Samenvatting
B. van Dijk, B. Rutte en C. van Wijk (Zeilen/Gottmer Uitgevers Groep) hebben in het artikel “VO70 Ocean Breeze weer op de markt” aandacht besteed aan M.A.H. Leclercq (klager). Naar aanleiding van bezwaren van klager is het oorspronkelijke artikel offline gehaald en is na verder contact een aangepaste versie online gezet. De Raad heeft de klacht in dit licht beoordeeld en geconcludeerd dat journalistiek zorgvuldig is gehandeld. Er is geen sprake van niet-waarheidsgetrouwe berichtgeving noch van een disproportionele aantasting van de privacy van klager. Het is voorstelbaar dat klager uit een e-mailbericht van Rutte heeft opgemaakt dat het faillissement in het aangepaste artikel volledig achterwege gelaten zou worden, hetgeen hij ook in zijn reactie heeft kenbaar gemaakt. Het had daarom op de weg van Rutte gelegen om klager voorafgaand aan de tweede publicatie duidelijkheid te verschaffen, nu daarover kennelijk een misverstand was ontstaan. Dat hij dit heeft nagelaten is echter niet van zodanige aard dat Zeilen daarmee journalistiek onzorgvuldig heeft gehandeld.
Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van
M.A.H. Leclercq
tegen
B. van Dijk, B. Rutte (hoofdredacteur van Zeilen) en C. van Wijk (Gottmer Uitgevers Groep)
M.A.H. Leclercq te Staden, België (hierna: klager) heeft op 24 maart 2020 een klacht ingediend tegen mevrouw B. van Dijk, redacteur, de heer B. Rutte, hoofdredacteur van Zeilen, en mevrouw C. van Wijk, uitgeefdirecteur van Gottmer Uitgevers Groep (hierna gezamenlijk: Zeilen). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van klager en mevrouw Van Wijk betrokken van 8, 23 en 24 april 2020.
De zaak is met toestemming van partijen buiten hun aanwezigheid behandeld op de zitting van de Raad van 5 juni 2020.
DE FEITEN
Op 20 februari 2020 verscheen op de website van Zeilen een artikel van de hand van B. van Dijk met de kop “VO70 Ocean Breeze weer op de markt”.
In een e-mail van 23 februari 2020 heeft klager per e-mail zijn bezwaren aan Zeilen kenbaar gemaakt. Hierop heeft de heer Rutte op 24 februari 2020 om 11:10 uur geantwoord als volgt:
“Dank voor uw email bericht dat ik in goede orde heb ontvangen. Wij hebben het bericht offline gezet en zullen het bericht aanpassen als wij wederhoor hebben gepleegd. Mijn collega Bertine van Dijk zal hiervoor vandaag naast verschillende schuldeisers, ook u contacten.”
Zoals aangekondigd heeft Van Dijk later die dag per e-mail een aantal vragen aan klager gesteld. Klager heeft op 25 februari 2020 op beide berichten gereageerd, maar de specifieke vragen niet beantwoord.
Op 27 februari 2020 heeft Rutte het volgende aan klager geschreven:
“Het spijt ons dat wij u hebben ontriefd, maar ik meen dat wij door het onmiddellijk verwijderen van het artikel een duidelijk en constructief signaal hebben afgegeven. Uw wens om gedurende 4 weken een mededeling boven onze site te plaatsen kunnen wij echter niet honoreren.
Mijn collega Bertine van Dijk heeft u specifiek om een inhoudelijke reactie gevraagd. Wij zouden die graag voor morgen van u ontvangen zodat wij het artikel kunnen voltooien. Zoals Bertine van Dijk al schreef in haar email aan u hebben wij ook een aantal andere partijen bereid gevonden om te reageren. Wij hebben er alle begrip voor als u niet wilt of kunt reageren, in dat geval zullen wij ons aangepaste artikel aan het einde van deze week publiceren zonder uw reactie.”
Hierna hebben partijen contact met elkaar gehad, waarbij is afgesproken dat Rutte op 2 maart 2020 telefonisch met klager contact zou opnemen. Dat is niet gebeurd. In plaats daarvan heeft Rutte op 3 maart 2020 een e-mail aan klager gestuurd met de volgende inhoud:
“Gisteren is het mij door omstandigheden niet gelukt u op maandag telefonisch te contacteren. Daarom doe ik dat nu per email. Ik heb na het telefonisch contact met u de door ons besproken zaken meegewogen. Wij zullen een aangepast bericht met de nadruk op het schip en niet de zaak rond het faillissement plaatsen, in lijn met onze oorspronkelijke intentie.
Wij hopen dat de Ocean Breeze een nieuwe en succesvolle carrière tegemoet gaat en we zullen de ontwikkelingen rond de boot blijven volgen.”
Daarop heeft klager diezelfde dag per e-mail gereageerd als volgt:
“Geen nood…
Ik ben blij dat het gezond verstand hier de bovenhand heeft genoten dat u een artikel plaatst enkel met nadruk op het schip en dat u mij en het faillissement achterwege laat.
Als ik een voorstel mag doen, dan zou ik het door u te plaatsen artikel graag nalezen op eventuele onvolkomenheden en daarna plaatst u het artikel.”
Vervolgens is het artikel op 23 maart 2020 – in aangepaste vorm en onder vermelding van de oorspronkelijke datum (20 februari 2020) – op de website gezet. Dit artikel met de kop “VO70 Ocean Breeze weer op de markt” luidt verder als volgt:
“Heb je het al gezien? De Telefonica Blue AKA Sanya Lan AKA Ocean Breeze staat te koop! Wow, wat een schip! Op de foto’s al behoorlijk indrukwekkend, in werkelijkheid een waar racemonster. Wat doet zo’n VO70 nou met een beetje harde wind? Het 24-uurs record op een monohull heeft met 596 mijl lang op naam gestaan van een VO70. Dat is een etmaal lang 24,8 knoop gemiddeld, need we say more? Een schip met weinig beschutting en zonder enige luxe aan boord, nog minder dan haar opvolger, de VO65. Bekijk de beelden hier: [link naar YouTube].
Ocean Breeze is een tweede generatie Volvo Open 70, gebouwd in 2008 om mee te doen aan de Volvo Ocean Race. Het schip van team Telefonica Blue, met aan het roer Bouwe Bekking, deed in 2008-2009 mee aan de race. Met een podiumplek, want ze kwamen als derde over de finish. De VO70 is ontworpen door het Amerikaanse Farr-kantoor en gebouwd in Spanje, bij King Marine. Ze ging de volgende editie van de VO-race 2011-2012 in als Iers/Chinees team Sanya Lan, met schipper Mike Sanderson, en eindigde als zesde. De huidige naam is Ocean Breeze en het schip kreeg in 2018 een refit en werd klaargemaakt om in haar derde leven te gaan charteren.
Geen smetteloos verleden
Dat de Ocean Breeze nu te koop ligt wordt door de meeste betrokkenen betreurd, want het wordt verkocht vanuit een faillissement. Het schip kwam in 2018 in handen van de Belgische zakenman Marc Leclercq die Ocean Breeze BV oprichtte. Via een crowdfunding actie werd 400.000 euro opgehaald voor het schip en een uitgebreide refit. Ysbrand End was destijds als schipper aan de boot verbonden en speelde ook bij de refit een belangrijke rol. “Het is ontzettend jammer dat het zo is gelopen met de Ocean Breeze. Het is een schip met veel potentie. Ik ben in 2018 aangesteld om de vernieuwingsslag in goede banen te leiden. Er is hier vier maanden ontzettend hard aan gewerkt. Je kunt het zo gek niet bedenken, en het is gedaan: elektriciteit vervangen, nieuwe deklayout incl. lieren, up-to-date apparatuur, mastcheck, kiel eraf, romp geverfd, nieuwe antifouling, nieuwe set zeilen. De refit was voor zo’n 90% uitgevoerd, toen de werkzaamheden werden gestaakt. Bedrijven kregen hun geld niet en we begonnen onraad te ruiken.” Zeilen sprak met diverse producenten en leveranciers die tot op de dag van vandaag hun rekeningen niet betaald hebben gekregen. Op 24 april 2019 werd Ocean Breeze BV failliet verklaard door de rechtbank van Rotterdam. De betalingsproblemen zorgden voor veel publiciteit. Het televisieprogramma Opgelicht?! besteedde uitgebreid aandacht aan de Ocean Breeze en eigenaar Marc Leclercq. Het schip wordt nu door de curator van het faillissement verkocht en ligt in Zaandam. Als het schip niet via de makelaar wordt verkocht dan zal het op 2 april in een online executieveiling worden geveild.”
Hierna zijn nog de specificaties van het schip opgesomd en is ten slotte met een link vermeld “Lees ook: Opgelicht: Fraude met oude ocean-racer”.
Naar aanleiding daarvan heeft klager zich opnieuw tot Zeilen gewend, hetgeen niet tot een oplossing heeft geleid.
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Klager stelt – kort samengevat – het volgende. Het artikel bevat onjuiste informatie en er is sprake van karaktermoord. Zo is ten onrechte het volgende vermeld: “Met een lening van de Knab-bank deed de Belgische zakenman zich voor de boot een volledige refit te geven, maar vertrok vervolgens met het geld naar het buitenland”. Klager hecht eraan op te merken dat een van de gebruikte bronnen een eigen belang heeft bij de publicatie en dus niet als betrouwbare bron kan worden gebruikt. Deze persoon doet al langere tijd negatieve uitlatingen over hem, die niet overeenkomen met de feiten. Zeilen heeft zich eenzijdig laten informeren door mensen die zelf deel uitmaken van gerechtelijke onderzoeken, zonder te verifiëren of de verhalen die zij te horen kreeg, juist waren. Daarbij komt dat ten onrechte geen wederhoor is toegepast. Door de niet-waarheidsgetrouwe berichtgeving worden zijn eer en goede naam beschadigd. Bovendien is hiermee zijn privacy geschonden.
Verder stelt klager dat Zeilen zijn klacht niet goed heeft afgehandeld. Er zou een aangepast artikel verschijnen met de nadruk op het schip, waarbij klager en het faillissement achterwege gelaten zouden worden. Bovendien had hij kenbaar gemaakt dat hij het artikel vooraf wilde nalezen. Dit alles is echter niet gebeurd.
Zeilen verwijst naar haar eerdere contacten met klager, waarin zij hem heeft bericht dat het artikel geen feitelijke onjuistheden bevat. Zij ziet dan geen ook aanleiding het artikel te verwijderen of aan te passen.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
De Raad stelt allereerst vast dat Zeilen – direct nadat klager zich op 23 februari 2020 over de publicatie had beklaagd – het oorspronkelijke artikel offline heeft gehaald en klager in het kader van wederhoor specifieke vragen heeft voorgelegd, die klager uiteindelijk niet heeft beantwoord. Verder is relevant dat het artikel is aangepast, voordat dit weer online is gezet. De klacht moet in dit licht worden beoordeeld.
De Raad overweegt dat de journalist en zijn redactie vrij zijn in de selectie van nieuws. Het is aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Dat neemt niet weg dat de journalist het belang dat met een publicatie is gediend dient af te wegen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad.
In het uiteindelijke artikel is zakelijk over klager en het faillissement bericht. Niet is gebleken dat dit artikel ten aanzien van klager relevante onjuistheden bevat. De door klager genoemde passage “Met een lening van de Knab-bank deed de Belgische zakenman zich voor de boot een volledige refit te geven, maar vertrok vervolgens met het geld naar het buitenland” komt in de aangepaste versie niet voor. Verder heeft klager zijn stelling dat de publicatie feitelijke onjuistheden bevat, op geen enkele wijze onderbouwd.
Er bestaat dan ook geen aanleiding voor de conclusie dat in het uiteindelijke artikel een zodanig vertekend beeld of onzorgvuldige weergave van de kwestie is gegeven, dat daarmee sprake is van niet-waarheidsgetrouwe berichtgeving. Dat klager ervoor heeft gekozen de aan hem voorgelegde vragen niet te beantwoorden – waarmee hij de berichtgeving had kunnen nuanceren – kan Zeilen niet met succes worden tegengeworpen.
Het voorgaande mede in aanmerking genomen, bestaat geen grond voor het oordeel dat de privacy van klager verder is aangetast dan in het kader van de berichtgeving redelijkerwijs noodzakelijk was. Dat klager in het artikel is genoemd, is hiervoor onvoldoende. Van een disproportionele aantasting van zijn privacy is geen sprake.
De Raad kan zich voorstellen dat klager uit het e-mailbericht van Rutte van 3 maart 2020 heeft opgemaakt dat het faillissement in het aangepaste artikel volledig achterwege gelaten zou worden, hetgeen hij ook in zijn reactie van die dag aan Rutte heeft kenbaar gemaakt. Het had daarom op de weg van Rutte gelegen om klager voorafgaand aan de tweede publicatie duidelijkheid te verschaffen, nu daarover kennelijk een misverstand was ontstaan. Dat hij dit heeft nagelaten is – gelet op hetgeen de Raad hiervoor ten aanzien van de inhoud van het artikel heeft overwogen – echter niet van zodanige aard dat Zeilen hiermee journalistiek onzorgvuldig heeft gehandeld.
Ten overvloede overweegt de Raad dat een journalist in beginsel niet verplicht is om voorafgaand aan de publicatie zijn concept voor te leggen aan een betrokkene. Dat kan anders zijn als daarover afspraken zijn gemaakt, maar daarvan is in dit geval niet gebleken.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Zeilen journalistiek zorgvuldig heeft gehandeld.
Relevante punten uit de Leidraad van de Raad: A., B.3 en C.1
Relevante eerdere conclusies van de Raad: RvdJ 2020/18 en RvdJ 2020/16
CONCLUSIE
B. van Dijk, B. Rutte en C. van Wijk (Zeilen/Gottmer Uitgevers Groep) hebben journalistiek zorgvuldig gehandeld.
Zo vastgesteld door de Raad op 20 juli 2020 door prof. mr. B.E.P. Myjer, voorzitter, L.C. Hauben, S. Kuijper, mw. L.M. van de Langenberg MSc en mw. M. Stenneke, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. J.E.H.J. Vollaers, plaatsvervangend secretaris.