlinepublicaties.
Ten aanzien van het ‘handgemeen’ voert Tubantia aan dat destijds door de burgemeester, in aanwezigheid van een wethouder en een gemeenteambtenaar van de afdeling Handhaving, is meegedeeld dat dit had plaatsgevonden. Bovendien is dat later bevestigd door Hempel, die zei dat dat incident mede aanleiding was geweest om de samenwerking met klager op te zeggen.
Als wederhoor heeft klager meegedeeld dat hij tijdelijk op non-actief is gezet en dat hij ontkent dat het handgemeen – door de leerling of hemzelf – bij de politie is gemeld. Dit is ook vermeld in het artikel van 16 oktober 2020. Overigens heeft klager aan Gerritsma laten weten dat het woord handgemeen niet correct was, maar dat er wel iets was gebeurd; klager heeft dit verder niet verduidelijkt.
De ontkenning van klager inzake het handgemeen is niet vermeld in het artikel van 17 oktober. In de onlineversie is alle ruimte genomen om de ontwikkelingen en het einde van het initiatief te duiden. In de krant kreeg de afloop minder gewicht. De ruimte was relatief beperkt en er is het nodige uit het verhaal geschrapt. Vermoedelijk heeft de eindredactie de melding van het handgemeen aangenomen als feit, omdat sprake is van een bevestiging via officiële bronnen. De ontkenning dan wel het handgemeen speelden geen rol in het besluit van de gemeente om de Wonderschool te sluiten.
Tubantia meent dat zij zorgvuldig heeft gehandeld.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
De Raad stelt voorop dat de journalist en zijn redactie vrij zijn in de selectie van nieuws. Het is aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Dat neemt niet weg dat de journalist het belang dat met een publicatie is gediend dient af te wegen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad.
Tubantia heeft melding gemaakt van een (vermeend) handgemeen met klager, waarbij de redactie zich heeft gebaseerd op een mededeling die de burgemeester in aanwezigheid van een wethouder en een gemeenteambtenaar van de afdeling Handhaving heeft gedaan, en op de bevestiging daarvan door de eigenaar van het pand waarin de school was gevestigd. Voor Tubantia bestond derhalve voldoende aanleiding daarover te berichten.
Het is journalistiek relevant dat hierbij de naam van klager, als initiatiefnemer van de school, is vermeld. Daarbij neemt de Raad in aanmerking dat de berichtgeving – gelet op de tijdspanne tussen het eerste artikel (12 augustus 2020) en de laatste publicatie (21 oktober 2020) – kan worden gezien als een serie. Dat klager zich de eerste keer heeft laten fotograferen, rechtvaardigt ook dat dat portret bij volgende afleveringen is gebruikt. De foto is niet gebruikt als illustratie bij een ander onderwerp of met een andere context dan waarvoor deze is gemaakt. Van een disproportionele aantasting van klagers privacy is geen sprake.
In deze opzichten heeft Tubantia zorgvuldig gehandeld.
In de publicaties wordt klager in verband gebracht met een (vermeend) handgemeen met een leerling en aldus gediskwalificeerd. Tubantia heeft dan ook terecht aanleiding gezien om wederhoor bij hem toe te passen. Vaststaat dat klager meermaals heeft ontkend dat hij bij (de melding van) een handgemeen betrokken is geweest. In het artikel van 16 oktober 2020 is ook een ontkenning van klager verwerkt. Bij de berichtgeving van 17 en 21 oktober 2020 is echter geen voorbehoud of nuancering geplaatst. Dat de ruimte in de papieren editie van 17 oktober te beperkt was, vormt daarvoor geen rechtvaardiging. Tubantia heeft in zoverre journalistiek onzorgvuldig gehandeld.
Relevante punten uit de Leidraad: A., B.3, C. en C.1
Relevante eerdere conclusie van de Raad: RvdJ 2019/48
CONCLUSIE
Voor zover de klacht gericht is tegen het ontbreken van wederhoor in de artikelen van 17 en 21 oktober 2020 hebben H. Gerritsma en Tubantia onzorgvuldig gehandeld. Verder was hun handelwijze zorgvuldig.
De Raad verzoekt Tubantia om deze conclusie integraal of in samenvatting te publiceren.
Zo is vastgesteld door de Raad op 25 juni 2021 door prof. mr. B.E.P. Myjer, voorzitter, L.C. Hauben, mw. mr. N.A.M. van Herten, M. Keppels en mw. A. Pruis, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. J.E.H.J. Vollaers, plaatsvervangend secretaris.
Publicatie in Tubantia d.d. 2 juli 2021
