2020/13 Zorgvuldig

S.C. Hania / de hoofdredacteuren van AD Utrechts Nieuwsblad en de Gelderlander

Samenvatting

AD en de Gelderlander hebben in het artikel “Slechte gezondheid én beledigingen breken Veenendaals raadslid Dielemans op: hij stopt ermee” op journalistiek zorgvuldige wijze bericht over de heer S.C. Hania (klager). Het artikel bevat voor een groot deel uitlatingen van politicus Dielemans, die voor zijn rekening zijn gelaten. Gezien de beweringen van Dielemans bestond voldoende aanleiding om ook te berichten over een eerdere kwestie waarbij klager was betrokken. Bovendien is klager vooraf in de gelegenheid gesteld om te reageren. Dat hij wellicht geen adequaat gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot wederhoor kan de kranten niet worden tegengeworpen. Verder is niet gebleken dat het artikel relevante feitelijke onjuistheden bevat. Er bestaat geen aanleiding voor de conclusie dat de berichtgeving niet-waarheidsgetrouw of tendentieus is.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

S.C. Hania
 
tegen

de hoofdredacteuren van AD Utrechts Nieuwsblad en de Gelderlander

De heer S.C. Hania te Veenendaal (klager) heeft op 20 december 2019 een klacht ingediend tegen de hoofdredacteuren van AD Utrechts Nieuwsblad en de Gelderlander. Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van klager en de heer P. van den Bosch, hoofdredacteur AD Regio, betrokken van 9 en 23 januari 2020. Op verzoek van klager is – met toestemming van de wederpartij – het dossier inzake zijn eerdere klacht tegen de Veenendaalse Krant aan de stukken toegevoegd.

De zaak is behandeld op de zitting van de Raad van 14 februari 2020. Klager is daar verschenen, vergezeld door mevrouw E.P. Hania-Visser en mevrouw dr. E. Steijvers. Namens AD Utrechts Nieuwsblad was de heer S.  Hustinx, redactiechef, aanwezig. Klager en mevrouw Steijvers hebben het standpunt van klager toegelicht aan de hand van notities.

DE FEITEN

Op 11 oktober 2019 is op de website van AD Utrechts Nieuwsblad en De Gelderlander een artikel verschenen met de kop “Slechte gezondheid én beledigingen breken Veenendaals raadslid Dielemans op: hij stopt ermee”. De intro van het artikel luidt:
“D66-fractievoorzitter Roy Dielemans stopt in het voorjaar als raadslid van de gemeente Veenendaal. Hij doet [dat] vanwege zijn gezondheid, maar ook vanwege de vele verbale en schriftelijke beledigingen die hij zegt te krijgen van een inwoner van Veenendaal.”
Verder bevat het artikel de volgende passage:
“Zijn rol als agendacommissielid legt hij per direct neer. In die hoedanigheid is Dielemans een paar keer in de maand voorzitter van een raadscommissie. Daar mogen burgers inspreken. ,,In februari heb ik iemand gevraagd de zaal te verlaten”, zegt Dielemans. ,,Hij maakte christenen belachelijk en noemde daarbij ook de naam van een wethouder. Ik heb hem een paar keer gevraagd daarmee op te houden, maar dat wilde hij niet. Toen heb ik hem het woord ontnomen.”
Vanaf dat moment werd Dielemans, naar eigen zeggen, wekelijks bestookt met mailtjes waarin hij onder meer werd vergeleken met Erich Honecker, de laatste partijleider van de DDR. Het Veenendaalse raadslid besloot onlangs aangifte [te] doen voor belediging. ,,Ik was tien procent van mijn tijd kwijt aan zijn activiteiten. Hij vertoonde wangedrag. Hij misbruikt  publiekrechtelijke bevoegdheden en komt puur om de zaak te verstoren. Hij veroorzaakt zo veel ruis dat politici en ambtenaren veel te veel tijd kwijt zijn door het wangedrag van één inwoner.”
Dielemans laat weten dat hij doelt op Sjoerd Hania. Deze Veenendaler stond in het verleden als eens voor de rechter voor het bedreigen van een burgemeester en een wethouder. Hania, ook lid van D66, betitelt de reactie van Dielemans als ‘natrappen’. ,,Dielemans verlaat het speelveld en had het daarbij moeten laten. Hij heeft mijn naam naar buiten gebracht en dat vind ik niet netjes. Daarnaast heeft hij mijn recht als burger om mijn mening te geven ontnomen.” Hania wacht de ontwikkelingen verder af, zo laat hij weten.”
 
AD en de Gelderlander werken nauw samen en nemen regelmatig artikelen van elkaar over. Het gewraakte artikel is geschreven door een redacteur van AD Utrechts Nieuwsblad.

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klager stelt – kort samengevat – het volgende. De publicatie bestaat uit drie delen: het vertrek van Dielemans wegens gezondheidsredenen, diens uitlatingen over het optreden van klager en een beschrijving van een rechtszaak van enkele jaren geleden. Het is hem onduidelijk wat de drie delen met elkaar te maken hebben. Bovendien bevat het artikel diverse feitelijke onjuistheden en aannames die hem persoonlijk schade toebrengen. Zo wordt klakkeloos aangenomen dat wat Dielemans over hem zegt ook correct is. Voor zover klager weet is er geen verder onderzoek gedaan en zijn de uitlatingen niet geverifieerd of bevestigd door andere bronnen. De rechtszaak waarover is bericht, is allang afgedaan en in de tussentijd heeft er van alles plaatsgevonden  Het zou eerder interessant zijn voor de lezers, als zij erover werden geïnformeerd waarom dit allemaal gebeurt in Veenendaal.
Klager is door de journalist gebeld en een deel van wat hij heeft gezegd is in het artikel opgenomen. Op de zitting voegt hij hier desgevraagd aan toe dat de journalist hem heeft gebeld en heeft meegedeeld dat de publicatie zou gaan over het vertrek van Dielemans en hun onderlinge kwestie. Naar zijn mening stelt deze toepassing van wederhoor weinig voor, want hij kan in zo’n telefoongesprek niet de hele geschiedenis uit de doeken doen. Daarom heeft hij zijn reactie bewust kort gehouden.
Klager heeft zijn standpunt uitgebreid toegelicht en concludeert dat de redacties journalistiek onzorgvuldig hebben gehandeld.

AD Utrechts Nieuwsblad stelt hier – mede namens de Gelderlander – het volgende tegenover. Het vertrek van een raadslid en zeker een fractieleider is nieuws voor een regionaal medium. De journalist heeft Dielemans gevraagd naar zijn beweegredenen en deze kwam met twee zaken: zijn gezondheid én de beledigende mails van een inwoner, die klager bleek te zijn.
Klager is al eerder veroordeeld voor belediging. Dat feit is in de context van het artikel journalistiek relevant en is daarom vermeld. De journalist heeft bovendien wederhoor toegepast en de reactie van klager verwerkt.
De (hoofd)redactie heeft de klacht goed en snel behandeld. Van journalistiek onzorgvuldig handelen is geen sprake.
 
BEOORDELING VAN DE KLACHT
 
De Raad stelt vast dat het artikel voor een groot deel uitlatingen van Dielemans over klager bevat, die – onder meer als citaten – voor zijn rekening zijn gelaten. Niet is gebleken dat Dielemans die uitlatingen niet heeft gedaan of dat zij onjuist zijn weergegeven.

Gezien de beweringen van Dielemans bestond voldoende aanleiding om ook te berichten over een eerdere kwestie waarbij klager was betrokken, nu die kwestie blijkbaar betrekking had op de bejegening door klager van gemeentelijke gezagsdragers. In dat verband merkt de Raad op dat journalisten vrij zijn in de selectie van wat zij publiceren.

Bovendien is klager vooraf in de gelegenheid gesteld om te reageren. Niet is gebleken dat de reactie van klager onjuist en/of onvoldoende is verwerkt. Dat klager wellicht geen adequaat gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot wederhoor kan de kranten niet worden tegengeworpen.

Verder is niet gebleken dat het artikel relevante feitelijke onjuistheden bevat. Er bestaat geen aanleiding voor de conclusie dat een zodanig vertekend beeld of onzorgvuldige weergave van de kwestie is gegeven, dat daarmee sprake is van niet-waarheidsgetrouwe of tendentieuze berichtgeving.

Een en ander leidt tot de conclusie dat AD Utrechts Nieuwsblad en de Gelderlander journalistiek zorgvuldig hebben gehandeld.

Relevante punten uit de Leidraad van de Raad: A. en B.3
Relevante eerdere conclusies van de Raad: RvdJ 2019/52 en RvdJ 2019/28

CONCLUSIE

AD Utrechts Nieuwsblad en de Gelderlander hebben journalistiek zorgvuldig gehandeld.

Zo vastgesteld door de Raad op 16 april 2020 door mr. Th. Groeneveld, voorzitter, S.A. Agterberg, J. Hoogenberg, mw. A. Karadarevic en mw. M. ten Katen, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris.