Samenvatting
Omdat Het Parool niet meedoet aan de
procedure van de Raad voor de Journalistiek, gaat de Raad in deze situatie
alleen tot behandeling van de klacht over in het bijzondere geval dat deze van
algemene strekking of principieel belang is. De klacht van klager is gericht
tegen het online-artikel Thierry Baudet is precies wat Nederland nodig
heeft en gaat over het recht op vergetelheid. Omdat de strekking van de
klacht het belang van klager overstijgt en de klacht bovendien betrekking heeft
op elementen van het journalistieke proces waarover de Raad zich meer specifiek
wenst uit te laten, zal de klacht inhoudelijk worden behandeld. De Raad
verwijst de zaak daartoe door naar een volgende zitting.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake klacht van
X
tegen
de hoofdredacteur van Het Parool
De heer X te […] (klager) heeft op 17 augustus 2020 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van Het Parool. Bij de bespreking van de klacht is verder correspondentie van klager betrokken van 18 augustus 2020.
De hoofdredacteur van Het Parool heeft in het verleden herhaaldelijk aan de Raad bericht dat hij uit beginsel niet wenst mee te werken aan de procedure van de Raad. Bij het doorsturen van de klacht is daarom aan de hoofdredacteur meegedeeld dat indien hij niet binnen de termijn van drie weken inhoudelijk heeft geantwoord, dit als een stilzwijgende afwijzing wordt beschouwd. De hoofdredacteur van Het Parool heeft niet op de klacht gereageerd.
De zaak is besproken op de zitting van de Raad van 25 september 2020 buiten aanwezigheid van partijen.
FEITEN
Op 3 juni 2017 verscheen op de website van Het Parool een artikel met de kop “‘Thierry Baudet is precies wat Nederland nodig heeft’”. De intro van het artikel luidt:
“Op Strandzuid in Amsterdam-Zuid beleeft de jongerenpartij van Thierry Baudet’s Forum voor Democratie de kick-off.”
Het artikel bevat onder meer de volgende passages:
“‘[X] (22), rechtenstudent uit […], heeft gestemd op de partij. Samen met een vriend is hij afgereisd voor een dag in de zon op het strand – maar dan in de stad en met een politiek smaakje. “We zijn fans van het eerste uur. En het is voor ons allemaal begonnen bij Thierry. Hij is precies wat Nederland nodig heeft, en snel.’”
en
“Volgens [X] staat het aantal jongeren dat is gekomen en hun uitdossing voor ‘hoe goed geïnformeerd de mensen vandaag zijn.’”
Op 3 augustus 2020 heeft klager zich tot Het Parool gewend en verzocht zijn achternaam en woonplaats te verwijderen, waarbij hij zich beroept op het recht op vergetelheid.
Daarop heeft de heer R. van Leeuwen, chef digitaal van Het Parool, op 11 augustus 2020 geantwoord als volgt:
“Wij verwijderen nooit artikelen of delen van artikelen van onze website, dus ik kan niet voldoen aan uw verzoek.”
HET STANDPUNT VAN KLAGER
Klager stelt – samengevat – het volgende. Zijn politieke opvattingen zijn samen met zijn volledige naam, woonplaats en studie in het artikel genoemd. In zijn dagelijks leven ondervindt hij na jaren nog steeds nadeel hiervan, omdat klanten deze informatie online kunnen vinden. De vermelding van zijn achternaam en woonplaats is overbodig voor het journalistieke doeleinde van de publicatie. Klager wijst in dit verband op de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet AVG.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
In artikel 9 lid 5 van het Reglement voor de werkwijze van de Raad is het volgende bepaald:
“Indien de klacht is ingediend tegen een medium dat of een journalist die zich uit beginsel niet verweert, ziet de Raad af van behandeling, tenzij de klacht volgens de Raad van algemene strekking of principieel belang is.”
De hoofdredacteur van Het Parool wenst blijkbaar (nog steeds) uit beginsel geen medewerking te verlenen aan de procedure bij de Raad en heeft zich ook in deze zaak niet verweerd. De Raad zal dan ook slechts tot behandeling van de klacht overgaan in het bijzondere geval dat deze van algemene strekking of principieel belang is. Daarvan is hier gebleken.
De klacht gaat over het recht op vergetelheid. De Raad constateert dat hierover in de Leidraad een algemeen uitgangspunt is opgenomen, dat tot nog toe niet verder is uitgewerkt in zijn conclusies.
De Raad acht het nu voor (potentiële) klagers, de mediasector en zijn eigen werkwijze van belang dat het toetsingskader voor klachten als de onderhavige wordt verfijnd.
Gelet op het voorgaande is de Raad van oordeel dat de strekking van de klacht het belang van klager in zodanige mate overstijgt dat sprake is van een algemene strekking. Ook heeft de klacht betrekking op elementen van het journalistieke proces waarover de Raad zich meer specifiek wenst uit te laten, zodat de klacht van principieel belang is.
De Raad ziet dan ook aanleiding de klacht inhoudelijk te behandelen.
Relevant punt uit de Leidraad van de Raad: D.
Relevant artikel uit het Reglement voor de werkwijze van de Raad: 9 lid 5
CONCLUSIE
De klacht is van algemene strekking en principieel belang en zal daarom inhoudelijk worden behandeld.
Zo is vastgesteld door de Raad op 1 december 2020 door mw. mr. J.W. Bockwinkel, voorzitter, S. Kuijper, mw. drs. E.H.M. Lemaier, A. Olgun en F.Th.H. Ruys, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. J.E.H.J. Vollaers, plaatsvervangend secretaris.