2020/45 Zorgvuldig

J.M.H. Palmen / de hoofdredacteur van NRC

Samenvatting

NRC heeft in de artikelen “Omstreden
Brunssumse wethouder Jo Palmen weg” en “Omstreden Brunssumse wethouder Jo
Palmen stapt op wegens ziekte” op journalistiek zorgvuldige wijze over
J.M.H. Palmen (klager) bericht. Er bestaat geen aanleiding voor het
oordeel dat de berichtgeving niet-waarheidsgetrouw is. De belangen van klager zijn
niet onevenredig geschaad doordat hij is aangeduid als ‘omstreden’. Daarbij is mede
van belang dat klager een publiek
figuur is, die zelf regelmatig de publiciteit zoekt. Ten slotte is
klager voldoende gelegenheid tot wederhoor geboden. Dat hij ervoor heeft
gekozen niet te reageren, kan NRC niet worden verweten.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

De heer J.M.H. Palmen

tegen

de hoofdredacteur van NRC

De heer Palmen te Brunssum (hierna: klager) heeft op 3 maart 2020 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van NRC (hierna: NRC). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie betrokken van klager en mevrouw E. Schouten, plaatsvervangend hoofdredacteur, van 2 en 6 april 2020, 13 mei 2020, 5 juni 2020, 3 september 2020 en 28 september 2020.

De zaak is met toestemming van partijen buiten hun aanwezigheid behandeld op de zitting van de Raad van 6 november 2020.

Daarbij tekent de Raad aan dat de heer E.J. Schievink als Raadslid heeft deelgenomen aan de behandeling ter zitting, maar inmiddels geen deel meer uitmaakt van de Raad. De beslissing over de klacht is vastgesteld door de voorzitter en de overige drie Raadsleden.

DE FEITEN

Op 10 december 2019 is op de website van NRC een artikel verschenen met de kop “Omstreden Brunssumse wethouder Jo Palmen weg”. De intro van het artikel luidt:
“Jo Palmen (73), die nu wegens ziekte afzwaait, was eind 2017 het middelpunt van een gemeentelijke bestuurscrisis. Die leidde tot het vertrek van burgemeester Luc Winants.”
Het artikel luidt verder:
“De omstreden Brunssumse wethouder Jo Palmen legt eind deze maand zijn functie neer. Dat heeft hij dinsdag laten weten in een brief aan de gemeenteraad van de Limburgse gemeente. Geruzie in de Brunssumse gemeentepolitiek over Palmens integriteit leidde twee jaar geleden tot het aftreden van burgemeester Luc Winants.
Palmen (73) stopt als wethouder van onder meer Ruimtelijke Ordening omdat hij al een tijd ziek is. Hij werd de afgelopen twee maanden al vervangen door zijn partijgenoot bij BBB/Lijst Palmen, Jo Mertens. Die wordt nu ook zijn opvolger.
Een integriteitsonderzoek naar Palmen vanwege diens benoeming tot wethouder veroorzaakte eind 2017 een bestuurscrisis in Brunssum. Een onderzoeksbureau noemde hem een groot risico vanwege zijn grofgebektheid en veroordelingen voor onder meer belediging. Ook dreigde er belangenverstrengeling wegens een decennialang conflict tussen Palmen en de gemeente over een stuk grond. Ondanks het rapport ging de gemeenteraad akkoord met Palmens benoeming. Burgemeester Winants stapte daarna op.
Tweede termijn
Twee hoogleraren, die door de raad gevraagd waren om een second opinion, concludeerden in februari 2018 dat Palmen helemaal niet zo’n risico was als het eerste integriteitsonderzoek had beweerd. Volgens de wetenschappers was Palmen weliswaar ongemanierd, maar was er geen reden om hem te weigeren als wethouder. Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) verklaarde daarop dat ze geen spijt had van een eerdere oproep aan Palmen om af te treden.
Na de gemeenteraadsverkiezingen in mei vorig jaar ontstond opnieuw controverse rond Palmen. Hij had gezegd niet te willen terugkeren als wethouder in een nieuw college, maar kon naar eigen zeggen geen geschikte opvolger vinden binnen zijn partij, die bij de stembusgang de grootste was geworden. Daarom werd Palmen toch opnieuw wethouder. Vier lokale partijen steunden hem, terwijl commissaris van de koning Theo Bovens en Ollongren juist tegen zijn nieuwe termijn waren.”

Vervolgens is op 11 december 2019 op de website van NRC een verkorte versie van bovenstaand artikel verschenen met de kop “Omstreden Brunssumse wethouder Jo Palmen stapt op wegens ziekte”. Het artikel luidt verder als volgt:
“De Brunssumse wethouder Jo Palmen (73) legt eind deze maand wegens ziekte zijn functie neer. Dat heeft hij dinsdag laten weten in een brief aan de raad van de Limburgse gemeente. Geruzie in de Brunssumse gemeentepolitiek over Palmens integriteit leidde twee jaar geleden tot het aftreden van burgemeester Luc Winants. Een onderzoeksbureau noemde de benoeming van Palmen in 2017 een groot risico, vanwege zijn grofgebektheid en veroordelingen voor onder meer belediging. Ook dreigde er belangenverstrengeling wegens een decennialang conflict tussen Palmen en de gemeente over een stuk grond. Ondanks die waarschuwing ging de raad akkoord met Palmens benoeming. Burgemeester Winants stapte daarna op.”

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klager stelt – kort samengevat – het volgende. Het artikel bevat onjuiste informatie, waardoor hij ten onrechte in een kwaad daglicht wordt gesteld. NRC heeft de berichtgeving overgenomen van andere media zonder zelf onderzoek te verrichten naar de gebeurtenissen of naar de juistheid van de berichtgeving. Uit het herhalen van onjuiste feiten blijkt dat NRC steeds weer het doel had om klager opzettelijk schade toe te brengen. Hij had niet ‘omstreden’ mogen worden genoemd omdat hij dat aantoonbaar niet is. Die diskwalificatie had overigens niet in verband mogen worden gebracht met het stukje grond, omdat ook de informatie daarover niet klopt. Klager verwijst in dit verband naar een rechterlijk vonnis waarin de gemeente in het ongelijk is gesteld. Onjuist is dat er met klager een overeenkomst over ‘de grond’ is gesloten. Daarnaast is onjuist dat hij niet door een integriteitsonderzoek zou zijn gekomen. Uit onderzoek is gebleken dat niets aan zijn herbenoeming als wethouder in de weg stond. Vermeld wordt dat klager in opspraak was gekomen wegens integriteitsproblemen, maar tijdens zijn herverkiezing in maart 2018 was daarvan geen sprake. Volgens klager hebben journalisten van NRC nauwe banden met een regionale krant, die meewerkte aan een lastercampagne tegen klager.
Tot slot stelt klager dat NRC hem weliswaar de mogelijkheid heeft geboden om te reageren maar daarbij werd geprobeerd hem te verleiden tot het schenden van zijn geheimhoudingsplicht. Toen dat niet lukte, werden de gewraakte, onjuiste artikelen gepubliceerd.
Klager heeft zijn standpunten uitvoerig toegelicht onder verwijzing naar diverse overlegde stukken.

NRC stelt daar – eveneens samengevat – het volgende tegenover. In de berichtgeving is gerefereerd aan de aanhoudende politiek-bestuurlijke problemen binnen de gemeente Brunssum in de jaren voorafgaand aan het vertrek van klager. Dit is journalistiek relevant. Klager schrijft zelf dat sprake was van een ‘bestuurlijke chaos’. In die ‘chaos’ speelde hij een voorname rol, die hem lof en kritiek opleverde van mede- en tegenstanders. Klager kan NRC dan ook niet met succes verwijten dat hij als ‘omstreden’ politicus is aangeduid.
Verder heeft klager geen concrete bewijzen aangeleverd waaruit blijkt dat de berichtgeving feitelijk onjuist is. NRC verwijst naar het officiële bericht op de website van de gemeente Brunssum waarin is gemeld: “Wethouder Jo Palmen van de gemeente Brunssum legt tijdelijk zijn functie neer. Dat gebeurt op doktersadvies”. Kort daarna stapte klager definitief op. In de berichtgeving is gemeld dat er twee integriteitsonderzoeken naar klager zijn verricht: een kritisch eerste onderzoek en een milder tweede onderzoek. Met betrekking tot de vraag of klager wel of geen risico vormde, is ruim aandacht geschonken aan het voor klager ontlastende onderzoek. Verder staat in de berichtgeving dat in het eerste integriteitsonderzoek een conflict tussen klager en de gemeente over een stuk grond is behandeld. Dat is feitelijk juist en journalistiek relevant. Overigens is na de klachtbrief van klager als tegemoetkoming een ruimhartige aanvulling geplaatst onder een vervolgartikel van 17 januari 2020. Daarin is vermeld dat de grondkwestie is opgelost, waarbij de burgemeester en de zoon van klager tekenden voor een deal met gesloten beurzen. Dat is feitelijk juist. Hieruit blijkt dat NRC waarde hecht aan een afgewogen, complete berichtgeving. Ook laat dit zien dat NRC een klachtbrief serieus neemt en waar nodig in actie komt.
Ten aanzien van de toepassing van wederhoor merkt NRC allereerst op dat de berichtgeving is gebaseerd op een mededeling van de gemeente en is aangevuld met relevante, eerder gepubliceerde feiten. Daarbij komt dat in de loop van de tijd regelmatig sprake is geweest van (pogingen tot) wederhoor bij klager en dat diens visie zeker de kolommen heeft bereikt. Bovendien zijn pogingen ondernomen om een diepgaand gesprek met klager aan te gaan. In februari 2018 zou een interview met hem plaatsvinden, maar een paar uur daarvoor meldde de zoon van klager dat hij klager had geadviseerd op dat moment geen interviews te geven of anderszins met de pers te communiceren.
Ten slotte merkt NRC op dat zij de afgelopen jaren veel aandacht heeft besteed aan integriteit in de provincie Limburg. In de ‘kwestie Palmen’ is regelmatig eigen onderzoek verricht. NRC heeft uitgebreid en genuanceerd over klager bericht.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

De Raad stelt voorop dat de journalist en zijn redactie vrij zijn in de selectie van nieuws. Het is aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Dat neemt niet weg dat de journalist het belang dat met een publicatie is gediend dient af te wegen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad.

NRC heeft aannemelijk gemaakt dat er voldoende aanleiding bestond om klager te omschrijven als ‘omstreden’. De belangen van klager zijn met die aanduiding niet onevenredig geschaad. Daarbij neemt de Raad in aanmerking dat klager een publiek figuur is, die zelf regelmatig de publiciteit zoekt. Hij zal zich daarom een zekere mate van ongewilde publiciteit moeten laten welgevallen. Verder is niet gebleken dat de berichtgeving relevante feitelijke onjuistheden bevat.

Er bestaat dan ook geen aanleiding voor de conclusie dat een zodanig vertekend beeld of onzorgvuldige weergave van de kwestie is gegeven, dat daarmee sprake is van niet-waarheidsgetrouwe berichtgeving.

Klager heeft bovendien erkend dat hem gelegenheid tot wederhoor is geboden. Daarmee had hij de berichtgeving kunnen nuanceren. Dat hij om hem moverende redenen ervoor heeft gekozen niet te reageren, kan NRC niet met succes worden tegengeworpen.

Een en ander leidt tot de conclusie dat NRC journalistiek zorgvuldig heeft gehandeld.

Relevante punten uit de Leidraad van de Raad: A, B.3, C.1
Relevante eerdere conclusie van de Raad: RvdJ 2020/26

CONCLUSIE

NRC heeft journalistiek zorgvuldig gehandeld.

Zo vastgesteld door de Raad op 28 december door mr. J.J. van Eck, voorzitter, dr. H.P. Groenhart, J. Hoogenberg en mw. M. ten Katen, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. J.E.H.J. Vollaers, plaatsvervangend secretaris.