Samenvatting
A. Brandriet en AD Groene Hart hebben in het artikel Echtpaar werd vastgebonden bij gewapende woningoverval in Boskoop op journalistiek zorgvuldige wijze bericht over klager zoon van het echtpaar en zijn bedrijf. Het is aannemelijk dat klager, zijn familie en zijn bedrijf in de regio een zekere bekendheid genieten. In het artikel is een journalistiek relevante koppeling gemaakt tussen de overval, het bedrijf van klager en de beurs die op de dag van publicatie plaatsvond. Daarbij komt dat geen criminele relatie is gelegd tussen de overval en klagers bedrijf. Van een onevenredige aantasting van de (privacy)belangen van klager is geen sprake.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van
X
tegen
A. Brandriet en de hoofdredacteur van AD Groene Hart
De heer X te [woonplaats] (klager) heeft op 26 augustus 2019 een klacht ingediend tegen mevrouw A. Brandriet en de hoofdredacteur van AD Groene Hart. Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van klager en de heer P. van den Bosch, hoofdredacteur, betrokken van 30 september 2019 en 17 oktober 2019.
De klacht is behandeld op de zitting van de Raad van 8 november 2019 in aanwezigheid van de heer Van den Bosch. Klager is daar niet verschenen.
DE FEITEN
Op 21 augustus 2019 is op de website van AD Groene Hart een artikel van de hand van Brandriet verschenen met de kop “Echtpaar werd vastgebonden bij gewapende woningoverval in Boskoop”.
De intro van het artikel luidt:
“Een Boskoops echtpaar is vannacht in de eigen woning overvallen en met een vuurwapen bedreigd door drie gemaskerde mannen. De overval vond rond 03.30 uur plaats in de woning aan het Laag Boskoop in het kwekersgebied van Boskoop. De 74-jarige bewoner raakte gewond en is voor behandeling naar het ziekenhuis gebracht.”
Verder bevat het artikel de volgende passage:
“Het overvallen echtpaar maakt het naar omstandigheden goed, vertelt zoon [X]. ,,Mijn vader is nog in het ziekenhuis, maar komt vanmiddag thuis.” Over de overval wil [X] niks kwijt, op aanraden van de politie worden geen details naar buiten gebracht.
[X] is eigenaar van [Y], dat juist op dit moment de grootste […]beurs van Europa houdt op het ITC-terrein in [plaatsnaam]. ,,De overval heeft geen gevolgen voor de beurs. Iedereen heeft het goed opgepakt, daar ben ik trots op. De beurs draait goed, het is hartstikke druk.””
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klager stelt – samengevat – het volgende. Hij werd de ochtend na de overval door Brandriet gebeld met de vraag wat er was gebeurd. Daarop heeft hij geantwoord dat de politie had geadviseerd daarover niets te zeggen, maar dat het naar omstandigheden goed ging. Blijkbaar wist Brandriet dat hij eigenaar is van een groothandel en dat hij die dag ongeveer 1500 internationale klanten over de vloer had, en zij vroeg naar de gevolgen voor de beurs. Klager heeft daarop tot drie maal toe geantwoord dat hij er niet van was gediend dat Brandriet een overstap maakte naar zijn bedrijf en de beurs. Hij heeft gezegd dat hij niet wilde dat daarover iets zou worden geschreven, maar dat iedereen zijn best deed en dat de overval geen gevolgen had voor de beurs.
Nadat klager tot zijn verbazing had gezien dat het artikel allerlei persoonlijke gegevens bevat en dat is bericht over zijn bedrijf en de beurs, heeft hij boos Brandriet gebeld. Zij deelde mee dat in de redactievergadering weliswaar is getwijfeld over het vermelden van alle gegevens, maar toch is besloten die expliciet te noemen.
Klager maakt er bezwaar tegen dat zijn naam is genoemd – als zoon van de slachtoffers – en dat een verband is gelegd met zijn bedrijf en de beurs die op dat moment plaatsvond, waarvan een groot deel van de lokale sector afhankelijk is. Hij ondervindt hier nadelige gevolgen van en vindt dat het artikel moet worden verwijderd.
Brandriet en AD Groene Hart stellen daar – eveneens samengevat – het volgende tegenover. Klager heeft weliswaar tegen Brandriet gezegd dat hij het vervelend vond dat hij werd gebeld, maar niet dat hij bezwaar had tegen publiciteit of dat hij niet geciteerd wilde worden.
Hij vertelde dat hij van de politie niets specifieks over de overval zelf mocht zeggen. Dat is gerespecteerd en in het artikel weergegeven. Klager deelde vervolgens mee dat de overval geen gevolgen had voor de beurs, met de toevoeging ‘schrijf dat maar gerust op’. Voor een regionaal medium als AD Groene Hart is dat journalistiek relevant. De beurs is het belangrijkste evenement in Boskoop en de vraag of de overval consequenties daarvoor zou hebben, leefde in de regio. De redactie is ook benaderd met de vraag of de beurs wel doorging.
Op de zitting voegt Van den Bosch hieraan nog toe dat iedereen in Boskoop klager en zijn familie kent en wist waar de overval had plaatsgevonden. Als de beurs niet op de dag van de publicatie had plaatsgevonden, dan zou niet over het bedrijf van klager zijn geschreven.
Brandriet en AD Groene Hart zien geen aanleiding tot verwijdering van het artikel.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
Kern van de klacht is dat in het artikel de naam van klager is genoemd en dat ten onrechte een link is gelegd tussen de gewapende overval en het bedrijf van klager, waaronder begrepen de door dat bedrijf georganiseerde beurs.
Klager heeft aangevoerd dat hij expliciet aan Brandriet te kennen heeft gegeven geen prijs te stellen op publiciteit over zijn bedrijf en de beurs. Brandriet en AD Groene Hart hebben daarentegen gesteld dat klager in dat verband juist nadrukkelijk zou hebben gezegd ‘schrijf dat maar op’. De Raad kan niet vaststellen welk standpunt juist is en laat dat daarom in het midden.
Verder overweegt de Raad dat de journalist vrij is in zijn selectie van nieuws en geen toestemming nodig heeft van degene over wie hij publiceert. Wel dient hij – in het algemeen – het belang dat met een publicatie is gediend af te wegen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad. En meer in het bijzonder geldt dat in een publicatie de privacy van personen niet verder mag worden aangetast dan in het kader van de berichtgeving redelijkerwijs noodzakelijk is. Een inbreuk op de privacy is onzorgvuldig wanneer deze niet in redelijke verhouding staat tot het maatschappelijk belang van de publicatie.
De Raad acht het aannemelijk dat klager, zijn familie en zijn bedrijf in de regio een zekere bekendheid genieten. Dat in aanmerking genomen, bestond voor Brandriet en de krant voldoende aanleiding om – in het kader van de overval op de ouders van klager – over klager en zijn bedrijf te berichten op de wijze zoals zij hebben gedaan. Zij hebben in hun berichtgeving een journalistiek relevante koppeling gemaakt tussen de overval, het bedrijf van klager en de beurs die op de dag van publicatie plaatsvond; het is zeer voorstelbaar dat de gemiddelde lezer dat vóór de lezing ook al zelf had gedaan.
Daarbij komt dat in het artikel geen criminele relatie is gelegd tussen de overval en klagers bedrijf, in de zin dat de overval op enigerlei wijze te maken zou hebben met het bedrijf of de beurs.
Van een onevenredige aantasting van de (privacy)belangen van klager is derhalve geen sprake.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Brandriet en AD Groene Hart journalistiek zorgvuldig hebben gehandeld.
Relevante punten uit de Leidraad van de Raad: A. en C.1
Relevante eerdere conclusies van de Raad: RvdJ 2019/52 en RvdJ 2019/25
BESLISSING
A. Brandriet en AD Groene Hart hebben journalistiek zorgvuldig gehandeld.
Zo vastgesteld door de Raad op 24 januari 2020 door mw. mr. A.E. van Montfrans, voorzitter, L.A.M.M. Donders, mw. A. Karadarevic, mw. drs. E.M.H. Lemaier en A. Olgun, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris.