2020/26 Zorgvuldig

J.M.H. Palmen / de hoofdredacteur van L1

Samenvatting

L1 heeft in het artikel “Omstreden wethouder Jo Palmen treedt af” op journalistiek zorgvuldige wijze over J.M.H. Palmen (klager) bericht. Er bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat de berichtgeving niet-waarheidsgetrouw is. Met de aanduiding ‘omstreden’ zijn de belangen van klager niet onevenredig geschaad. Daarbij is mede van belang dat klager een publiek figuur is, die zelf regelmatig de publiciteit zoekt. Ten slotte is klager voldoende gelegenheid tot wederhoor geboden. Dat hij ervoor heeft gekozen niet te reageren, kan L1 niet worden verweten.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

J.M.H. Palmen

tegen

de hoofdredacteur van L1

De heer J.M.H. Palmen te Brunssum (klager) heeft op 19 maart 2020 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van L1. Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van klager en de heer R. van Well, hoofd Nieuws bij L1, betrokken van 2 april 2020, 13 en 26 mei 2020 en van 2 en 5 juni 2020.

De zaak is met toestemming van partijen buiten hun aanwezigheid behandeld op de zitting van de Raad van 26 juni 2020.

DE FEITEN

Op 10 december 2019 is op de website van L1 een artikel verschenen met de kop “Omstreden wethouder Jo Palmen treedt af” en de onderkop “Wethouder Jo Palmen van Brunssum stopt per 25 december”. Het artikel bevat onder meer de volgende passage:
Benoeming
Palmen werd in mei 2018 benoemd als wethouder in Brunssum, terwijl er ook een integriteitsonderzoek tegen hem liep. Hij had als eigenaar van een stuk grond een conflict met de gemeente, terwijl hij als wethouder over grondzaken ging. Ook stond Palmen bekend om uitspraken over collega’s die als respectloos werden ervaren. De benoeming van Palmen als wethouder was voor toenmalig burgemeester Luc Winants de reden om op te stappen.”

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klager stelt – kort samengevat – het volgende. Het artikel bevat onjuiste informatie, waardoor hij ten onrechte in een kwaad daglicht wordt gezet. L1 heeft de berichtgeving overgenomen van andere media zonder zelf onderzoek te verrichten naar de gebeurtenissen of naar de juistheid van de berichtgeving. Volgens klager is het niet juist dat er een integriteitsonderzoek tegen hem liep toen hij in mei 2018 opnieuw werd benoemd als wethouder. Verder had hij niet ‘omstreden’ mogen worden genoemd omdat hij dat aantoonbaar niet is. Klager verwijst in dit verband naar een rechterlijk vonnis dat hem van de gebruikte kwalificatie zou vrijspreken. Uit onderzoek is gebleken dat niets aan zijn herbenoeming als wethouder in de weg stond. Er mag verschillend worden gedacht over het functioneren van politici, wat meebrengt dat bijna nooit unanimiteit bestaat over hun benoemingen. Klager vindt het discriminerend dat hij ‘omstreden’ wordt genoemd, terwijl andere politici in vergelijkbare gevallen niet als zodanig worden omschreven. Volgens klager is de in het artikel verwerkte informatie verstrekt door politieke tegenstanders van hem en is L1 daarvan op de hoogte. Door hem desondanks ‘omstreden’ te noemen, heeft L1 hem ten onrechte negatief afgeschilderd. Overigens had de diskwalificatie niet in verband mogen worden gebracht met de strijd om het stukje grond, omdat ook de informatie daarover niet klopt.
Verder stelt klager dat L1 hem formeel de mogelijkheid heeft geboden om te reageren. Echter, als hij reageert, wordt zijn reactie genegeerd of onjuist geïnterpreteerd. Omdat L1 niet objectief over hem bericht, weigert hij L1 nog te woord te staan over privézaken. Daarnaast rust er op belangrijke stukken nog een geheimhoudingsplicht, waardoor hij daarover niet vrijuit kan spreken.

L1 stelt hier – eveneens samengevat – het volgende tegenover. Het artikel bevat geen onjuistheden. De term ‘omstreden’ betekent ‘veelbesproken en verschillend beoordeeld’ dan wel iets of iemand ‘waarover niet iedereen het eens is’. Het gebruik van de term is gebaseerd op uitspraken van politici en feitelijke gebeurtenissen. Op basis daarvan heeft de redactie vastgesteld dat er discussies over (de benoeming van) klager hebben plaatsgevonden, zonder een waardeoordeel over hem te vellen.
Het vonnis waarnaar klager heeft verwezen doet niets af aan de feitelijke gebeurtenissen en het feit dat de uitspraken over hem zijn gedaan. Bovendien is klager steeds de mogelijkheid tot wederhoor geboden.
Verder wijst L1 erop dat zij klager, na ontvangst van de klacht, schriftelijk en telefonisch heeft benaderd met de vraag of hij zijn kijk op de gebeurtenissen in een interview zou willen toelichten. Klager heeft dat aanbod tot tweemaal toe naast zich neergelegd, waarbij hij vasthield aan zijn verzoek tot aanpassing van de berichtgeving. Voor dat laatste bestaat echter geen aanleiding.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

De Raad stelt voorop dat de journalist en zijn redactie vrij zijn in de selectie van nieuws. Het is aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Dat neemt niet weg dat de journalist het belang dat met een publicatie is gediend dient af te wegen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad.

Verder is het journalistiek gebruikelijk dat een artikel in de kop scherp(er) wordt aangezet; een kop mag een vergroving van de inhoud van het bijbehorende artikel bevatten. Daarmee worden de grenzen van journalistieke zorgvuldigheid alleen overschreden als de kop geen grond vindt in het artikel. Dat is hier niet het geval.

Klager heeft aangevoerd dat het artikel feitelijke onjuistheden bevat, maar heeft zijn stellingen ter zake niet nader onderbouwd. Aldus is niet gebleken dat in het artikel een zodanig vertekend beeld of onzorgvuldige weergave van de kwestie is gegeven, dat daarmee sprake is van niet-waarheidsgetrouwe berichtgeving.

L1 heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er voldoende aanleiding bestond om klager te omschrijven als ‘omstreden’. De belangen van klager zijn met die aanduiding niet onevenredig geschaad. Daarbij neemt de Raad in aanmerking dat klager een publiek figuur is, die zelf regelmatig de publiciteit zoekt. Hij zal zich daarom een zekere mate van ongewilde publiciteit moeten laten welgevallen.

Ten slotte staat niet ter discussie dat L1 klager meermaals gelegenheid tot wederhoor heeft geboden. Klager had daarmee de berichtgeving kunnen nuanceren. Dat hij om hem moverende redenen ervoor heeft gekozen niet te reageren, kan L1 niet met succes worden tegengeworpen.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat L1 journalistiek zorgvuldig heeft gehandeld.

Relevante punten uit de Leidraad van de Raad: A, B.3 en C.1
Relevante eerdere conclusies van de Raad: RvdJ 2020/16

CONCLUSIE

L1 heeft journalistiek zorgvuldig gehandeld.

Zo vastgesteld door de Raad op 24 juli 2020 door mr. Th. Groeneveld, voorzitter, L.A.M.M. Donders, dr. H.P. Groenhart, mw. dr. J. Luttikhold en mw. A. Pruis, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. J.E.H.J. Vollaers, plaatsvervangend secretaris.